Allereerst moet ik mijn excuses maken voor het feit dat ik zo laat pas reageer. Met name aan Joost van Hezik, die bovenstaande reactie al meer dan een maand geleden op Facebook publiceerde. Ik was druk met een grote klus en daardoor bleef dit liggen. Dat had niet mogen gebeuren. In de tweede plaats ben ik blij en vereerd met zoveel en soms zo uitvoerige comments, ook al ben ik het met de inhoud van de meeste niet eens. Het is fijn en bemoedigend dat makers en kijkers de moeite nemen met elkaar en met mij in discussie te gaan over de voorstellingen die zij zien.
Daarom eerst @Janny Bakker: het is goed dat je toch naar Osama the Hero bent gaan kijken, ook al vond je mijn recensie ‘ondermaats’. Mijn recensies zijn nooit, nooit, nooit bedoeld om mensen uit de zaal weg te houden, ook niet als ik veel kritiek heb op een voorstelling. Integendeel juist, hoe meer mensen gaan kijken, hoe liever het mij is.
Zeer kritische recensies hebben wel als effect dat het publiek wegblijft, luidt volgens mij de consensus onder film- en theatermakers. Ik zou graag weten of dat klopt. Is hier ooit onderzoek naar gedaan? Ik weet dat gewoon niet. Van boekenuitgevers hoor ik altijd dat boekrecensies in kranten nauwelijks nog invloed hebben op de verkoop, wat alles te maken zal hebben met het verlies aan lezers en ‘gezag’ van kranten in de laatste twintig jaar. Zou hetzelfde gelden voor film- en theaterrecensies?
@Alexander Schreuder: Ik heb de redactie inmiddels een voorstel gedaan om de tekst te wijzigen, om de feitelijke onjuistheid recht te zetten. Ook hierover mijn excuses: ik probeer mij altijd goed te documenteren voordat ik een recensie schrijf, maar de Queeste-enscenering heb ik kennelijk over het hoofd gezien. Overigens kunnen schouwburgen en gezelschappen dit soort omissies helpen voorkomen. Hun informatie over nieuwe voorstellingen houdt vaak niet over.
Dan nu de inhoudelijke kritiek op mijn recensie. Waar komt zo’n stuk vandaan, wat zijn mijn uitgangspunten? Het antwoord schuilt in mijn eigen ‘theaterbagage’. De laatste tien jaar bestaat die hoofdzakelijk uit wat ik, bij gebrek aan een betere term, ‘internationaal avantgarde theater’ zal noemen. Theater dat vooral te zien is op festivals – in Nederland ben ik trouw bezoeker van Noorderzon in Groningen, De (Internationale) Keuze in Rotterdam en natuurlijk het Holland Festival. Wat je daar ziet is bijna uitsluitend non-repertoire, of repertoire dat ingrijpend onder handen is genomen.
Eigen werk van makers uit alle hoeken van de aardkloot, dat bijna altijd de grenzen verlegt van wat toneel is, en van wat het toneel is. Soms zit je te kijken naar professionele acteurs op een klassiek lijstpodium, soms naar mensen die letterlijk van de straat zijn geplukt, of een groep kinderen die hun eigen fantasieën uitleven. Soms is er iets dat lijkt op een plot, een verhaal, vaker niet. De media die deze makers gebruiken, zijn niet per se modern. Vaak gebruiken ze video en projectie, maar vaak ook zelfgemaakte poppen. Of ze zitten in hun eentje op het podium, zonder enig hulpmiddel, en steken een verhaal af.
Joost van Hezik verwijt mij dat mijn recensie is geschreven alsof ik naar een lezing heb zitten kijken. Welnu, ik héb naar ‘lezingen’ zitten kijken. Over hoe je succesvol zaken doet op eBay, op Noorderzon, jaren geleden; de naam van de maker ben ik helaas vergeten. En in 2013 zag ik tijdens De Keuze Economic Theory for Dummies, van de Noor Amund Sjølie Sveen. Het drama, het theater, kan overal in schuilen, in iedere denkbare vorm of gedaante. In ons alledaagse geleuter via mobieltjes – Nature Theater of Oklahoma. In een één-op-één gesprek via een bureautelefoon met een mevrouw van een callcenter in India die eng-veel van mij bleek te weten – Rimini Protokoll. In ‘heropvoeringen’ van recente dieptepunten uit de politiek van haat en onderdrukking, deels geacteerd door echte slachtoffers van de ‘originelen’ – Milo Rau en zijn International Institute of Political Murder. In een bed, dobberend in een Groningse parkvijver, met naast mij onder de dekens een actrice die een verhaal in mijn oor fluisterde – Fernando Rubio.
Het is deze geschiedenis die mij het meeste heeft gevormd, als ‘gewoon’ kijker-bezoeker en als recensent en journalist. Uit de grond van mijn hart: makers kunnen mij alles ‘wijsmaken’, als hun spel met mij maar een innerlijke logica heeft. ‘U neemt wat op toneel gebeurt niet als metafoor,’ schrijft Alexander Schreuder. Ik neem aan dat Schreuder hier bedoelt: Osama the Hero als theatrale metafoor voor wat auteur Dennis Kelly en regisseur Joost van Hezik aan de orde willen stellen over onze tijd, over wat er gebeurt in de wereld om ons heen. Maar wil die metafoor kunnen overtuigen, dan zal de voorstelling eerst moeten ‘kloppen’. In zichzelf, van zichzelf.
Dit zijn de basisbestanddelen van Osama the Hero: Gary’s voordracht op school over Osama bin Laden als moderne held, vandalisme in de ‘krachtwijk’ waar Gary woont, sadistisch geweld tegen Gary zelf, en de pedofilie van een van zijn folteraars. Dennis Kelly werpt ze ons in de schoot zonder ze tot een samenhangend geheel te mengen. Dan kan de metafoor ook nooit tot stand komen. In die zin neem ik toneel inderdaad ‘nogal letterlijk’ op, zoals Schreuder het uitdrukt. Natuurlijk hoeft niet alles wat we te zien krijgen zin te hebben, een duidelijke reden. Raadsels kunnen eveneens overtuigen, op een schitterende manier. En ik zal vaak genoeg iets niet begrijpen of doorhebben.
Misschien is dat bij Osama the Hero gebeurd. Maar leg me dan uit wat ik over het hoofd zag. ‘U keurt de voorstelling af,’ verwijt Schreuder mij, ‘niet door middel van goede, precieze en integere analyse, maar enkel en alleen op ideologische basis.’ Dat is echt onzin. Er staat geen woord ideologie in mijn recensie. Schreuder en Van Hezik lijken ideologie te lezen in mijn opmerking dat ik het ‘denigrerend’ vind om kwesties als terrorisme, foltering en pedofilie exclusief te situeren in de ‘krachtwijken’ van ‘het proletariaat’. Daarmee bedoel ik: denigrerend voor dat ‘proletariaat’, niet voor de verwende elitezonen in de zaal, zoals ik. Zonder de medeplichtigheid van diezelfde elite zouden voornoemde kwesties nooit zo groot hebben kunnen worden. Ik vind het interessanter en uitdagender wanneer politiek theater zich concentreert op die medeplichtige elite.
Dat is en blijft een persoonlijke opvatting. Iedere recensie is een persoonlijke opvatting. Maar die moet ik wel onderbouwen, analoog aan de innerlijke logica die ik verlang van de theatermaker. Een ander voorbeeld van hoe ik dat doe, is mijn recensie van La Clinica van twee Chileense danseressen, eveneens voor Theaterkrant. Ik begin vaak met te beschrijven wat je precies ziet als je in de voorstelling zit. Mensen hebben een beeld van Hamlet, De kersentuin, Op hoop van zegen en De ingebeelde zieke. Zij hebben veel voorinformatie. Niet bij Rubio en Rau. Bij zulke voorstellingen moet de recensent die voorinformatie geven. Vind ik – ook dat is een persoonlijke opvatting.
Van Hezik verwijt mij dat ik ‘eigenlijk heel weinig’ zeg over zijn enscenering van Kelly’s stuk. Dat klopt. Ik kwam daar domweg niet aan toe. Misschien heb ik dat niet goed uitgelegd – in mijn recensie staat dat nergens met zoveel woorden. Bij dezen dan alsnog. Mijn indruk was dat Kelly’s werk hier het hoofdprobleem is. Dat kan een regisseur nooit oplossen, hoe goed hij ook ensceneert. ‘Dat de voorstelling begint met 20 minuten video is voor u blijkbaar niet van belang,’ schrijft Van Hezik. ‘Dat de rest van de voorstelling ook uitsluitend met camera’s en microfoons wordt uitgevoerd noemt u evenmin.’ Of de ensceneerder nou camera en microfoons gebruikt, of poppen, live muziek, geluidsbanden, zang en dans of louter ‘klassiek’ pratende acteurs in een ‘klassiek’ decor – welke media hij toepast, vind ik inderdaad van ondergeschikt belang. Het gaat om het resultaat dat hij met die media bereikt.
Van Hezik daagt mij uit ‘het beter te doen’, het schrijven van een recensie over zijn voorstelling. ‘Komt u nogmaals kijken, en schrijf nogmaals een recensie.’ Een mooi plan, waaraan ik graag meewerk, maar waaraan ook twee praktische problemen kleven. Eén: waar verschijnt die recensie dan? Ik weet niet of de Theaterkrant een tweede zou willen publiceren, en ik ga daar ook niet over. Twee: Van Heziks enscenering van Osama the Hero is voorlopig uitgespeeld. Misschien wordt hij nog eens ergens hernomen, en kunnen we dan een nagesprek hebben, met het publiek erbij. Zo niet, dan kan een verdere discussie misschien een andere vorm krijgen. Als casus, bijvoorbeeld, op een theaterschool, of tijdens een cursus kritieken schrijven.
Na de zin ”ze heeft haar accent sowieso al tegen” en ”daar zitten het mannelijk deel van het publiek niet p te wachten” is bovenstaande reactie niet serieus meer te nemen. Daarbij was het liet Jij Mens juist erg sterk.
ROOSENDAAL – Vrijdagavond stond ik voor een lastige keuze met ‘dank’ aan schouwburg De Kring. Er waren voor deze avond twee voorstellingen geprogrammeerd die ik eigenlijk beide wel wilde zien. Flairck in een redelijk vertrouwde opstelling in de grote zaal, en Louise Korthals in de kleine zaal met haar tweede soloprogramma ‘Zonder Voorbehoud’. Omdat ze nieuw voor me was, koos ik voor Korthals en dat had ik toch beter niet kunnen doen. Korthals boeide namelijk alleen als zangeres, en helaas had ze in de anderhalf durende productie te weinig tijd uitgetrokken om haar beste kant te laten zien, en vooral te horen. In haar gesproken bijdragen haalt ze van alles aan wat samenhangt met deze contactgestoorde maatschappij, maar Louise verzuimt om daar enige lijn en samenhang in aan te brengen. Daardoor beklijft vrijwel niets van wat ze wil overbrengen. De invalshoeken zijn bovendien niet bijster origineel. Veelal komt het neer op moralistisch gezever. Diverse andere verhaaltjes kunnen beter beperkt blijven tot de familiekring. Bovendien moet ze oppassen met haar dertig jaar niet al te wereldwijs over te komen. Haar krachtige presentatie is een positief punt, maar Louise moet er voor waken niet naar het arrogante over te hellen. Ze heeft haar Hilversumse accent sowieso al tegen en daarom is het raadzaam dat ze ruimte laat voor twijfel. En niet steeds constant over die vriend zeuren, daar zit het mannelijk deel van het publiek helemaal niet op te wachten. Mannen hebben nu eenmaal graag de illusie dat er nog wat te versieren valt. Als zangeres van mooie liedjes is er een betere toekomst voor haar weggelegd. Maar ook daarin moet ze er voor waken niet al te hoogdravend over te komen. Een zin als ‘Als je dan zo graag voor God wilt spelen, doe dan in Godsnaam je best’ uit het liedje ‘Jij Mens’ is een afschuwelijke gotspe. Een mens die voor God wil spelen is helaas verworden tot een realistisch gevaar en daar mag je als cabaretier nooit in meegaan. Zelfs niet onder de voorwaarde dat hij of zij ‘in Godsnaam zijn best doet’. Goden horen per definitie te hemelen! Louise Korthals – Zonder Voorbehoud – Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 2 januari in de kleine zaal van De Kring (Roosendaal).
Het is fantastisch neergezet, hopelijk gaan de ogen open bij de bevolking Het kan zo niet langer er moet iets gebeuren ,maar a.u.b.niet datgene wat de wereld regelaars voor ogen hebben
Wat hebben ze in hemelsnaam gedaan met de fantastische Pippi-musical die tien jaar geleden op de planken stond? De hele verhaallijn is veranderd, de muziek radicaal versoberd. Lang niet zo meeslepend meer en spannend! Bovendien was de persoonswisseling van ’tante Pastellia’ en de vader van Pippi naar de bewakers nota bene òp het podium erg ontluisterend voor de geloofwaardigheid van het verhaal voor jonge kinderen. Voor mij was het een teleurstelling.
Mooie recensie van herkenbaar prachtig thema! Mag ik deze tekst doorsturen aan vrienden en mede-liefhebbers van het werk van Toon Tellegen? Bij voorbaat dank! Succes met de andere uitvoeringen, ongetwijfeld even mooi als (zoals ik ook al hoorde) die van vandaag. Hartelijke groet, Marianne Nales, Wassenaar, Nederland
Een één-sterrenrecensie krijgen is nooit leuk. Een slechte voorstelling bezoeken en daar ook nog iets over op papier moeten zetten is dat uiteraard evenmin. Omdat u zo vriendelijk bent geweest het in een perspectief te zetten van eerdere geslaagde producties van mijn hand zal ik u ook het voordeel van de twijfel schenken. U lijkt mij ook een vakkundig en geëngageerd schrijver.
Desalniettemin wil ik graag mijn onvrede uiten over de kwaliteit van uw recensie van Osama the Hero op Theaterkrant.nl. Daar ik hem gister ochtend met een behoorlijke kater van alle premièredrank tot mij nam moest ik er aanvankelijk om lachen. U heeft het duidelijk niet naar uw zin gehad. Dat mag. Maar u heeft voor het internet iets geschreven en daarom zal dit tot in het einde der dagen online te vinden zijn. En ik merk dat ik u daarom graag van enige online repliek wens te dienen.
Als recensent heeft u de moeilijke taak het werk van de kunstenaar te beoordelen en aan het grote publiek uw oordeel kenbaar te maken. U fungeert als expert, als kenner, als iemand met liefde voor het theater. U moet onderscheid maken tussen goed en slecht, hoe moeilijk dat ook is in de kunst. Als er een wanprestatie geleverd is, is het aan u om dat te melden. U heeft mijn voorstelling als wanprestatie aangemerkt. U noemt hem zelfs ‘kut’. Dat laatste doet u niet zelf, maar heel slim door een citaat uit de voorstelling te gebruiken voor de slotconclusie.
Maar wat vond u eigenlijk zo ‘kut’? U uit veel onvrede over de tekst, het stuk van Kelly. Zijn keuze om dit verhaal zich in volkswijk af te laten spelen vind u denigrerend. De personages komen niet werkelijk tot leven. De anekdote wordt niet netjes afgerond. En in plaats van deze keuzes van Kelly serieus te nemen, spreekt u er een waardeoordeel over uit. Want het is duidelijk dat volgens u personages tot leven moeten komen, verhalen moeten worden afgerond, en dat het wegzetten van het proletariaat (uw woorden) een belediging is voor het publiek (want dat zijn volgens u weer geen proleten). Osama the Hero is volgens u dus een slechte theatertekst, en dat mag u naar uw eigen vakkundige oordeel best zo op papier zetten.
Maar u heeft niet naar een lezing zitten kijken, maar naar een enscenering. Een enscenering die voort is gevloeid vanuit een interpretatie van mij, en waar met veel bloed zweet en tranen aan gewerkt is door de spelers en het artistieke team. En daar zegt u eigenlijk heel weinig over. Dat de voorstelling begint met 20 minuten video is voor u blijkbaar niet van belang. Dat de rest van de voorstelling ook volledig met camera’s en microfoons wordt uitgevoerd noemt u evenmin. Dat de slotmonoloog waar u zo dankbaar uit citeert het enige ongemedialiseerde moment is waarbij iemand rechtstreeks tot de toeschouwer spreekt heeft u ook niet gezien. De volledige beeldtaal en alle andere middelen waarmee aan de toeschouwer werd gecommuniceerd waar het stuk volgens ons om draaide zijn langs u heen gegaan. U had het waarschijnlijk te druk met te duiden wat Gary in godsnaam onder podium aan het doen was.
Het kan zijn dat we niet alle toeschouwers in het hart raken. Het kan zijn dat niet iedereen begrijpt wat we hebben willen laten zien. Het kan zijn dat er verkeerde keuzes zijn gemaakt door mij, waardoor de gemiddelde kijker het niet goed begrijpt. Maar u bent geen gemiddelde kijker. U dient alles wat u ziet als keuze serieus te nemen. U bent beter toegerust om te kijken en te interpreteren dan de meeste kijkers, en dat dient u dan ook te doen. En dat heeft u niet gedaan. In de verste verte niet. U serveert mijn voorstelling af als een slecht stuk, zonder ook maar enige moeite te hebben gedaan om het werkelijk te begrijpen. En nu hanteer ik even dezelfde toon als u in uw recensie. U heeft zich gedragen als een luie toeschouwer die door zijn vrouw is meegesleept naar theater waar u anderhalf uur als koe naar het onweer heeft gekeken en u zich nu met veel misbaar beklaagd aan de bar dat u het allemaal niet begrepen heeft. U zou die opmerking over het proletariaat toch eens wat dieper moeten analyseren.
Ik daag u bij deze uit het beter te doen. Komt u nogmaals kijken, en schrijft nogmaals een recensie. U mag mij met alle egards finaal de grond in schrijven. Mijn enige eis is dat u dat vakkundig doet. Kijkt u alstublieft met dezelfde interesse en liefde voor het theater, als waar wij deze voorstelling mee gemaakt hebben. Tot slot zou ik er nog graag een ander citaat uit de voorstelling tegenover zetten. Van Gary ditmaal. “Misschien is er helemaal geen goed of slecht, alleen maar vergissingen en geen vergissingen.”
Ik ben naar het voorgesprek geweest, ik schrijf over dit onderwerp, niet specifiek over de toekomst van werk, maar over de economie en het verleden, heden en toekomst van onze economie en maatschappij. Op de bogsite staat een heel interessant stuk. Een must read.
Bedankt voor dit artikel. Fijn dat DEGASTEN wordt genoemd als ‘gaten vuller’ van jongerentheater, maar wel wil ik erbij vermelden dat we dat slechts doen met projectfinanciering, we zitten immers niet in het Kunstenplan.
jammer dat ik niet thuis ben gebleven. triest, kinderachtig, ameteuristisch. respect voor het publiek dat dit volhoudt. zelfs gratis zonde voor je tijd
Vandaag , 21 december de matinee bijgewoond in een uitverkocht Beatrixtheater. Jon van Eerd was voor het eerst na zijn blessure weer van de partij en Simone Kleinsma genoot zichtbaar van zijn aanwezigheid. En het uitzinnig enthousiaste publiek met haar! Wat een fantastische voorstelling, wat een vakmanschap en wat een leuk entertainment uit de jaren, waarin ik opgroeide: een en al feest der herkenning! Na de voorstelling mochten we nog even achter de coulissen kijken en dan kun je je niet onttrekken aan de enorme bewondering voor hen, die dit moois ter plekke tot leven wekken. Live en zonder de mogelijkheid om nog iets te corrigeren dat niet helemaal goed was. Hulde, hulde hulde; ik keerde als blij mens huiswaarts.
Deze voordracht is zo belangrijk, voor de eerste keer krijgen asielzoekers een gezicht. Wij zullen leren anders naar onze medemens te kijken en hopelijk zij ook naar ons. Dit is een top voorbeeld van hoe dit op een speelse en toch indringende manier kan. Wat zou het geweldig zij als zij de prijs krijgen dan kunnen we nog veel moois verwachten dat iedereen aan gaat. Zo wordt het een Prijs voor ons allemaal.
Alle twee van harte gefeliciteerd, de ene om het los te laten, de andere om de grote stap te wagen.
Mijnheer van der Ende geniet van de rust, ga lekker shoppen, wandelen, en tot jezelf komen.
Albert, ( wel voornaam….dat is het verschil,, raar eigenlijk, dat komt doordat je zo vaak op de TV bent) , heel veel succes, en mocht je nog iemand nodig hebben voor een empathische functie, dan wil ik graag solliciteren.
Ik ben 58 jaar en voedingsassistent ik een kinderziekenhuis, maar ben op zoek naar een nieuwe uitdaging. Mevrouw…. 58 jaar, dat is wel een beetje oud hoor…. ik denk dat de functie die ik zou willen uitvoeren met leeftijdservaring te maken heeft. Hoeveel jonge werknemers hebben een luisterend oor nodig, een goede raad, of een bemoedigend woord.
Ik wens jullie allemaal veel mooie momenten in 2015, en dat jullie beide aan het eind van volgend jaar zeggen: het is goed geweest.
Heel goed. Die hippies moeten dit maar lekker met hun eigen (belasting)geld financieren. Als een visboer niet genoeg vis verkoopt krijgt hij ook geen subsidie
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.
Van Joost Ramaer op Osama the Hero
Van Thom op Zonder voorbehoud
Van Jaap Pleij op Zonder voorbehoud
Van Kees de Beer op De Verleiders: Door de bank genomen
Van Astrid op Pippi Langkous - de musical
Van Marianne Nales op Het vertrek van de mier
Van joost van hezik op Osama the Hero
Van Hans en Mieke Bult op A Change Is Gonna Come
Van Wim en Iet de Haan op De RouwRevue
Van niels bosman op Staat van geluk
Van Farnoosh Farnia op AKr: effect bezuinigingen achter schermen steeds zichtbaarder
Van dijs op Orde van de Dag - Ouds&Nieuws Show
Van Rein Korthof op Moeder, ik wil bij de revue
Van Jutta konig op Zeker weten
Van Emma Wijmenga op The sound of music
Van Lily Henket-Conemans op Bukvić en De Nieuwkomers genomineerd voor BNG Prijs
Van Ingrid van der Laan op Joop van den Ende en Albert Verlinde fuseren
Van Thom op AKr: effect bezuinigingen achter schermen steeds zichtbaarder
Van bert berts op AKr: effect bezuinigingen achter schermen steeds zichtbaarder
Van pieter op Als je me nu nog niet kent