Het grootste gedeelte van het jaar werkt hij als duty manager bij het Amsterdamse DeLaMar Theater, maar in de zomer produceert Erwin Aarts sinds een paar jaar theater met zijn Kernploeg. Aarts richt zich op kleinschalige producties van Amerikaanse musicals die in Nederland commercieel niet haalbaar zijn. ‘De beste stukken komen uit Amerika. Er is daar ontzettend veel repertoire waar we nog jaren uit kunnen putten.’
Avonden met veel wijn en grootse fantasieën gingen eraan vooraf, voordat Erwin Aarts en Benno Hoogveld de knoop doorhakten. Beiden begaan met het Nederlandse musicalklimaat – Aarts vanuit zijn ervaring met productie en casting, Hoogveld vanuit zijn achtergrond als artistiek adviseur van het voormalige M-Lab – besloten ze in 2016 om De Kernploeg op te richten en musicals te gaan produceren. ‘Benno en ik zijn alle twee enorme musicalliefhebbers’, vertelt Aarts. ‘M-Lab ging eind 2015 dicht, maar Benno wilde doorzetten waar hij mee bezig was. Ik werkte destijds bij Theater Amsterdam als duty manager, maar wilde heel graag iets produceren. Er was een bepaalde drang bij ons allebei. Op een gegeven moment hebben we gezegd: laten we gewoon kijken of we de rechten kunnen krijgen van een stuk, en mensen om ons heen polsen of ze mee willen doen.’
De keuze viel op A New Brain, een Off-Broadwaymusical uit 1998 van William Finn en James Lapine. ‘Ik had de cd en vond de muziek prachtig. Bovendien had de voorstelling een redelijk overzichtelijke cast, wat het haalbaar maakte als eerste productie.’ Met een subsidie van het VSB Fonds en een investering van zijn eigen geld zette Aarts het project op. Acteurs en creatives zocht hij in eerste instantie in zijn vriendenkring. ‘Op de een of andere manier haakte iedereen aan. Freek Bartels, Tony Neef, Lone van Roosendaal – allemaal wilden ze iets nieuws spelen.’ Ook terwijl daar geen vergoeding tegenover stond. ‘De eerste keer deed iedereen het vrijwillig, anders was het niet mogelijk geweest.’
A New Brainwerd opgezet in de NDSM-Loods in Amsterdam eneiste grote inzet van alle betrokkenen. ‘We moesten alles zelf doen: de tribunes bouwen, het dak op om de ramen te blinderen, de horecabestellingen. De kostuums stonden naast rolcontainers met kratten bier, zo weinig ruimte hadden we. Toch vond iedereen dat juist leuk en spannend; dat soort samenwerking waarbij je iets from scratch maakt, komt niet zo vaak voor in musicalland. Zo haakten er steeds meer mensen aan.’ Voor Aarts en zijn ploeg was het belangrijkste dat iedereen er plezier in had. ‘Het was echt een experiment waarvan we dachten: we gaan dit doen en daarna zien we wel. Achteraf gezien ben ik er een beetje bleu in gegaan, maar gelukkig hebben we de wind mee gehad. Ik denk dat we een leuk fris plan hadden en een goeie cast, en dat maakte mensen nieuwsgierig.’
Ondertussen is De Kernploeg een aantal sponsoren en een tweede musicalproductie verder. Na de klassieker She Loves Me in 2018 produceert Aarts deze zomer Vrouwen op de rand van een zenuwinzinking, van David Yazbek en Jeffrey Lane naar de film van Pedro Almodóvar. De cast bestaat uit onder meer Willemijn Verkaik, Cystine Carreon en Edwin Jonker. De voorstelling wordt in elkaar gezet door wat inmiddels de vaste (letterlijke) kern is van het gezelschap, die naast Aarts en Hoogveld onder anderen bestaat uit vertaler Florus van Rooijen en muzikaal leider Rosite van der Woude.
Alles wordt opgezet in de korte periode van vijf weken – van repetities tot de daadwerkelijke uitvoeringen. Na de NDSM-Loods en Dansmakers, gebeurt dat nu in CC Amstel. Het publiek komt vanuit het hele land naar Amsterdam (zo’n zeventig tot tachtig procent komt van buiten die stad) en ook acteurs weten Aarts te vinden. ‘Ik denk dat het soort voorstellingen dat wij maken acteurs aantrekt. En naast dat we mooie voorstellingen maken, hebben we ontzettend leuke zomers. Dat zingt rond.’
Ander soort musical
Behalve door op locatie te spelen, onderscheidt De Kernploeg zich van andere musicalproducenten door zich specifiek te richten op musicals uit Amerika. ‘De beste werken komen uit Amerika’, vindt Aarts. ‘Er is daar ontzettend veel repertoire waarmee we nog jaren vooruit kunnen.’ Dat blijkt inderdaad uit de verscheidenheid aan titels waarvoor De Kernploeg tot dusver koos: ‘A New Brain was typisch Off-Broadwayrepertoire, heel New Yorks. Maar She Loves Me was juist een klassieker die we bewust kozen om te voorkomen dat we een Off-Broadwayprofiel zouden krijgen. En Vrouwen op de rand van een zenuwinzinkingis recent als groots opgezette productie in New York en Londen te zien geweest.’
Groots van opzet wordt de versie van de Kernploeg in ieder geval niet – Aarts’ producties hebben gemeen dat ze kleinschalig zijn. Dat heeft een reden: ‘Er is al heel veel groots. Ik hou veel van showtrappen en spektakel, maar het is fijn als er ook andere dingen worden gemaakt. Kleinschalige projecten bieden een andere ervaring: je zit dicht op de acteurs en je vóelt dat er theater gemaakt is, in plaats van dat er een kant-en-klaar product is geïmporteerd.’
De kleinschaligheid maakt het volgens Aarts wel moeilijk om subsidie te vinden. ‘Onze producties zijn te klein voor de fondsen die er zijn. Voor dergelijke projecten zijn er nauwelijks financieringsmogelijkheden. De eisen die aan subsidieaanvragen worden gesteld, maken dat de subsidies eigenlijk alleen te verkrijgen zijn voor grotere projecten die over een langere periode gespeeld worden. We zouden moeten groeien om in aanmerking te komen voor subsidie, en dat kunnen en willen we niet.’ Zo had Aarts met een van zijn producties de mogelijkheid om in een groter theater in Amsterdam te spelen, maar daar zag hij van af. ‘Je moet realistisch zijn en weten dat er op dit moment geen enorm publiek is voor kleinere, minder commerciële musicals. Ik wil liever tien keer vol zitten in een kleine zaal, dan voor een halflege zaal spelen. Hoewel, een weekje erbij zou natuurlijk heel leuk zijn.’
Toekomstbeelden
Voor Aarts draait alles om de inhoud van het werk dat hij produceert. ‘We werken vanuit het script en de muziek. Bijvoorbeeld door in te zetten op een live orkest.’ Elk nieuw project begint met het langdurig bestuderen van het materiaal met het volledige creatieve team. Vervolgens proberen ze daar een eigen draai aan te geven. ‘Dat is met musical moeilijker dan met toneel omdat je gebonden bent aan de tekst en de muziek, en vooral aan bepaalde competenties als zang en dans die je niet kunt verbloemen of weg kunt regisseren’, vindt Aarts.
Maar daarbuiten is er ruimte voor creativiteit: indien passend wordt er een nieuw concept bij de voorstelling gezocht. Zo kwam Aarts voor Vrouwen op de rand van een zenuwinzinking op het idee voor een theaterindeling van verschillende ‘eilandjes’. ‘Ik hoorde het nummer Islanduit de musical en realiseerde me: dit is de kern. De musical gaat over vrouwen die in een miljoenenstad wonen maar allemaal op hun eigen eilandje zitten en bezig zijn met hun eigen problemen. Dat hebben we in het concept verwerkt.’ Spannend is het wel om zoiets nieuws te proberen, vindt Aarts. ‘Soms denk ik: we moeten het gewoon spelen zoals het al gedaan is. Dan weet je immers zeker dat het werkt. Maar ja, als ik zo denk dan doen we over twintig jaar nog steeds hetzelfde als twintig jaar geleden.’
En vernieuwing van de musical is nodig, vindt Aarts. In januari publiceerde de Raad voor Cultuur haar sectoradvies voor het genre. Aarts was betrokken bij de expertmeetings die daaraan voorafgingen. Hij vindt het goed dat in wordt gezien dat er geld vrijgemaakt moet worden voor de musicalsector. ‘Bij een musical komt zo veel kijken, je loopt een groot risico. Dat heeft mij jaren tegengehouden. Ik dacht: daar waag ik me niet aan, want je kan er zo mee de mist in gaan. Op een gegeven moment dacht ik: fuck it, ik ga het gewoon doen, we zien wel. Maar ik had geen idee. Hoe het zat met de rechten heb ik bijvoorbeeld zelf uit moeten zoeken.’
De toekomst van de musical in Nederland ligt volgens Aarts bij de nieuwe generatie. ‘Maar de vraag is wel: wie faciliteert het? Er zijn genoeg mensen die graag willen en expertise hebben. Er moet naar gekeken worden hoe zij goed begeleid kunnen worden. Er is de afgelopen jaren veelvuldig gepraat over de toekomst van de musical in Nederland. Daar kwam vervolgens niet zoveel concreets uit. Er was een debatje en vervolgens hoorde je niks meer. Nu de Raad voor Cultuur inziet dat het genre ondersteund moet worden, moet en kan er écht iets gaan gebeuren. Nieuw werk, maar ook bestaand werk, uitgevoerd op een spannende manier. Gemaakt door een nieuwe, beginnende generatie met frisse ideeën, geïnspireerd vanuit een compleet andere hoek of door de huidige tweede Golden Age van de musical in Amerika. Niet lullen maar poetsen!’
De Kernploeg als keurmerk
Ondertussen werkt Aarts met zijn Kernploeg gestaag door. Hij pretendeert echter niet dat hij met zijn ‘andersoortige’ musicals het publiek kan opvoeden. ‘Het is niet onze taak om te zorgen dat er over tien jaar meer mensen naar een musical van Stephen Sondheim gaan kijken. Maar ik geloof wel dat we moeten blijven laten zien dat er ook een ander soort musicals is dan de grote commerciële producties. Het is ons doel om te zorgen dat er een breder publiek op onze producties af komt. Ik weet zeker dat het er is, maar het is moeilijk om ze met ons kleine marketingbudget te bereiken.’
‘Aan de andere kant is groei niet ons voornaamste doel. Het zou mooi zijn als er meer publiek komt, maar de mensen die een stigma rond musical ervaren gaan toch niet komen. Onze missie ligt vooral in het bieden van repertoire aan mensen die wél geïnteresseerd zijn, en zo te voldoen aan de behoefte van een groep die, al is ie misschien klein, er wel is.’
Aarts hoopt dat De Kernploeg in de toekomst een soort keurmerk wordt. ‘Ik zou het leuk vinden als het publiek er op een gegeven moment op durft te vertrouwen dat wij goede producties maken. En dat ze, als we bijvoorbeeld Carouselof On Your Toes brengen, zullen denken: “Daar heb ik nog nooit van gehoord, maar als De Kernploeg het doet, wordt het vast een leuke avond”. Zodat we op een gegeven moment titels kunnen doen die écht niet vanzelfsprekend zijn.’
Foto: Maikel Thijssen
Vrouwen op de rand van een zenuwinzinkingis van 4 t/m 14 juli 2019 te zien in CC Amstel. www.zenuwinzinking-musical.nl