1
In Café Restaurant Amsterdam
X Kan jij nou niet iets posten… Het hoeft niet groot, gewoon iets op Instagram. Geen story, wel een post. Geen foto, maar bijvoorbeeld een screenshot van een notitie. Als instagrampost. Iets als: ‘Jongens’, of eigenlijk vooral: ‘Meisjes, het heeft al zo lang geduurd. We moesten hem maar eens vergeven.’
Y ‘We moesten hem maar eens vergeven.’
X Ja.
Y Ik denk eigenlijk dat ik hem al heb vergeven.
X O?
Y Ja.
X Hoe reageerde hij?
Y Eh… Hij had er niet echt van terug. En toen zei hij: ‘Ik hoop niet dat je me dit nog heel lang blijft nadragen, dat je me hebt moeten vergeven’.
X Wat goed.
Y Ja. Het stelt tussen hem en mij natuurlijk niet zoveel voor.
X Nee. Precies.
Y Maar om nou een post van te plaatsen…
X ‘Ik heb hem vergeven, laten we hem vergeven’.
Y Voelt een beetje… moreel verheven.
X Dat is je protestantse achtergrond.
Y We moeten hem vergeven? Wie is ‘we’ dan?
X Men. Die meisjes. Men. Iedereen.
Y Die meisjes?
X Ja, precies. Het zijn volwassen vrouwen, hè. Kom op.
Stilte.
Y Het is toch niet aan ‘men’ om iets te vergeven namens die meisjes—
X Volwassen vrouwen, he—
Y Volwassen vrouwen? Daar gaan zij toch over?
X Maar bekijk het nou even van de andere kant. Je zegt zelf dat je hem eigenlijk al hebt vergeven. Dat zeg je net.
Y Als ik zou kunnen dicteren—
X Ik zeg niet dat jij moet dicteren, ik zeg dat jij moet—
Y Druk zetten.
X Ook niet.
Y Eigenlijk zeg je dat ik tegen een groep volwassen vrouwen moet gaan zeggen: heel vervelend dat jullie zijn aangerand en verkracht. Maar we moeten door.
X Maar hoe lang vind je dat hij op de reservebank moet zitten? Over trauma gesproken. Weet je hoe beschadigend alles voor hem is geweest? Ik sprak hem gisteren.
Y Je hebt hem al gesproken?
X Ja. Jij toch ook.
Y Vandaar dat je appte.
X Nee, ik ben ook echt benieuwd hoe het met jou gaat.
Beat.
X Maar ik ging naar hem toe. Hij heeft nu z’n eigen zuurdesem starter. Een soort potje met pruttelend gist in een hoekje van de kamer. Het stinkt. Je mag de deksel er niet helemaal op doen. Dus stinkt het.
Y Something rotten in the state of Denmark
Beat.
Y Een klein grapje, er staat iets te gisten en te stinken in een hoekje.
X Hij vertelde dat hij helemaal niet meer buiten de deur kan eten. Hij heeft hier al meerdere keren met de fiets in de hand gestaan, om daarna weer naar huis te fietsen. Omdat hij dacht: ik durf de mensen nog niet onder ogen te komen. Ze hebben me nog steeds niet vergeven. Dus nu heeft-ie leren koken. Zonde.
Y Het heeft je wel geraakt.
X Nou geraakt. Geraakt.
Y Als ik er een grapje over maakt reageer je een beetje—
X Is dat wat volgens jou vergeving is: iemand pesten met wat hij heeft misdaan.
Y Het iemand niet meer aanrekenen wat hij heeft gedaan. Ja. Volgens mij doen heel weinig mensen dat nog.
X Dat vind ik best mager. Na al die ‘solidariteit met de slachtoffers’. Solidariteit. Verveling bedoelen ze. Maar het is niet bon ton om op Instagram iets te plaatsen als ‘Here we are now, entertain us’.
Y Die opmerking heb je voorbereid.
X Een simpel berichtje op Instagram, dat we op Wikipedia iets kunnen zeggen als ‘later werd het beeld bijgesteld’. Maar goed, dat vind jij—
Y Vind ik niet aan mij om te doen, nee.
X Nou, oké. Genoeg over hem. Laten we het over jou hebben. Het gaat wel goed met jou, hè? Twee grote zaal regies per jaar. Eindregie bij dat feministische collectiefje, hoe heten ze nou ook alweer?
Y Veni vidi vulva.
X Dat zet je wel allemaal op Instagram.
Y Het is voor mij meer iets wat ik professioneel gebruik.
X Als ik opportunistischer was geweest had ik nu gevraagd of je niet nog een schrijver nodig had. Zo opportunistisch ben ik niet.
Y Maar hij heeft toch nog steeds twee à drie projecten per jaar.
X Slecht betaalde projecten. Weinig geld voor kwaliteit.
Y Zoals de meesten.
X Hij toch niet.
Y Nee. Maar precies dat ‘hij toch niet’, dat was het probleem.
X Zo bedoel ik het niet.
Y Ik denk het wel.
X Luister,—
Y Hoe je het ook wendt of keert: het is een misvatting dat zijn gedrag zonder consequenties had kunnen blijven. Dit zijn de consequenties. De enige manier waarop dat ongedaan kan worden gemaakt is als hij zich niet had misdragen. Je lijkt te wachten op het moment dat alles weer teruggaat naar het oude, maar dit is denk ik het hoogst haalbare. Dit is vergeving: hij kan weer werken zonder dat mensen ‘klein dik verkrachtertje!’ naar hem roepen. Al het andere wat jij verlangt is ‘aardig vinden’ en het ongedaan maken en terugdraaien, dingen die je niet kunt eisen.
2
Enkele maanden later in Café Restaurant Amsterdam.
X Ze kijken naar ons.
Y Ja, het leven dreigt een publieke aangelegenheid te worden, door al die clubs en cafés. Dat schreven de gebroeders De Goncourt al in 1860. Opkomst van de spektakelcultuur. Ze schreven ook: ‘Het is stom om in tijden van verandering te leven.’
X Ik vind het wel erg confronterend.
Y Het is Café Restaurant Amsterdam. Dit is het concept. Terug naar de aula van de middelbare school, met zuurdesembrood van bakker Menno, whoever that may be.
X Goed. Ja.
Y Proost.
X Op het interview!
Y Het interview? Dat interview?
X Ja, natuurlijk.
Y neemt zijn glas terug.
X Het was toch een mooi interview.
Y In literair opzicht of persoonlijk opzicht?
X Allebei. Het puur persoonlijk literaire: het psychologische opzicht. Ik zou tegen al deze mensen willen zeggen: lees dat interview. Dan zouden jullie beseffen hoe erg het hem heeft geraakt en niet zo naar ons staren.
Y Ja?
X Ja. Ik heb tegen hem gezegd dat hij het moest doen. Ik zei: je moet om de tafel met iemand die kritisch is. Niet zo’n ‘there is blame on both sides, very fine people on both sides’. Een echte vent. Of een echte bitch. Het belangrijkste is dat jij het ten volste omarmt.
Y Het was jouw idee?
X Je mompelt es wat op een borrel. Je bespreekt het een en ander voor. Je appt nog eens met Boulevard.
Y Nou, wat bijzonder.
Y staart naar zijn glas.
Y Op jou dan maar.
X Het gaat niet om mij.
Y Nou…
X Jij hebt natuurlijk ook dat essay gelezen van Joan Didion over zelfrespect. Daar zal dat Veni vidi vulva ook wel mee weglopen, zo’n ondervoede denkster die schrijft voor eerstejaars literatuurwetenschap—
Y Ik weet wie Joan Didion is. Ze heeft toch ook The Year of Magical Thinking geschreven.
X Zou kunnen.
Y Jawel. Over de rouw om haar man en dat ze zijn schoenen niet wil wegdoen omdat ze hoopt dat ze iets wat gebeurd is of onafwendbaar is, kan afwenden of ongedaan maken door bepaalde acties. Dat noemen ze magisch denken.
X Ik weet niet wat dat is. En volgens mij, je zou het er even bij moeten pakken het is echt interessant, maar ik heb het nu niet paraat, maar zij zegt dat zelfrespect is dat je vrede hebt met je eigen falen, met je eigen tekortkomingen. Je gênante kantjes. Dat je een kamer in kunt lopen en kunt uitstralen en zeggen: ja, ik ben inderdaad die en die. En dat dwingt respect af.
Y Maar vond je dat hij dat deed in het interview?
X Ja. Hij zei: dit ben ik. Dit heb ik gedaan.
Y Weet je wat mij nou opviel tijdens dat interview? Dat hij telkens een komma plaatste. Dus: ‘Het is misschien respectloos, maar—’ Hij praat over ‘dingen die zijn gezegd in de Volkskrant’, niet ‘dingen die ik heb gedaan’. Lijkt een vrij matige opvoering van Humbert Humbert, hoe heet die man nou, van Lolita.
X Hij heeft dingen anders ervaren. En voor die ervaring moet ook ruimte zijn. Als je kijkt naar hoe vertroebelend zo’n heksenjacht werkt.
Y De heksenjacht ging over vrouwen valselijk beschuldigen van dingen die ze nooit zouden kunnen hebben gedaan en die nooit zouden kunnen zijn gebeurd. Vliegen op een bezemsteel. Hier gaat het over handelingen die sowieso zijn gebeurd. Waarvan zij zegt: ik wilde dat niet, ik vind het heel erg dat dat toch is gebeurd. En waarvan hij zegt: dat was helemaal niet erg en wel naar je zin. Dat is iets fundamenteel anders, snap je dat? Dingen die niet zijn gebeurd en dingen die wel zijn gebeurd.
X Het was wel een beetje een heksenjacht.
Y Het gaat er om dat hij, dat wij, niet het ijkpunt zijn van de werkelijkheid, of de waarheid, of—
X Op een gegeven moment moet je dat ook gewoon kunnen loslaten.
Y Je hebt het wel over hun verdriet, hè. Het enige wat mensen echt zelf toebehoort.
X Hij heeft toch ook verdriet? Zijn verdriet.
Y Daar heeft hij het helemaal niet over.
X Jawel. Alleen is dat niet het verdriet dat hij iemand iets zou hebben aangedaan.
Y Ja. Wat hij doet is his own ground creëren. Het is niet erg dat ik dingen heb gedaan tegen de zin van andere mensen. De manier waarop zij mij daarop hebben aangesproken, dat is erg. Dáár moeten we het over hebben.
X Ik vind het niet fijn als je je stem verheft. En ik dacht dat je het hem had vergeven.
Y Ik denk dat vergeving voor mij iets is wat je keer op keer doet als je in aanraking komt met degene die iets heeft misdaan. Elke keer dat je die persoon tegenkomt, of iets van hem hoort, over hem leest, dat diegene begrijpt wat het probleem is en dat-ie het daarom niet nog een keer doet. Maar als ik dit lees…
X Wat verdrietig voor je dat je niet tot meer in staat bent dan dat.
Y Huh?
X Ik zeg dit als vriend.
Y Van wie? Wie van jouw vrienden is gebaat bij deze opmerking?
X Merk je dat je heel boos wordt nu?
3
Een halfjaar later in Café Restaurant Amsterdam.
X Dus… heb je het gelezen?
Y Je pamflet.
X Boek.
Y Honderdtwaalf pagina’s.
X Je hebt het misschien niet gelezen, maar in elk geval wel geteld.
Stilte.
X Wat… hoe… wat was de aanleiding?
X Ik had ruzie met de misses. Zij vindt het heel erg irritant dat ik deze etentjes altijd van de gezamenlijke rekening betaal, terwijl zij er niet bij is. Daar begint ze altijd over… Vanavond vast ook weer. En toen dacht ik: ik denk dat onze relatie een stuk makkelijker zou zijn als we niet steeds dezelfde ruzie hebben. Ik gun het haar dat ze er niet steeds opnieuw over begint. En toen dacht ik: dit is eigenlijk wat ik tegen die hele doorgeschoten woke scherpslijpcultuur zou willen zeggen: vergeef elkaar nou eens een keertje. De wereld staat in brand en we zijn alleen maar bezig met wiens schuld het is. Het is de grootste paradox van onze tijd: we stellen ons op als God, maar we bieden geen vergeving.
Y Ik heb de vorige keer tegen je geschreeuwd. En ik heb me afgevraagd waar dat door kwam.
X Allemaal water under the bridge.
Y Ik denk dat dat komt door iets wat ook in je pamflet zit. Je boek, sorry. Ik vind wat je zegt en beschrijft verstikkend: ‘We moesten maar eens’. Het is een harmonieverlangen, of harmoniedwang, iets wat millennials ook hebben. Maakt me woedend. We mogen het niet meer oneens zijn met elkaar. Een modern verlangen naar één verhaal, één mening, één werkelijkheid. Terwijl we leven in een postmoderne, of metamoderne tijd.
X Nou, als je het boek goed had gelezen— waarom pak je nou mijn hand?
Y heeft de hand van X gepakt.
Y Maar nu ik er langer over nadenk, vind ik het een heel eenzaam beeld: jij met je moderne verlangen in de postmoderne tijd. En ik vind het ook niet bij je passen. Daar ben je te intelligent en te autonoom voor. En toen, na het lezen dacht ik: volgens mij wil jij niet dat híj vergeven wordt, maar jíjzelf.
X Vergeven waarvoor?
Y Dat jij erbij stond en niks hebt gedaan. En misschien dat je de afgelopen maanden opeens dacht: wat nou als ik wel meteen na dat verhaal van Fien aan de bel had getrokken, en ik had ingegrepen. En dat je nu hoopt dat mensen zullen zeggen: het is oké, ik ben er overheen, ik ben er beter uit gekomen. Terwijl de wereld onherstelbaar is veranderd. Ook door jouw wegkijken. En ik denk dat je voelt dat dat wegkijken, dat dat aan je kleeft. Maar over dat wegkijken, daar reflecteer je niet op.
X De recensies zijn anders heel lovend.
Y Je stond er toch ook bij te kijken?
X Jij dan net zo goed.
Y Zeker.
Maar ik ontschuld je.
Ik reken het je niet meer aan.
Dat is alles wat ik kan doen.
X Oké.
Y Ik vergeef je.
X En nu?
Y Hoe voelt dat?
X Wat vergeef je me dan?
Y Dat je een manipulatieve, opportunistische, dominante klojo bent.
X Nu voel ik me een stuk beroerder. Is dit het?
Y Is dit wat?
X Hoe jouw vergeving er uit ziet? Ik merk geen verschil.
Y Ja. Dat is denk ik precies wat het is.
X Oké. En nu?
Y Nu moet je dankbaar zijn met alle kansen die ik je elke dag geef.
Beeld Don Duyns