Wat is de positie van een (lelijke) vrouw? Op deze vraag reflecteert de Finse Saara Turunen in haar stuk Medusan huone (vert. Medusa’s kamer). Het resultaat is een sterk feministisch pamflet, licht gebaseerd op de Griekse mythe waarin Medusa wordt verkracht en als straf wordt veranderd in een vrouw met slangenharen.
Turunen begint haar tekst met een beschrijving van wat ze voor zich ziet op het toneel. De regieaanwijzingen zijn minutieus en zeer gedetailleerd: in een kamer belicht een klein lampje een lelijke, sjofele vrouw gezonken in een fauteuil. Onder een pianostuk van de Deense Agnes Obel, staart de vrouw, met een groen slangenhaar in haar handen, glazig voor zich uit. Een koude wind tocht door de kamer. Een deur piept open en ‘Girl’ verschijnt. Ze zegt:
GIRL
When I was a child, I knew a lonely woman. I never imagined that something like that could happen to me.
Vervolgens schrijft Turunen dat er rozenblaadjes naar beneden vallen. Girl pakt de blaadjes op en bestudeert ze. Dan voelt ze in haar ondergoed en haalt er precies dezelfde rozenblaadjes uit. Ze laat ze op de grond vallen. Na een poosje staren, komt ‘Scruffy Man’ de kamer ingeslopen met een radio in z’n handen. Girl schrikt en verstopt zich in een oesterschelp. Scruffy Man kijkt recht het publiek in en biecht op dat hij de vrouwelijke omroepstemmen op stations niet aan kan horen. Hij vindt het maar lelijk.
De fantasierijke arena die Medusan Huone oproept is in eerste instantie moeilijk te doorgronden. De Engelse vertaling van Nely Keinänen laat zien hoe Turunen telkens wisselt van spreker, teksttype, stijl en perspectief. De uitzonderlijk omvangrijke en gedetailleerde regie-aanwijzingen maken het daarbij nóg complexer. De sterk visuele, droomachtige beschrijvingen maken de tekst hier en daar tot een doolhof van associaties en commentaren.
Toch worstelt de tekst zich, bladzijde per bladzijde, steeds meer tot een concreet schotschrift over hoe de man de vrouw telkens diskwalificeert. In de maatschappij, in de kunsten, de man bepaalt het universele narratief. Je moet er zodoende even doorheen, maar hoe langer je leest, hoe sterker deze Finse toneeltekst gendergerelateerde macht- en zwijgpraktijken weergeeft.
Zo beschrijft Turunen in een langdradige regieaanwijzing hoe een vrouwelijk personage op verschrikkelijke manier wordt aangerand door een groepje mannen. Als ze klaar zijn, komt een Schooldirecteur binnen, als een soort personificatie van de wegkijkende macht. Hij kijkt hoe de vrouw de kamer uitstrompelt en mijmert:
PRINCIPAL
In this kind of situation, a situation where… Well you all saw what was going on there, honestly I have just one question, and that question is, doesn’t the woman have legs? Why didn’t she just run away? Quite simply leave? That’s what I don’t understand.
De passage laat op een pijnlijk inventieve wijze zien hoe naar en onveilig het kan voelen en zijn om als vrouw te bewegen in een door mannen gedomineerde en geschapen maatschappij. Anders dan een krantenbericht of een vernietigend rapport, zie ik als buitenstaander door de klare taal heel helder waar het (psychologisch) leed ligt en mogelijk vandaan komt.
Een aantal scènes later krijgt dit nog een ander gestalte. Een verlegen vrouw zit in een restaurant. Een ober stapt op de vrouw af en vraagt wat hij voor haar kan doen. De vrouw durft de man niet recht in zijn ogen aan te kijken, maar bestelt toch een koffie. Zodra de ober bij een ander tafeltje is, bedenkt de Vrouw dat ze melk in haar koffie wil. Turunen schrijft in de regieaanwijzingen:
The waiter’s already on his way, but the woman still has something to say. She motions uncomfortably and manages to make a small sound.
De ober komt terug en zeer opgelaten voegt de Vrouw nog iets toe aan haar bestelling. Als de ober haar verzekert dat het goedkomt, draait de Vrouw zich naar het publiek en zegt:
I can’t stand myself. I can’t stand that I’m like this.
Why can’t I just own the room, take what belongs to me?
What’s so hard about that?
De opeenvolging van alle scènes en beelden die het stuk weergeeft, leest in wezen als een niet-lineair stripverhaal. Althans, dat is een zeer aanbevolen leeswijze. De afbeeldingen binnen een stripverhaal worden immers ook simultaan waargenomen binnen het grotere geheel van het werk, zodat de lezer steeds meerdere beelden tegelijk ziet en de verhouding met de pagina zeer verschillende vormen kan aannemen. In een stripverhaal gaat montage ook voornamelijk over de ‘collage’ van beelden, en niet over ‘aaneenschakeling’.
Echter, hoe wonderlijk en geraffineerd de techniek achter de fragmentarische tekst ook is, zonder een sterke boodschap zou het Finse stuk in het water vallen. Turunen laat met haar werk bijzonder goed zien hoe misogyn het leven vandaag de dag nog is. De wereld wordt geregeerd door de zogenaamde mannelijke blik.
Met deze objectiverende, mannelijke blik in het achterhoofd, arriveren we bij de twee saillantste scènes van Medusan huone. Een diepere laag treedt op de voorgrond. De personages hebben de moed gevonden om zich uit te spreken tegen de macht van de man. Terwijl een vrouw met een kippenhoofd de rozenblaadjes van het begin stofzuigt, komt Girl de kamer weer binnen. Ze leest ‘A Room of One’s Own’ van Virginia Woolf. Opeens begint ze – als door een adder gebeten – te spreken:
GIRL
Have you ever wondered why William Shakespeare’s Hamlet is more of a classic than, say, Charlotte Brontë’s Villette?
You might assume it’s because Hamlet is simply a better work.
But it’s not so simple.
And what does it even mean to say one work of art is better than another?
To become a classic the work has to be good, but at the same time, not all good works become classics.
A work becomes a classic if it’s referred to often enough. So the more Yorrick’s skull is dug up and contemplated, the more classic Hamlet becomes.
Works are canonized by feeding them to schoolchildren, putting up statues of their authors, turning the bathrooms they used when they were alive into tourist traps.
Ordinarily, it’s works written by men, telling men’s stories, which have earned such treatment. And every single reference, every allusion, builds up their canonical status, and finally we start to refer to them as classics.
Turunen legt de vinger op de zere plek en herinnert haar publiek aan hun verantwoordelijkheid. Het is inderdaad volkomen van de pot gerukt dat een ‘Hamlet’ als een grotere klassieker wordt gezien dan bijvoorbeeld het briljante werk van Charlotte Brontë. Het door mannen gedomineerde milieu heeft het onterecht zover laten komen en dat dient (h)erkend te worden. Turunen zal zich wellicht gesterkt voelen door de huidige tijdsgeest. Zo versloeg Washington Times-corespondent James Varney in een recent verschenen artikel de groeiende stemmen binnen universiteiten in de VS, die opperen om Shakespeare uit het algemeen curriculum te halen.
Gelukkig voor het stuk is het nog niet klaar met bittere taarten in je gezicht gooien. Je moet en zal geconfronteerd worden met de rotzooi waar je als vrouw mee moet dealen. In een volgende scène zien we drie mannen letterlijk in een boekenzee zwemmen. Vervolgens krijgen we citaten voorgelezen uit werk van Charles Bukowski, Henry Miller, Michel Houllebecq en de Finse dichtgrootheid Pentti Saarikoski. In alle woorden die we horen is de vrouw geen mens, wezen of partner, maar een object. De mannen spreken met elkaar over hoe goed de schrijvers gebruik maken van ritme, metaforen en woordkeuze. Ze lijken er geen aanstoot aan te nemen dat Bukowiski een van zijn vrouwelijke personages beschrijft als ‘a good lay’.
De mannen zien eerst niet dat de Vrouw het tafereel bekijkt. Op een gegeven moment, als de mannen de boeken tegen hun kruizen aan wrijven om zich ermee te plezieren, grijpt de Vrouw in en spreekt ze aan:
WOMAN
Hey, can I ask you a question?
MAN II
Sure, go ahead.
WOMAN
Um, I was just wondering, do you ever read books written by women?
MAN II
I’ve never thought about it like that, gender has nothing to do with literature.
WOMAN
Yeah but…
MAN II
I don’t even look at who wrote the book, as long as it’s good.
MAN III
It doesn’t matter if it was written by a rhinoceros, as long as long as it grabs me.
WOMAN
Yeah but um…
MAN II
Is this what you always do, you’re always looking for the same thing?
WOMAN
What thing?
MAN I
You always have to ask, men or women, men or women.
WOMAN
That’s not what I mean, I was just wondering…
MAN II
I’m afraid if you always focus on that you’ll miss the point.
WOMAN
What point?
MAN III
The point.
WOMAN
What do you mean?
MAN II
You’ll miss out on life if you get so stuck on what’s irrelevant.
WOMAN
That might be, but I was just wanted to know…
MAN II
Sinuhe the Egyptian (belangrijk Fins boek uit 1945 red.) is good because it’s good, not because Waltari wrote it with his penis.
MAN III
People don’t write books with their genitals.
Hierop aansluitend duikt de Vrouw in de gigantische stapel boeken. Ze wringt zich ertussen, wrijft ze tegen zich aan om genot te voelen, maar het werkt niet. De Vrouw is als een kever die op haar rug ligt. De mannen staren haar vol ongeloof aan. De Vrouw begrijpt hoe gênant de situatie is geworden en vlucht beschaamd weg. De mannen kijken elkaar aan en weer naar de stapel boeken. Het plezier dat ze aan boeken beleefden is bedorven; ze voelen geen voldoening meer, aldus de regieaanwijzingen.
Saara Turunen slaagt erin om je claus na claus te verrassen. De telkens cynische sloop van de vierde wand door de directe terzijdes van de personages, de fantasierijke, (visuele) poëzie en het telkens bewust afbreken van de toneelillusie (denk bijvoorbeeld aan het letterlijk, slinks benoemen dat men toneel leest/bekijkt). Het gebruik van al deze vervreemdingseffecten staan allemaal in dienst van Turunens missie: de lezer/toeschouwer wakkerschudden en op het werkelijkheidsgehalte van de behandelde problematiek wijzen.
Medusan huone brengt het Westerse, hedendaagse feminisme onder woorden op een poëtische, maar diep confronterende manier. De opsomming van gebeurtenissen, het bombardement aan ondubbelzinnige voorbeelden, laat op een krachtige, maar ook vervreemdende manier zien hoe misogyn het dagelijks leven kan zijn. Dat raakte mij meer dan ik had verwacht. Ik, als man, heb door deze tekst in ieder geval ingezien dat ik, als mens, veel te weinig vrouwelijke perspectieven lees en/of zie.
Onder de paraplu van het Q-Teatteri schoot Medusan huone in het voorjaar van 2019 het Finse theaterlandschap in. Tevens schreef de 40-jarige Turunen niet alleen de tekst, ze regisseerde de enscenering ook deels. Beide sloegen in als een bom. Zo kreeg Turunen afgelopen jaar de Lea-palkinto, de prijs voor beste Finstalige toneeltekst, n de voorstelling werd geselecteerd voor het Tampereen Teatterikesä, het oudste theaterfestival van heel Scandinavië.
Een aantal weken voordat ook Helsinki op slot moest door het coronavirus, ging Medusan huone nog in reprise bij het Suomen Kansallisteatteri, het Fins Nationaal Theater. Voor een lange tijd was het stuk het laatste wat in de grote zaal had gestaan. Terwijl Helsinki langzaam in lockdown ging, kleefden de woorden van het stuk nog in de stof van de theaterdoeken en was het laatste waar de spotjes aan voor hadden gestaan een toneelstuk over hoe vrouwen altijd in de schaduw zijn gezet.
Alsof Saara Turunen het altijd al zo had gepland.