Beginners van Piet Arfeuille en cineaste Nathalie Teirlinck is een bewerking van een aantal kortverhalen van de Amerikaanse schrijver Raymond Carver (1938-1988). Het bewerken en herschrijven van romans, verhalen en filmscripts tot teksten voor theater behoort inmiddels tot het DNA van het (Vlaamse) theater. Ook tot dat van Piet Arfeuille. Zo bundelde hij in Vrai-Parler (2018) zes theaterstukken die hij de voorbije jaren voor zijn Theater Malpertuis op basis van romans en filmscenario’s schreef.

Arfeuille behoort tot die groep van Vlaamse theatermakers die schrijver én regisseur zijn. Zijn teksten schrijft hij in de eerste plaats voor zijn eigen theaterpraktijk, zoals ook Stijn Devillé, Arne Sierens, Jan Decorte en Jan Lauwers – om er maar enkele te noemen – dat doen.

Voor Beginners sneden Piet Arfeuille en Nathalie Teirlinck een zestal verhalen uit de gelijknamige verhalenbundel van Carver door elkaar. De bundel heeft een complexe tekstgeschiedenis. De verhalen verschenen eerst in 1981 onder de titel ‘What we talk about when we talk about love’, in een versie die geredigeerd was door Carvers uitgever Gordon Lish. Diens verregaande redactionele ingrepen halveerden het manuscript van Carver. Lish reduceerde plot, karakterontwikkeling en figuratieve taal tot een minimum en was op die manier mee verantwoordelijk voor Carvers beroemde harde en minimalistische stijl die de naam ‘dirty realism’ kreeg. Uit zijn nagelaten correspondentie weten we inmiddels dat Carver zelf niet erg gelukkig was met de ingrepen van zijn uitgever. Onder de titel Beginners gaf Carvers weduwe in 2009 de originele versie van de verhalen uit. Het is op deze versie dat Arfeuille en Teirlinck hun bewerking baseren.

Het is niet de eerste keer dat Arfeuille en Teirlinck samenwerken. Ze deden dat zeven jaar geleden bij de theaterproductie Yesterday (or how we felt about the rumour), die gewaardeerd werd omwille van zijn filmische kwaliteiten. Ook de hoger gebruikte omschrijving ‘door elkaar snijden’ voor de structuur van Beginners verwijst naar de film. Beginners van Arfeuille en Teirlinck is een montage van tientallen korte tot heel korte scènes, ondergebracht in vijf ‘bedrijven’ (al worden ze in de theatertekst niet zo benoemd): Proloog (drie voicemailberichten en twee korte telefoongesprekken), De eerste dag, De eerste nacht, De tweede dag, De tweede nacht. De titels maken duidelijk dat het om een kort en intens tijdsverloop gaat. Er is geen neventekst behalve enkele beschrijvingen van handelingen. Alle informatie over de personages – wie en wat ze zijn, welke onderlinge relaties ze hebben – moet de lezer uit de korte dialogen halen. Ook de concrete situaties waarin de personages zich bevinden, moet de lezer destilleren uit de dialogen.

Carver wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste vernieuwers van het kortverhaal na de Tweede Wereldoorlog. Zijn verhalen kenmerken zich door een minimalistische, ascetische en elliptische stijl. Een stijl die in zijn beste verhalen tegelijk een verhoogd (‘dirty’) realisme en een open gehouden betekenis produceert. Inhoudelijk zijn het verhalen zonder uiteindelijke verklaring of verlossing. De personages raken nooit aan de andere kant van hun twijfel en onzekerheid. Ze blijven hangen in hun crisis en zinken er uiteindelijk in weg. Als de personages bij Carver door iets gekenmerkt worden, dan door de onmacht om hun lot in eigen handen te nemen. Ontwrichte relaties, eenzaamheid en dood zijn de belangrijkste thema’s van zijn vaak rauwe verhalen.

Hoe zet je een minimale vertelling met uitgepuurde beschrijvingen en korte dialogen om in theater? Arfeuille en Teirlinck hebben de verhaallijnen in korte fragmenten opgedeeld en dan door elkaar gemonteerd. Zo is er het verhaal van Steven die tijdens een visavontuur met een paar vrienden het lijk van een meisje heeft ontdekt en dat pas laat aan de politie heeft gemeld. Hij wordt belaagd door vragen van zijn zoontje Dean en ook zijn vrouw Claire heeft veel twijfels bij zijn versie van de feiten. Olivia, die aan slapeloosheid lijdt en geobsedeerd is door de vraag of blinden in kleuren dromen, heeft een relatie met Tommie, die op zijn beurt een call boy is en door Vera, na haar scheiding van Don, voor een bondage-sessie wordt ingehuurd. Later zal Vera geïnterneerd worden. Tijdens een drugstrip met Nick lijkt Tommie een gruwelijke moord op een meisje op te biechten. Nick probeert een stofzuiger te verkopen aan Martha die alleen op een studio woont en later bij een banaal ongeval om het leven komt. Martha is de moeder van Tommie, die na haar dood met een schuldgevoel achterblijft omdat hij voor haar geen wekkerradio heeft gekocht zoals ze wilde. Toeval en banaliteiten bepalen het lot van de personages, die passief en onbeholpen in hun leven staan.

De verschillende scènes in de tekst worden aangeduid met de namen van de personages die erin optreden en met een korte titel die meestal verwijst naar het gespreksonderwerp van de betreffende scène: De vis, Verslaving, Slaapwandelen, Maddox, Informeren naar blinde, Onderonsje 1, Canadese ganzen,… Naarmate het stuk vordert, worden de onderlinge relaties duidelijk: wie wie kent en wie met wie iets heeft (waarbij bepaalde personages zich over de grenzen van de oorspronkelijke verhalen heen bewegen). Het geheel roept het beeld op van een kleine gemeenschap waarvan de leden precies door hun onderlinge contacten nog eenzamer en wanhopiger worden. In de voorstelling wordt dat vertaald in de scenografie die een gebouw suggereert met verschillende appartementen waarvan we de interieurs slechts voor een gedeelte zien.

Het is een terechte vraag of de vergelijking van de theatertekst van Arfeuille/Teirlinck met de originele verhalen van Carver meer dan een academisch inzicht oplevert. De theatertekst (en de daarop gebaseerde) voorstelling staan op zich en moeten ook op zich staan om te kunnen communiceren met een publiek dat niet noodzakelijk de verhalen van Carver kent. Carvers verhaal ‘So Much Water So Close to Home’ vormt de ruggengraat van de theatertekst. Het is het verhaal van een groep mannen die samen gaan vissen, het lijk van een vermoord meisje in de rivier ontdekken en dat pas aan de politie melden wanneer hun visuitstapje afgelopen is. Ondanks het feit dat een dader wordt aangehouden, blijft een van de echtgenotes van de mannen twijfelen aan de versie van haar man.

Het verhaal van de blinde komt wellicht uit het kortverhaal ‘Cathedral’ dat niet in Beginners is opgenomen, maar in de bundel Cathedral. Soms blijft er van een verhaal slechts één scène over zoals de moordscène aan het einde van ‘Tell the women we are going’ waarin Jerry een meisje verkracht en met een steen doodslaat omdat hij schrik heeft dat zij alles zal vertellen. Soms verwijst slechts één zin naar een verhaal van Carver: Martha’s opmerking dat zij wil poseren voor elk huis waar ze gewoond heeft, komt uit ‘Viewfinder’, een verhaal over een man zonder handen die foto’s van huizen maakt. Wie de kortverhalen van Carver gelezen heeft, herkent nog meer overeenkomsten. Maar zoals gezegd, levert een dergelijke vergelijking geen verdiepend inzicht op. De meeste personages hebben bij Arfeuille en Teirlinck andere namen, kregen andere dialogen en maken andere dingen mee. Hun eenzaamheid en hun existentiële verwarring zijn echter hetzelfde. Een aantal aanpassingen wordt gerechtvaardigd door het nieuwe kader dat Arfeuille en Teirlinck rond de verhalen trekken: het gegeven dat de personages in hetzelfde gebouw wonen en dus elkaars buren zijn. Dat zorgt zeker voor een extra spanning. Zoals dat bij de verhalen het geval is, is er ook in de theatertekst geen sprake van enige catharsis, verlossing of hoop voor de toekomst. Voor Piet Arfeuille en Nathalie Teirlinck zijn de verhalen van Carver spiegels van een existentiële nood.

Omwille van zijn montageprincipe en zijn vele korte scènes vraagt de tekst om een enscenering. De tekst is ongetwijfeld geschreven met de uiteindelijke enscenering en scenografie in het achterhoofd. De dialogen zijn vaak concreet, maar precies dan gaan ze steeds over iets anders. Het niet uitgesprokene en de subtekst, die bij Carver gesuggereerd worden in zijn beschrijvingen van details van handelingen en bewegingen, kunnen pas in de lichamen van de acteurs expressie krijgen. Daar staat of valt de voorstelling mee.

Lees hier onze recensie van de opvoering van Beginners door Theater Malpertuis