Van een prachtige duinpan komen ze naar beneden gestrompeld: de man in het nette hemd (Nick Deroo) en zijn schijnbaar levenloze kompaan (Tom de Ronde). Met It really hurts when your head hits the concrete brengt het tweemanscollectief DeRonde/Deroo een intrigerende mimevoorstelling over fysieke en amoureuze machtsverhoudingen.

Het ‘protje’ dat Deroo onverhoeds lijkt te lossen, is de knipoog naar wat een van de voornaamste inspiratiebronnen lijkt van deze fysieke performance: de film Swiss Army Man van Daniel Radcliffe (2016), een wat bizarre film waarin een schipbreukeling een verbintenis aangaat met een aangespoeld lijkt dat enkel scheten laat.

De vraag is of onze man in het nette hemd, ploeterend door het zand met zijn last, wel degelijk te maken heeft met een lijk – een ontzield object – of met een ander soort teruggekeerde ‘incarnatie’. Nu eens blijven de ledematen stijf rechtop staan, dan weer vallen ze slap neer. Is het een corps, een pop, een gebruiksvoorwerp? Wat vaststaat is dat de een de ander schaamteloos ‘gebruikt’ in de meest letterlijke zin: als stoel, als paard, als juxe-box. Hij is een swiss army knife – met een practicabele toepassing  in elke situatie.

De onbepaaldheid van het ‘ding’ intrigeert. En evolueert, zeker wanneer het langzaam in verzet komt, een eigen wil lijkt te ontwikkelen die zich aan de wil van zijn ‘meester’ onttrekt. (Op een gegeven moment controleert de man in het hemd het gebit van zijn ‘paard’ – of is het dat van een tot slaaf gemaakte? Griezelig hoe één gebaar een reservoir aan gedachten en associaties opentrekt.)

Het cruciale moment is het ogenblik waarop het ‘ding’ plots oogcontact maakt, en op slag zijn ‘dingigheid’, zijn objectiviteit verliest – plots hebben we te maken met een subject. Filosoof en semioticus Roland Barthes stelde dat slechts in de blik de menselijke ziel werkelijk wordt geboren. Deze ‘geboorte’ (of: hergeboorte) brengt een verschuiving in machtsverhoudingen met zich mee: plots staan twee mensen tegenover elkaar, die elkaar in een wederzijds spel van onderdrukking ‘gebruiken’.

Was dat ook wat er in het verleden tussen hen gebeurde? Steeds meer begint het erop te lijken dat het de tot leven komende ding de incarnatie is van een relatie die dood behoort te zijn, morsdood. Van de vroegere liefde en zorgzaamheid zijn enkel nog sporen te traceren: een afgdwongen kus, het zorgzame gebaar waarmee de een het zand afborstelt van het gezicht van zijn vroegere kompaan. In een strakke mix van mime, clownerie en acrobatie tonen DeRonde/Deroo wat er gebeurt met een liefde die teloorgaat: ze blijft je bespoken, achtervolgen als een levend lijk, dat je minutenlang spartelend tegen de grond moet drukken, tot het eindelijk stil blijft. En dan nog. Steeds opnieuw keert de geliefde terug, blijft je aanstaren, de mond geopend, gapend van onmacht – verstomd in eeuwigdurend ongeloof.

Foto: Joshua Walter – Nocturmax.com