Je eigen verhaal mogen vertellen en kunnen aanvullen en herzien, en weten dat je gehoord wordt: het is essentieel voor de ontwikkeling van jezelf. Hoe leer je dit leven te leiden, en je rol daarin te vinden? Kunsteducatie biedt hierbij essentiële mogelijkheden, maar soms is dat nog moeilijk uit te leggen. Educatiemaker Karlijn Benthem denkt hardop na over een vocabulaire.

Leren leven

Elke dag leren we ons te pletter. Op school, tijdens een studie, op het werk en daarbuiten. Je wordt verliefd, gekwetst, geïnspireerd, ongelijk behandeld. We verzamelen ervaringen, puzzelstukken van ons eigen verhaal. Dat verhaal kloppend houden, is van levensbelang. Wanneer er dingen gebeuren die niet in je verhaal passen, dan is het hard werken om deze ervaringen te integreren. Waar leer je dat? 

Je hersenen trainen om met verbeeldingskracht je verhaal te volgen, grenzen verkennen aan wat je kúnt vormgeven in je leven – dat is waarvoor je kunsteducatie kunt inzetten. Dat is altijd mijn uitgangspunt als educatiemaker: deelnemers laten nadenken als een kunstenaar. Dat betekent nieuwsgierig zijn, dingen aangaan, vragen stellen, ideeën ontwikkelen, spelen, intuïtie volgen, onderzoek doen en daarna vormgeven en verbeelden. Je leert je voorstellen dat dingen ook ánders kunnen, en dat zorgt ervoor dat je kunt anticiperen op onderdelen in jouw verhaal die anders gaan dan je had verwacht of gehoopt. Daar liggen mogelijkheden voor innovatie en verandering.  

Deze vaardigheden zijn niet alleen voor het individu waardvol, ook de maatschappij en politiek hebben er veel baat bij om te ‘denken als een kunstenaar’. De wereld heeft behoefte aan een nieuw narratief, aan andere verbeeldingen van onze toekomst. Aan het herzien van ideeën, in plaats van reproductie ervan. Bij educatieprojecten wordt veel geëxperimenteerd met artistieke processen waarin de deelnemer centraal staat. In veel gevallen zijn de (ongetrainde) spelers ook onderdeel van het maakproces. Hun verhalen dragen bij aan het artistieke product. Zij ontwikkelen daarmee het vermogen om creatief te denken en verbanden te leggen. 

Het is fijn om de ruimte te hebben in deze editie van Theaterkrant Magazine om ‘hardop na te denken’ en te zoeken naar vocabulaire over ons vak. Het vak waar ik ongelooflijk trots op ben, maar wat nog zo moeilijk uit te leggen is omdat er zoveel aannames en tradities leven rond het woord ‘educatie’. Educatie zit in het DNA van kunst, maar die twee worden wel losgekoppeld om de autonomie van de kunstenaar te beschermen – en dat heeft waarde. Tegelijkertijd vergeten we daardoor de kracht en de intrinsieke werking van kunst én het maken van kunst. 

Jong geleerd

Mijn vader restaureerde en verkocht auto’s. Dat heeft voor mij veel parallellen met theater en ‘educatiemaken’. In zijn werk staat ‘vervoer’ centraal en niet prestige of ego. Hij verkoopt niet zozeer auto’s, maar vrijheid en onafhankelijkheid. Eigenlijk is voor mij theatereducatie hetzelfde. Ik ‘verkoop’ het vervoer van gedachten, ideeën, en mogelijkheden. Het voertuig is alleen geen auto, maar kunst. Binnen educatieprojecten zijn de deelnemers de bestuurders. Ik zorg voor de motor en brandstof. Ik leerde tijdens mijn tienerjaren dat er een plek is waar je je vragen hardop mag stellen, waar je mag twijfelen en je je hardop mag afvragen wat ‘normaal’ is: in het theater. Specifiek voor mij was deze plek was Jeugdtheaterschool MEEUW, in Leeuwarden. Op school werd de waarom-vraag minder gewaardeerd. 

Hoopvol

Als educatiemaker ontwerp je de rol en de ontwikkeling van je deelnemers. Je maakt een werk waarin zij een essentiële plek innemen. Er zijn twee soorten deelnemers: spelers/leerlingen die mee-maken op de vloer; en deelnemers in de vorm van publiek, die veel later bij het proces betrokken worden. Je creëert een ervaring. 

Uitgangspunt hierbij is: wij zijn allemaal makers. Iedereen is in staat iets te creëren dat betekenis heeft in het oog van de toeschouwer. Dit kan worden gevoed, ontwikkeld en van grotere betekenis worden voor een ruimer publiek als het vakmanschap wordt ontwikkeld. Deze ontwikkeling vindt plaats binnen kunstacademies en praktijken, waarin de noodzaak van mensen om zich uit te drukken of een verhaal de wereld in te krijgen bijzonder groot is: professionele kunstenaars. Maar ook bij mensen die zich niet als kunstenaar ontwikkelen, blijft dit vermogen om te kunnen creëren van levensbelang bij het vormgeven van hun eigen leven. 

Het ervaren van een artistiek proces, en daarbinnen iets creëren dat er daarvoor nog niet was, is voor ieder mens van wezenlijk belang. Het leert je onder andere welke vaardigheden je bezit die je in het echte leven kunt inzetten. Je kunt je leven niet grenzeloos vormgeven. Maar met beide handen, je hart en je hoofd aangrijpen datgene dat wél kan, dáár ligt de sleutel voor empowerment en emancipatie. Deze vaardigheid en het zien van mogelijkheden om die vaardigheden te ontwikkelen staan centraal in mijn werk. 

Get your story straight

Er zijn veel voorbeelden van: jongeren die meededen aan een intensief educatieproject bij een culturele instelling en van wie we terugkrijgen dat het veel invloed heeft gehad op hun persoonlijke ontwikkeling. En dan niet het feit dat ze acteur zijn geworden, maar het feit dat ze gesterkt zijn in het vinden van hun eigen route en stem. 

Een van die jongeren is nu psycholoog en counselor. Haar praktijk heet The Culture Counselor. Zij sterkte mij afgelopen jaar in mijn overtuigingen met haar uitspraak: Get your story straight. Stel vragen over hoe het echt zit. Omdat je verhaal ‘recht’ krijgen essentieel is voor je mentale gezondheid. Zij maakt daarbij gebruik van narratieve therapie. Dat wil zeggen: kunst inzetten om te leren omgaan met onderdelen in je verhaal die je overkomen. Dit heeft veel raakvlakken met het maken van kunsteducatie. Mij werd geleerd: kunst mag geen therapie zijn, maar ik denk inmiddels dat we daar niet zo bang voor moeten zijn. 

Op dit moment maak ik de voorstelling Overhoop bij ITA, waar ik samen met afstuderende studenten van de opleiding mbo-artiest verbeelding zoek van hoop in een wereld die overhoopligt. Zij zitten er middenin, in die puinhoop, op allerlei niveaus. We proberen dat heel expliciet en invoelbaar te maken, een stem te geven aan dat wat we allemaal voelen op dit moment: waar halen we in vredesnaam hoop vandaan terwijl er zoveel redenen zijn om je wanhopig te voelen. Bij ons op de studio staat: ‘Hier maken wij dingen, en dat geeft hoop’. 

Het is aan ons educatiemakers om op zoveel mogelijk plekken, met zo veel mogelijk mensen kunst onderdeel te laten zijn van onze leefwereld. We maken het samen, we beleven het samen. Je eigen verhaal mogen vertellen en mogen aanvullen en herzien en dat er dan geluisterd wordt, is essentieel voor de ontwikkeling van jezelf. Kunsteducatie gaat over menswording.

Hardop mogen nadenken en vragen stellen

Voor jeugdtheatergezelschap Het Houten Huis maakte ik een aantal jaar geleden een instrument voor basisschoolklassen waarmee de leerkracht elke dag een opdracht kan doen die creativiteit traint. Als je ervan uitgaat dat creativiteit een spier is, kan je die trainen. Een van de meest gehoorde reacties op dit instrument van leerkrachten en leerlingen is: het is ontspannend en ontroerend dat we hardop mogen nadenken, vragen aan elkaar mogen stellen en mogen twijfelen. 

In mijn werk is dat wat ik doe: vragen stellen. Waar begint en eindigt verantwoordelijkheid? Wat is de norm? Hoe werkt hoop? De waarom-vraag komt ook vaak terug. Samen met deelnemers zoek je naar antwoorden, en verbeeld je deze in een artistiek product; van een voorstelling tot een podcast. 

Deep Democracy 

Bij het beantwoorden van dat soort grote vragen gebruik ik de theorie van Deep Democracy, over de wijsheid van de minderheid. De theorie gaat ervan uit dat mensen gepolariseerd zijn en dat conflict dingen helder maakt. Ik gebruik het als tool om een groep uit te nodigen om vrijmoedig te spreken. Deep Democracy is een krachtig filosofisch hulpmiddel in het vormgeven van gesprekken. Het wordt onderschat welke vaardigheden er nodig zijn om echt met elkaar te praten; al te vaak blijven we hangen in het uitwisselen van informatie. 

Talentontwikkeling en toekomst 

Voor dit soort kunsteducatie hebben we educatiemakers nodig. Makers die een ervaring vormgeven zodanig dat de deelnemer een eigen proces doormaakt. Een proces dat gelijkwaardig is en recht doet aan iedere deelnemer. Op veel plekken wordt inmiddels ruimte gemaakt voor deze manier van maken en ontwerpen. 

In zowel Groningen als Friesland zijn Educatiemaakplaatsen gestart. Plekken voor talentontwikkeling voor educatiemakers. Hier maken we ruimte voor onderzoek en training en daarmee willen we educatie makers in het Noorden een solide basis geven in het toekomstige werkveld. Daarnaast ontwikkelen we methodiek. Ook binnen talentontwikkelingstraject Station Noord komt er een pek voor een educatiemaker. 

Het thema van het Jonge Harten festival voor aankomend seizoen is ‘ontwapening’. Dat komt rechtstreeks uit een educatieproject waar jongeren ons deelgenoot maakten van hun angst voor geweld en hun terughoudendheid om zich kwetsbaar op te stellen. Talentontwikkeling zou nog meer ruimte moeten maken voor educatiemakers, zodat dit veld nog veel meer impact kan hebben dan het nu al heeft.

LOOK 

Dit seizoen maak ik LOOK, samen met De Noorderlingen, Jonge Harten festival, theater De Steeg en Noordstaat. We onderzoeken de vraag ‘Wat is de norm?’ en kijken naar ons vermogen om in en uit te zoomen. Op straat en op scholen zoeken we 25 jongeren die zichtbaar afwijken van de norm. Met hen maken we in september een grotezaalvoorstelling. Bij het indienen van de aanvraag kwam er een vraag van het fonds, of we ‘in deze tijd’ wel zo expliciet op uiterlijke kenmerken mogen scouten, want iedereen is toch gelijk? Zo’n tegenvraag, daar wordt het spannend. Want nee, niet iedereen is gelijk, we zijn verschillend. Als we dat erkennen, er aandacht aan besteden en dan met elkaar een manier vinden om samen te leven, denk ik dat we een heel eind komen. 

Ons eigen verhaal kloppend krijgen is moeilijker dan we soms denken. Hoe verleidelijk het ook is om te doen alsof het er niet is, om het er niet over te hebben, het zal blijven terugkomen. Als kunstenaar ga je dat juist aan: het ongemak, het conflict, het drama. Ik denk dat iedereen dát moet leren durven. Wat een verassende antwoorden en oplossingen kan dat opleveren! Wat als je dan al van jongs af aan leert vrijmoedig te spreken? Hoe zou de wereld er dan uit zien? 

Illustratie: Gemma Pauwels

Karlijn Benthem is medeoprichter en eigenaar van Gebied-B en sinds 2021 directeur van Jonge Harten festival.

Met veel dank aan Muriël Besemer, Anouk Rutten, Rosa Fontein, Anne Graswinckel, Christien Oudshoorn, Rachel Hameleers, en Gregory Caers.

Dossiers

Theaterkrant Magazine mei 2022