Er valt veel voor te zeggen dat het theater uit het begrafenisritueel is ontstaan. Dat het theater met andere woorden de plek is van de dialoog met de goden, de voorouders en de doden. Het theater draagt daar nog duidelijk de sporen van. (meer…)
Alles van Waarde, de tekst die regisseur Joeri Vos voor zijn eigen gezelschap De Veenfabriek schreef, is een wonder van bedrieglijke eenvoud.
Vos schreef een vlotte, in het realisme verankerde tekst over de relatie tussen een moeder en een zoon. Mary is een linkse activiste, wier journalistieke loopbaan op een zijspoor is geraakt. Haar zoon Huy, met deels Vietnamese roots, is een muzikaal wonderkind dat het conservatorium niet afmaakte en beroepsmilitair werd. Kort voor hij op vredesmissie naar Venezuela gaat, bezoeken ze samen de aan een rolstoel-met-spraakcomputer gekluisterde grootvader Luuk. En natuurlijk komt het gesprek tussen moeder en zoon al gauw op de merites van hun zeer uiteenlopende politieke overtuigingen. Voeg hier nog een vlogs-producerende componist van 80 aan toe, muzikale intermezzo’s, opa Luuks op hol geslagen spraakcomputer en klaar is Kees.
Serieuze inhoud, heldere vorm, comic relief. Zou je denken. Want ondanks een aantal duidelijk herkenbare thema’s is een even herkenbare uitspraak eigenlijk niet te ontdekken. Vos lijkt het noch openlijk noch verholen met dit of dat personage eens, of het nu om hun visie op de ‘waarde-loosheid’ van idealen in een postmoderne wereld gaat, over de (vermeende) breuk tussen de componist van hedendaagse muziek en de luisteraar, of om het verband tussen vredesmissies, oorlog en kapitalisme. De argumenten voor en tegen, linksom en rechtsom van zowel moeder Mary als van zoon Huy, als van componist Mies zijn alle invoelbaar en verdedigbaar.
Nu is het natuurlijk ook geen verplichting dat een tekst in alle opzichten ‘te begrijpen’ moet zijn. Werd niet ook over het ongrijpbare in het werk van Harold Pinter gezegd: … there is a positive pleasure in not understanding everything…? Maar een jeukerig plezier is het wel en dus wil de analyticus in mij toch op zoek naar een antwoord op de vraag: waar gaat dit nu over? Want al die moeite om een stuk te schrijven als je er niets specifieks mee communiceren wil, dat zal toch niet waar zijn.
Tenzij het juist zou gaan over de onmogelijkheid van zinvolle of succesvolle communicatie. En vooral voor die conclusie valt veel te zeggen omdat de idee van een haperende of niet functionerende communicatie door Vos op verschillende manieren wordt ingezet. Zo lopen de gesprekken tussen moeder en zoon steeds vast in al jaren geleden aangelegde, goed onderhouden ideologische loopgraven. Moeder en zoon horen elkaar wel spreken, maar luisteren al lang niet meer naar wat er gezegd wordt:
HUY
Dit is echt de reden waarom ik zo weinig thuiskom. Die eindeloze oud-linkse bagger.MARY
Ik weet wel dat je niet graag thuiskomt –HUY
Die eindeloze woordenstroom. Serieus, wat zeg je? Waarvoor? Tegen wie? –
Of in het feit dat buurman Mies vlogs maakt die door zowat niemand bekeken worden, in een discussie over piep-knor muziek, of natuurlijk in de extreem moeizame communicatie met grootvader Luuk via zijn haperende spraakcomputer; een gegeven waar Vos de komische potentie volledig van benut voordat hij er een onverwacht tragische twist aan geeft. Een twist die natuurlijk alles met niet geslaagde communicatie van doen heeft.
Daarnaast plaatst Vos het begrip communicatie niet alleen in de relaties tussen de personages centraal maar ook in de relatie tussen tekst en lezer (voorstelling-toeschouwer). Zo spreken moeder en zoon af en toe Vietnamees met elkaar en wordt er door Mary een in Vietnam alom bekende smartlap gezongen waarbij we er gevoeglijk vanuit kunnen gaan dat weinigen in Nederland die taal zullen spreken dan wel dat nummer zullen kennen.
Allemaal aspecten waardoor Alles van Waarde ook een tekst over de noodzaak van luisteren en léren luisteren wordt. En, tot slot, natuurlijk door het feit dat je als lezer elke ontwikkeling van de handeling uitstekend kan volgen maar dan wel enigszins verwonderd over de betekenis van dit al de laatste pagina omslaat.
Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat Joeri Vos wel degelijk in de mogelijkheid van zinvolle communicatie gelooft, al was het maar omdat hij er ieder geval in is geslaagd om even lichtvoetig als diepgravend over de basisvoorwaarde daarvoor te communiceren: goed luisteren. Met enig nadenken kom je dus best een heel eind. Maar toch, die jeuk, die blijft. Misschien, allereerst door de grote veelheid aan motieven die Vos inzet om zijn thema te behandelen, en de daaruit voortvloeiende ervaring van ongrijpbaarheid die het nadenken over deze tekst met zich meebrengt. Misschien omdat ik te zeer opgevoed ben in de wereld van de doorgetimmerde plot om deze vorm van drama te be-grijpen.
Ik word geconfronteerd met dramatische structuren die ik ondanks hun ankers in het realisme, in de mimese en het psychologisch voorstelbare toch niet kan ontcijferen. Structuren die mij met de schijn van een klassieke dramaturgie voor het lapje houden maar er uiteindelijk voor zorgen dat ik geen lezerscontrole, geen macht over het werk uitoefenen kan. Ik kan er van alles aan ontlenen maar de tekst ergens op vastpinnen kan ik niet omdat zij zowel A als B beweert, zowel voor als tegen is.
Met als gevolg dat er paradoxaal genoeg een tweede mogelijke betekenis ontstaat: namelijk dat we ons serieus moeten afvragen of tekst en fictie überhaupt tot het creëren van eenduidige betekenissen in staat zijn. Maar ja, daar is dan toch ook wel over gecommuniceerd en dan betekent het stuk toch zeker iets. U begrijpt het: jeuk. Ik vind het knap.
Lees hier onze recensie van de opvoering van Alles van Waarde door De Veenfabriek.