‘Natchav’, zo wordt ons even van tevoren verteld, is Romanes voor ‘ga weg, ren weg’. Natchav laat zien dat je voor het behoud van je recht op vrijheid, soms moet wegrennen, ontsnappen. ‘Het is een manifest van de vrijheid.’

Deze voorstelling is ook een pareltje van schimmenspel. Het is anders dan het traditionele schaduwspel. De belichting komt niet van achteren, maar van voor. En we zien de manipulators in het echt aan het werk met grijze en platte maquettes en poppetjes. De combinatie van de speelwereld en de projectie laat de voorstelling ook vormelijk uitgroeien tot een manifest van de vrijheid die het theater der dingen te bieden heeft.

Donkerte. We zien een heel groot projectiescherm tegen de achterwand. Twee muzikanten plaatsen zich links bij een percussieset, beginnen met trompetklanken, de toon is gezet, de klarinet vult aan, en in de voorstelling begeleiden de muzikanten sfeervol de beelden die volgen van vreugde, ontgoocheling, angst, spanning, ontlading. Vier donkergrijs geklede spelers rollen bakken het podium op. Op en in deze bakken zijn er maquettes, van een stad, van een halve circustent met lampjes, van een gevangenisgang, van een cel.

De spelers bewegen figuurtjes, schuiven met een lichtbron en een camera, ze tonen ons op het grote doek de tocht van vrachtwagens langs bomen naar een stad. Ze laten noeste artiesten de circustent opbouwen, met ratelende katrollen in close-ups. We krijgen acrobatische acts in de nok van de tent te zien, wat later het leven in een gevangeniscel. Steeds met andere techniekjes en trucjes worden de scènes vernuftig en vlot verbeeld en geprojecteerd.

Een oog door het kijkgat in een celdeur verschijnt groot op het scherm, schuift weg, van cel tot cel. Een aapje klimt in een mast en bungelt direct daarna aan een koord, gevolgd door menselijke schaduwen. De gevangenishal is een grote maquette die nog grootser, angstaanjagende wordt in de projectie met close-ups, met in- en uitgezoom, met beelden die ontstaan alsof er een dolly langs de tralies rijdt, enzovoort.

Het procédé van spelen op tafels en in vitrines en van dan die beelden al dan niet uitvergroot projecteren, kennen we van producties van onder meer Hotel Modern, FroeFroe en Tamtamobjektentheater. We zien dat er met poppetjes, met autootjes, met vingers op een tafel een miniatuurwereld gecreëerd wordt. Dat alles wordt gefilmd, en in geprojecteerde beelden krijgen de objecten vaak een andere invulling: peterselietakjes zijn dan bijvoorbeeld bomen of struiken.

Compagnie Les ombres portées gaat anders te werk. Met platte ‘schimmenspelpoppetjes’ en platte ‘decorstukken’ zoals een trapeze, een acrobatenpiramide, vormen zij beelden. Andere keren zijn het driedimensionale maquettes van ruimtes, zoals de gevangenis, de circustent, die we in het echt kunnen zien, en die dan als tweedimensionaal decor geprojecteerd worden. Het is die aparte manier van ‘schaduwspel’ die de productie interessant maakt. Wij zien geen directe schaduwen op het doek, maar projecties van schaduwen.

Opvallend is ook de aandacht voor de verbeelding van details, van een lichte vingerbeweging, van een verdwaasde blik in de ogen van een figuur, van een speler. De grote afwisseling in decorstukken vergroot het esthetisch kijkgenot, zo ook de live geacteerde momenten op het toneel waarbij de muzikanten en de manipulators personages uitbeelden. De sfeervolle klanken en melodieën, de interacties tussen de muzikanten en de spelers, de klankeffecten, de hoorspelgeluiden: dat alles zorgt er ook voor dat je als toeschouwer meegezogen wordt in een magische wereld. Het is als schimmenspel, maar ook als een film noir, als een zwart-grijs getinte ‘stille film’. De bruitage, de muziek, de beeldscènes worden live gespeeld.

Door die rake vormgeving wordt het verhaal over de circusartiest die vecht voor zijn vrijheid nog intenser. Vrijheid is een belangrijk goed voor de Roma, zo lees ik de ochtend na de voorstelling in een interview met Margot Vanderstraeten over haar boek Wij, Roma in de Belgische krant De Standaard. ‘Er zijn veel Roma, zowel mannen als vrouwen, die binnen het reguliere arbeidscircuit tewerkgesteld zijn. Maar achter een bureau zitten zie ik nog niet veel Roma doen. Een Rom laat zich niet opsluiten. Kijk naar hun vlag: groen en blauw, gras en lucht. En het wiel ertussen. Ze blijven verbonden met waar ze vandaan komen.’

Het vrije leven van dans, muziek, levenslust, wordt in Natchav wervelend in beeld gebracht. Circussen hadden in Frankrijk het recht hun tent op te slaan waar ze wilden. Circus Natchav wil dat ook, wordt weggestuurd door een agent (die met tubaklanken door zijn walkietalkie spreekt), het circus vertrekt naar een wijk buiten de stad. Ze houden een stoet in de stad, maar worden door een politiebataljon weggejaagd (dat zorgt voor indringende beelden.). Een acrobaat belandt op brute wijze in de gevangenis, weet op een magische manier te ontsnappen. Op naar de vrijheid. Het circus kan verder trekken.

Foto’s: Luc Lodder