Er bestaan van die jeugdboeken die nooit gaan vervelen, hoe vaak je ze ook voorleest. Die altijd fris, grappig of verrassend blijven. Het zijn er niet veel, maar ze bestaan. Nu mijn derde kind van tweeënhalf ook fan is, durf ik te stellen dat Heb je mijn zusje gezien?, getekend en geschreven door Joke van Leeuwen, zo’n boek is. (meer…)
Peter De Graef heeft weer een toneelstuk geschreven, en wat voor een! Het is een van zijn beste geworden.
Zusje! is een typische Peter-De-Graef-tekst over – zoals ze in Vlaanderen zeggen – mensen met een hoek af. Mensen die afwijken van het zogenaamd normale. Zijn personages zijn op zoek zijn naar zichzelf en stellen zich constant vragen. Hun verhaal wordt geraffineerd gestructureerd verteld, met veel flashbacks en mijmeringen, slimme weetjes en tragische humor. De puzzelstukjes passen langzaam met horten en stoten in elkaar.
Dit keer is zijn toneelstuk een thriller. Vanop het puntje van zijn stoel kan de toeschouwer meespeuren naar wat er gebeurd is, wat waar en onwaar is, wat waar kan zijn. Het personage waar het allemaal omdraait is de vijftigjarige Hildegard (Mieke Laureys), die zich ‘zo depressief als een bevroren blad sla’ voelt. De bedrijfsleiding heeft klachten over haar gedrag gekregen, ze moet in therapie. Wat is er aan de hand? Welke trauma’s domineren haar? Iets uit haar kindertijd? Is ze een slachtoffer? Van wie? Wat is er gebeurd? Is het allemaal wel waar? Wie is zusje uit de titel?
De gesprekken met haar therapeut (Peter De Graef) vormen de rode draad, die onderbroken wordt door vertelde en meestal gespeelde flashbacks. Korte scènes wisselen elkaar af, en laten even een licht schijnen op een voorval, een feit, een nachtmerrie, een karaktertrekje of een emotie.
Zoals het een goede thriller betaamt, kent het stuk een grote spanningsboog. Steeds kom je iets meer te weten, denk je het mysterieuze verhaal te kunnen ontrafelen en blijk je weer op het verkeerde been gezet. Of toch niet? Al zijn er gelukkig ook momenten waarop de toeschouwer even kan ontspannen, opgelucht lachen of even van zithouding veranderen, om dan weer lekker gespannen te luisteren en te kijken.
De Graef glijdt van de rol van therapeut in die van tante, moeder, stiefmoeder, vader, stiefvader, een andere therapeut, onderzoeksrechter. Hij speelt in zijn herkenbare stijl. Zijn nasale, broos trillende stem is de basso continuo waarop hij varieert naar gelang het personage, van zwaar naar licht, van mompelend naar schreeuwerig, van leep naar heftig. Met een zakdoekje, met een vestje of met een manke poot weet hij zijn personages direct te typeren. Dat gaat allemaal prachtig naturel.
Laureys zet het personage Hildegard charismatisch op het toneel. Hildegard blijkt een kwantumnatuurkundige, die probeert om haar gedrag te vergelijken met theorieën over elementaire deeltjes en superposities. Laureys speelt haar zowel zelfzeker, twijfelend als oppeppend. Ze blijft mysterieus, want vertelt die Hildegard wel de waarheid? Is het wel echt wat en wie ze speelt in de flashbacks?
Laureys laat haar personage heel organisch overgaan van ‘een zotte doos’ in een twijfelende en onzekere persoon, van een heldere wetenschapster naar een zichzelf uitlachend monstertje. Ze switcht geloofwaardig van de ene emotie naar de andere, en blijft als personage mythisch, raadselachtig. Ze sleept vaak een houten kist achter zich aan, waar ze ook op gaat liggen. Haar doodskist?
De live-muziek van Stan Nieuwenhuis begeleidt de scènes. Met zijn kornet weet hij de gespannen sfeer te verklanken, met zijn zachte percussie maakt hij het nog allemaal wat mysterieuzer. Zoals ook de belichting het geheel donkerder en spannender maakt. Met andere woorden: theatermaakster Janne De Smet heeft fantastisch geregisseerd! Zusje! is een terechte laureaat van het Theaterfestival Vlaanderen. Nu maar hopen dat ook Nederlandse toeschouwers ervan kunnen gaan genieten.
Foto: Kurt van der Elst