Alle reacties

  • Ruud buurman

    Van Ruud buurman op Zonder voorbehoud

    Hou je het verder dan bij Dichtbij Roosendaal? Dan vind ik elke discussie die ‘gesloten’ wordt, prima

  • Van Rob Erenstein op Nieuwe hoofdredactie Theatermaker en Theaterkrant

    Gefeliciteerd Simon! Ik heb lang op dit bericht moeten wachten, maar nu is het dan zo ver. Maak er iets moois van. Liefs voor Floortje.
    Groeten,
    Rob

  • Van Jaap Pleij op Zonder voorbehoud

    Als anonimicus denkt dat ik me ga verantwoorden tegenover iemand die zijn volledige naam niet prijs durft te geven heeft hij het mis. Of een voorstelling de moeite van het bezoeken waard is of niet, moet iedereen zelf bepalen. Ik heb duidelijk aangegeven wat Louise’s sterke punten zijn. Wat grappig is of niet, is eveneens een subjectief begrip.Probeer maar eens een recensie te schrijven zonder iets uit een voorstelling te ‘verklappen’, zoals anonimicus het noemt. Anonimicus weet duidelijk niet waar hij het over heeft. Ik beschouw de discussie hiermee als gesloten!

  • Ruud Buurman

    Van Ruud Buurman op Zonder voorbehoud

    Beste Jaap Pleij
    we hebben hier de mogelijkheid reacties te plaatsen geschapen. Het komt mij daarom nogal potsierlijk over om als reactie je eigen complete recensie uit Dichtbij Roosendaal eronder te gooien, met nogal aanmatigende opmerkingen aan het adres van de theatermaakster en betweterig commentaar. Ik vind reacties op mijn recensies prima, maar het is hier geen openbaar recensieplatform. Ik vind het nogal vervelend als je meelift op een professionele theatersite en onder een recensie dan datgene doet wat een professionele recensent altijd zal vermijden. Bijvoorbeeld: over de hoofden van lezers / theaterbezoekers de theatermaker de les lezen, voor het publiek uitmaken waarop het volgens jou zit te wachten en waarop niet, je eigen bescheiden rol als informant in het grote geheel niet kennen en ook nog inhoud weggeven.

  • Van Jaap van Balen op Caecilia Thunnissen artistiek leider Oorkaan

    Cilia,

    Wat een leuke verrassing om te horen dat je Orkater gaat leiden. Eén van onze vrienden – die helaas gestorven is – deed vroeger veel met Orkater ( Reinier Tweebeeke ) dus we kennen Orkater een beetje.
    Je foto is spetterend !!!
    Veel plezier en veel succes – we zullen van je horen uit de krant.
    veel groeten,
    Jaap

  • Van Thom op Zonder voorbehoud

    Het zit goed met je. Als jij daadwerkelijk denkt dat je ”satire” kunt toepassen in een recensie over een nieuwe kleinkunstenaar, dan ben je gewoon niet goed bekend met de gedachte en bedoeling van een recensie.

    Daarom de vraag: Is bovenstaande recensie geschreven met de gedachte mensen te informeren of is het enkel en gewoon als grap geschreven? In het eerste geval hoort satire in je recensie niet thuis, want een recensie is een subjectief stuk tekst dat de lezer informeert of de voorstelling het bezoeken waard is. In het tweede geval is het gewoon niet grappig en verklap je ook nog eens onderdelen uit de voorstelling.

  • Van Jaap Pleij op Zonder voorbehoud

    Triest is hij die denkt te mogen bepalen wat wel of niet gepast is en over te weinig beoordelingsvermogen beschikt om vast te stellen wat satire is en wat niet. Overigens vind ik het bij nader inzien volledig begrijpelijk dat hij zich of van een pseudoniem bedient of zijn volledige naam niet durft prijs te geven.

  • Van Thom op Zonder voorbehoud

    Triest is hij die denkt dat hij satire schrijft, terwijl dit niet het geval is. En sowieso, satire in een recensie? Niet gepast.

  • Van Jaap Pleij op Zonder voorbehoud

    Triest is hij die de satire niet herkent in sommige passages. Niet serieus te nemen is hij die zijn volledige naam niet durft te publiceren en het woord ‘lied’ niet juist weet te spellen. Het lied ‘Jij Mens’ was overwegend inderdaad erg sterk, behoudens deze aangestipte uitglijer.

  • Van Petra Ehrismann op Hoogwater voorheen Laagwater

    Dank Anouk!

  • Van Anouk Leeuwerink op Hoogwater voorheen Laagwater

    Beste Petra,

    We hebben de naam van het koor aangepast.

    Hartelijke groet,
    Anouk Leeuwerink

  • Van T vd M op Hoogwater voorheen Laagwater

    Laurien Booij is de naam van onze invalster. 4De jaars toneelschool en voor het eerst in de grote zaal. En zingen en contrabas spelen. Wat heeft die ons goed geholpen!

    Ton van der Meer (muzikant 2 en hulpverlener 2)

  • Van Petra Ehrismann op Hoogwater voorheen Laagwater

    Geachte meneer Zonneveld

    Bedankt voor bloemen, maar de naam van het inderdaad Haarlemse koor is:
    Projectkoor van Zangstudio Haarlem.
    www.zangstudiohaarlem.nl

    Daar moeten we – geheel in de lijn van Wim T.Schippers – heel goed op alle letters letten!

    Met vriendelijke groeten,
    Petra Ehrismann

  • Van Casper op One man show

    Alle positieve recensies ten spijt, het is een vreselijke show die van los zand aan elkaar hangt. Absoluut chaotisch, maar daardoor ook niet te volgen en absoluut niet grappig. Ik snap dat er geen pauze tijdens zijn voorstelling is… Gelet op de lauwe reacties en het slappe applaus was een groot deel van de zaal het met mijn mening eens…

  • Van Khadija op Hoogwater voorheen Laagwater

    De invalster heet Laurine Booij.

    mooie recensie.

  • Van henk op Like 4 Real

    zo slecht was het nu ook weer niet….

  • Van f janssens op Ik ben rustig!

    Durft er niemand iets te zeggen over het meer dan onbeschofte taalgebruik van deze viezerik.Bv de passage over een homo die gevoelens krijgt voor een vrouw is gewoon ontoelaatbaar.En de zaal,na enige aarzeling begint zachtjes te lachen en te applaudiseren.Bah wat een lelijke viezerik,hoe krijgt hij het verzonnen.

  • Joost Ramaer

    Van Joost Ramaer op Osama the Hero

    Allereerst moet ik mijn excuses maken voor het feit dat ik zo laat pas reageer. Met name aan Joost van Hezik, die bovenstaande reactie al meer dan een maand geleden op Facebook publiceerde. Ik was druk met een grote klus en daardoor bleef dit liggen. Dat had niet mogen gebeuren. In de tweede plaats ben ik blij en vereerd met zoveel en soms zo uitvoerige comments, ook al ben ik het met de inhoud van de meeste niet eens. Het is fijn en bemoedigend dat makers en kijkers de moeite nemen met elkaar en met mij in discussie te gaan over de voorstellingen die zij zien.

    Daarom eerst @Janny Bakker: het is goed dat je toch naar Osama the Hero bent gaan kijken, ook al vond je mijn recensie ‘ondermaats’. Mijn recensies zijn nooit, nooit, nooit bedoeld om mensen uit de zaal weg te houden, ook niet als ik veel kritiek heb op een voorstelling. Integendeel juist, hoe meer mensen gaan kijken, hoe liever het mij is.

    Zeer kritische recensies hebben wel als effect dat het publiek wegblijft, luidt volgens mij de consensus onder film- en theatermakers. Ik zou graag weten of dat klopt. Is hier ooit onderzoek naar gedaan? Ik weet dat gewoon niet. Van boekenuitgevers hoor ik altijd dat boekrecensies in kranten nauwelijks nog invloed hebben op de verkoop, wat alles te maken zal hebben met het verlies aan lezers en ‘gezag’ van kranten in de laatste twintig jaar. Zou hetzelfde gelden voor film- en theaterrecensies?

    @Alexander Schreuder: Ik heb de redactie inmiddels een voorstel gedaan om de tekst te wijzigen, om de feitelijke onjuistheid recht te zetten. Ook hierover mijn excuses: ik probeer mij altijd goed te documenteren voordat ik een recensie schrijf, maar de Queeste-enscenering heb ik kennelijk over het hoofd gezien. Overigens kunnen schouwburgen en gezelschappen dit soort omissies helpen voorkomen. Hun informatie over nieuwe voorstellingen houdt vaak niet over.

    Dan nu de inhoudelijke kritiek op mijn recensie. Waar komt zo’n stuk vandaan, wat zijn mijn uitgangspunten? Het antwoord schuilt in mijn eigen ‘theaterbagage’. De laatste tien jaar bestaat die hoofdzakelijk uit wat ik, bij gebrek aan een betere term, ‘internationaal avantgarde theater’ zal noemen. Theater dat vooral te zien is op festivals – in Nederland ben ik trouw bezoeker van Noorderzon in Groningen, De (Internationale) Keuze in Rotterdam en natuurlijk het Holland Festival. Wat je daar ziet is bijna uitsluitend non-repertoire, of repertoire dat ingrijpend onder handen is genomen.

    Eigen werk van makers uit alle hoeken van de aardkloot, dat bijna altijd de grenzen verlegt van wat toneel is, en van wat het toneel is. Soms zit je te kijken naar professionele acteurs op een klassiek lijstpodium, soms naar mensen die letterlijk van de straat zijn geplukt, of een groep kinderen die hun eigen fantasieën uitleven. Soms is er iets dat lijkt op een plot, een verhaal, vaker niet. De media die deze makers gebruiken, zijn niet per se modern. Vaak gebruiken ze video en projectie, maar vaak ook zelfgemaakte poppen. Of ze zitten in hun eentje op het podium, zonder enig hulpmiddel, en steken een verhaal af.

    Joost van Hezik verwijt mij dat mijn recensie is geschreven alsof ik naar een lezing heb zitten kijken. Welnu, ik héb naar ‘lezingen’ zitten kijken. Over hoe je succesvol zaken doet op eBay, op Noorderzon, jaren geleden; de naam van de maker ben ik helaas vergeten. En in 2013 zag ik tijdens De Keuze Economic Theory for Dummies, van de Noor Amund Sjølie Sveen. Het drama, het theater, kan overal in schuilen, in iedere denkbare vorm of gedaante. In ons alledaagse geleuter via mobieltjes – Nature Theater of Oklahoma. In een één-op-één gesprek via een bureautelefoon met een mevrouw van een callcenter in India die eng-veel van mij bleek te weten – Rimini Protokoll. In ‘heropvoeringen’ van recente dieptepunten uit de politiek van haat en onderdrukking, deels geacteerd door echte slachtoffers van de ‘originelen’ – Milo Rau en zijn International Institute of Political Murder. In een bed, dobberend in een Groningse parkvijver, met naast mij onder de dekens een actrice die een verhaal in mijn oor fluisterde – Fernando Rubio.

    Het is deze geschiedenis die mij het meeste heeft gevormd, als ‘gewoon’ kijker-bezoeker en als recensent en journalist. Uit de grond van mijn hart: makers kunnen mij alles ‘wijsmaken’, als hun spel met mij maar een innerlijke logica heeft. ‘U neemt wat op toneel gebeurt niet als metafoor,’ schrijft Alexander Schreuder. Ik neem aan dat Schreuder hier bedoelt: Osama the Hero als theatrale metafoor voor wat auteur Dennis Kelly en regisseur Joost van Hezik aan de orde willen stellen over onze tijd, over wat er gebeurt in de wereld om ons heen. Maar wil die metafoor kunnen overtuigen, dan zal de voorstelling eerst moeten ‘kloppen’. In zichzelf, van zichzelf.

    Dit zijn de basisbestanddelen van Osama the Hero: Gary’s voordracht op school over Osama bin Laden als moderne held, vandalisme in de ‘krachtwijk’ waar Gary woont, sadistisch geweld tegen Gary zelf, en de pedofilie van een van zijn folteraars. Dennis Kelly werpt ze ons in de schoot zonder ze tot een samenhangend geheel te mengen. Dan kan de metafoor ook nooit tot stand komen. In die zin neem ik toneel inderdaad ‘nogal letterlijk’ op, zoals Schreuder het uitdrukt. Natuurlijk hoeft niet alles wat we te zien krijgen zin te hebben, een duidelijke reden. Raadsels kunnen eveneens overtuigen, op een schitterende manier. En ik zal vaak genoeg iets niet begrijpen of doorhebben.

    Misschien is dat bij Osama the Hero gebeurd. Maar leg me dan uit wat ik over het hoofd zag. ‘U keurt de voorstelling af,’ verwijt Schreuder mij, ‘niet door middel van goede, precieze en integere analyse, maar enkel en alleen op ideologische basis.’ Dat is echt onzin. Er staat geen woord ideologie in mijn recensie. Schreuder en Van Hezik lijken ideologie te lezen in mijn opmerking dat ik het ‘denigrerend’ vind om kwesties als terrorisme, foltering en pedofilie exclusief te situeren in de ‘krachtwijken’ van ‘het proletariaat’. Daarmee bedoel ik: denigrerend voor dat ‘proletariaat’, niet voor de verwende elitezonen in de zaal, zoals ik. Zonder de medeplichtigheid van diezelfde elite zouden voornoemde kwesties nooit zo groot hebben kunnen worden. Ik vind het interessanter en uitdagender wanneer politiek theater zich concentreert op die medeplichtige elite.

    Dat is en blijft een persoonlijke opvatting. Iedere recensie is een persoonlijke opvatting. Maar die moet ik wel onderbouwen, analoog aan de innerlijke logica die ik verlang van de theatermaker. Een ander voorbeeld van hoe ik dat doe, is mijn recensie van La Clinica van twee Chileense danseressen, eveneens voor Theaterkrant. Ik begin vaak met te beschrijven wat je precies ziet als je in de voorstelling zit. Mensen hebben een beeld van Hamlet, De kersentuin, Op hoop van zegen en De ingebeelde zieke. Zij hebben veel voorinformatie. Niet bij Rubio en Rau. Bij zulke voorstellingen moet de recensent die voorinformatie geven. Vind ik – ook dat is een persoonlijke opvatting.

    Van Hezik verwijt mij dat ik ‘eigenlijk heel weinig’ zeg over zijn enscenering van Kelly’s stuk. Dat klopt. Ik kwam daar domweg niet aan toe. Misschien heb ik dat niet goed uitgelegd – in mijn recensie staat dat nergens met zoveel woorden. Bij dezen dan alsnog. Mijn indruk was dat Kelly’s werk hier het hoofdprobleem is. Dat kan een regisseur nooit oplossen, hoe goed hij ook ensceneert. ‘Dat de voorstelling begint met 20 minuten video is voor u blijkbaar niet van belang,’ schrijft Van Hezik. ‘Dat de rest van de voorstelling ook uitsluitend met camera’s en microfoons wordt uitgevoerd noemt u evenmin.’ Of de ensceneerder nou camera en microfoons gebruikt, of poppen, live muziek, geluidsbanden, zang en dans of louter ‘klassiek’ pratende acteurs in een ‘klassiek’ decor – welke media hij toepast, vind ik inderdaad van ondergeschikt belang. Het gaat om het resultaat dat hij met die media bereikt.

    Van Hezik daagt mij uit ‘het beter te doen’, het schrijven van een recensie over zijn voorstelling. ‘Komt u nogmaals kijken, en schrijf nogmaals een recensie.’ Een mooi plan, waaraan ik graag meewerk, maar waaraan ook twee praktische problemen kleven. Eén: waar verschijnt die recensie dan? Ik weet niet of de Theaterkrant een tweede zou willen publiceren, en ik ga daar ook niet over. Twee: Van Heziks enscenering van Osama the Hero is voorlopig uitgespeeld. Misschien wordt hij nog eens ergens hernomen, en kunnen we dan een nagesprek hebben, met het publiek erbij. Zo niet, dan kan een verdere discussie misschien een andere vorm krijgen. Als casus, bijvoorbeeld, op een theaterschool, of tijdens een cursus kritieken schrijven.

    Wordt dus vervolgd, wat mij betreft. Graag zelfs.

  • Van Thom op Zonder voorbehoud

    Na de zin ”ze heeft haar accent sowieso al tegen” en ”daar zitten het mannelijk deel van het publiek niet p te wachten” is bovenstaande reactie niet serieus meer te nemen. Daarbij was het liet Jij Mens juist erg sterk.

  • Van Jaap Pleij op Zonder voorbehoud

    Louise Korthals boeit alleen als zangeres

    ROOSENDAAL – Vrijdagavond stond ik voor een lastige keuze met ‘dank’ aan schouwburg De Kring. Er waren voor deze avond twee voorstellingen geprogrammeerd die ik eigenlijk beide wel wilde zien. Flairck in een redelijk vertrouwde opstelling in de grote zaal, en Louise Korthals in de kleine zaal met haar tweede soloprogramma ‘Zonder Voorbehoud’. Omdat ze nieuw voor me was, koos ik voor Korthals en dat had ik toch beter niet kunnen doen. Korthals boeide namelijk alleen als zangeres, en helaas had ze in de anderhalf durende productie te weinig tijd uitgetrokken om haar beste kant te laten zien, en vooral te horen.
    In haar gesproken bijdragen haalt ze van alles aan wat samenhangt met deze contactgestoorde maatschappij, maar Louise verzuimt om daar enige lijn en samenhang in aan te brengen. Daardoor beklijft vrijwel niets van wat ze wil overbrengen. De invalshoeken zijn bovendien niet bijster origineel. Veelal komt het neer op moralistisch gezever. Diverse andere verhaaltjes kunnen beter beperkt blijven tot de familiekring. Bovendien moet ze oppassen met haar dertig jaar niet al te wereldwijs over te komen. Haar krachtige presentatie is een positief punt, maar Louise moet er voor waken niet naar het arrogante over te hellen. Ze heeft haar Hilversumse accent sowieso al tegen en daarom is het raadzaam dat ze ruimte laat voor twijfel. En niet steeds constant over die vriend zeuren, daar zit het mannelijk deel van het publiek helemaal niet op te wachten. Mannen hebben nu eenmaal graag de illusie dat er nog wat te versieren valt. Als zangeres van mooie liedjes is er een betere toekomst voor haar weggelegd. Maar ook daarin moet ze er voor waken niet al te hoogdravend over te komen. Een zin als ‘Als je dan zo graag voor God wilt spelen, doe dan in Godsnaam je best’ uit het liedje ‘Jij Mens’ is een afschuwelijke gotspe. Een mens die voor God wil spelen is helaas verworden tot een realistisch gevaar en daar mag je als cabaretier nooit in meegaan. Zelfs niet onder de voorwaarde dat hij of zij ‘in Godsnaam zijn best doet’. Goden horen per definitie te hemelen!
    Louise Korthals – Zonder Voorbehoud – Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 2 januari in de kleine zaal van De Kring (Roosendaal).