Prinsessensprookjes: veel meisjes zijn ermee groot geworden. Met de bruiloft als automatisch ‘eind goed, al goed’, verdiend door naast de deugdzaamste ook de allermooiste te zijn, zijn ze voor vrouwen een bron van zowel inspiratie als onzekerheid. (meer…)
Dansen wordt aangemoedigd bij The Fairy Queen van Opera Compact. In Heerlens poppodium De Nieuwe Nor bekijken de meeste toeschouwers het gestuntel van Hermia, Helena, Demetrius en Lysander vanaf staanplaatsen, op gelijke hoogte met de barokband. Burlesque outfits, kleurrijke projecties, dragqueens en elektronische muzikale toevoegingen maken één ding direct duidelijk: deze barokopera heeft een hedendaags jasje gekregen.
In Purcells semi-opera wisselen aria’s, muzikale balletintermezzo’s en gesproken teksten uit Shakespeares komedie Midzomernachtsdroom elkaar af. We zien de komst van Nick Bottoms toneelgezelschap, die de rolverdeling doorspreekt voor de uitvoering van Pyramus en Thisbe. De beschonken Bottom valt in slaap en droomt van feeënkoning en -koningin Oberon en Titania, die liefdesperikelen veroorzaken tussen twee koppels, verdwaald in het woud.
Het Limburgse Opera Compact heeft al zo’n acht eigenwijze opera’s geproduceerd en voor deze negende remixte componist Mark Pütz de muziek van Purcell tot een modern, aansprekend en desondanks goed herkenbaar nieuw geheel. De bekende aria ‘O let me weep’ (prachtig gezongen door Judith Weusten) liet hij bijvoorbeeld grotendeels intact, maar door indringende beats toe te voegen op het herhaalde zinnetje ‘he’s gone’ voegt hij een gevaarlijke, voortstuwende energie toe aan de voor moderne maatstaven wat stijve barokmuziek.
Aan alle kanten werkte regisseur Sybrand van der Werf het clubgevoel in The Fairy Queen. Bij binnenkomst staan twee jongedames (Weusten en Vera Fiselier) met dienbladen klaar, de bar blijft de hele voorstelling lang open, twee dragqueens uit de regio maken zich klaar op kleine podia in het publiek. Dan valt het toch tegen met de dansbaarheid van de bewerkte semiopera; pas in het laatste kwartier gaat het los met de ritmische remix van ‘Now the night is chas’d away’. Tegen die tijd zijn je voeten en benen toch al redelijk verzuurd.
Buiten het fysieke ongemak is er lekker veel afwisseling; het is makkelijk lachen om het uitbundige acteerwerk van de huilerige Helena, de protserige Oberon/Bottom (Wiebe Pier Cnossen) en diens eigenwijze partner Titania (Fenna Ograjensek). Tijdens muzikale intermezzo’s bewonder je de dromerige projecties van Wieger Steenhuis die het sobere podiumbeeld verrijken of vliegt een miniatuur Titania aan een hengel over de hoofden van het publiek. Zang en muziek zijn op niveau – je komt niets tekort bij deze ambitieuze bewerking.
De opera is exclusief in Heerlen te zien tijdens het Cultura Nova festival, dat samenvalt met de Parkstad Pride, en is zeker een bezoekje waard. Met een komisch toetje op je netvlies – de vliegensvlugge Nederlands gezongen uitvoering van Pyramus en Thisbe – verlaat je opgetogen de concertzaal.
Foto: Sanne Linssen