Virtuositeit en theaterschrijfkunst gaan niet of zeer zelden samen. Het aanbod van nieuw Nederlandstalig teksttoneel is groot en rijk, maar naar brille en stilistisch vernuft, barokke taal en overvolle dialogen zoeken we vergeefs bij het werk van wat je ‘de Hollandse School’ zou kunnen noemen. Het is alsof met het werk van Judith Herzberg, Marianne Boyer, Rob de Graaf en Lot Vekemans een toon is gezet waarin het minimaal aantal woorden een maximaal theatraal effect sorteert. (meer…)
Twee primaire emoties lijken meer dan andere het gedrag van onze tijd te bepalen: angst en woede. En de vele, vaak gevaarlijke verbindingen die daartussen kunnen ontstaan. Soms zijn ze niet of nauwelijks van elkaar te onderscheiden: angst kan immers omslaan in agressie en woede verbergt vaak schrik. In Niet vandaag Satan (maar wel vanavond) doet Elfie Tromp, schrijfster en performer, een poging om iets van die gevaarlijke chemie van angst en woede die zich kristalliseert in het geweld tegen vrouwen te vatten.
Niet vandaag Satan (maar wel vanavond) is haar afrekening met een toxische mannelijkheid. Ze doet dat met een theatrale parodie op het vampier-genre, die ze vermengt met persoonlijke verhalen en overgiet met cabareteske elementen en (zwarte) humor. Het parodiërende element wordt al onmiddellijk duidelijk in de beschrijving van het decor dat een kopie is van een banale horrorfilm: ‘Het decor bestaat uit een doodskist, een grote monumentale kaars, een oplichtend pentagram op de zwarte vloer en een microfoon.’
De parodie zet zich verder in de drie personages: Wolfie, nog het best te omschrijven als een ‘queerwolf’ met hoge hakken, rode lippen en ‘een grote harige boezem die uit een corsetje piept’; Bochel, de dienaar met de bult; en een vrouwelijke vampier. Elfie Tromp schreef het stuk voor de muzikanten Keimpe de Jong, Joppe Molenaar en haarzelf.
Niet vandaag Satan (maar wel vanavond) bestaat uit elf genummerde scènes met een titel (1. horror-ouverture, 2. hier is vampier, 3. vampier maakt zich kwaad,…). De scènes zijn ook een opeenvolging van ‘nummers’: sketches, liedjes, impersonaties, uit de rol stappen of vallen, spoken word (met een vette knipoog naar Kate Tempest),… Zelfs de columniste Tromp is bij momenten voelbaar aanwezig. Elfie Tromp trekt al haar taalregisters open: direct, brutaal, grappig, cynisch, maar ook bij momenten poëtisch en gevoelig. De overgangen tussen de verschillende scènes zijn meestal muzikaal en vormen de speelruimte voor Wolfie en Bochel.
Het verhaal begint speels en onschuldig met Elfie die – letterlijk – met veel vallen en opstaan een vampier probeert te worden en daarbij de hulp krijgt van de al even klungelige Bochel en Wolfie. Maar als snel onthult zich ook iets anders: ‘Een monster word je niet alleen/ daar heb je hulp voor nodig/ Het liefst van monsters met ervaring’, zegt Elfie. Het is een veelzeggende en beklijvende zin waarvan de dramatische dubbelzinnigheid pas naar het einde toe echt duidelijk wordt.
Een belangrijke rode draad in het verhaal is de Amerikaans-Hongaarse acteur Bela Lugosi (1882-1956), die wereldberoemd werd als graaf Dracula in de gelijknamige film uit 1931, het begin van Hollywoods fascinatie met vampieren tot op de dag van vandaag. Het is die Dracula-film met Lugosi die Tromp naar eigen zeggen ziet als ze acht is: ‘Door horrorfilms krijg ik spelregels om mijn angst te bezweren.’ Hoe angst werkt, wordt uitgelegd in drie ‘Angstfeitjes’ die over het stuk verspreid zitten en ‘die als een soort Graaf Tel (een personage uit Sesamstraat – EJ), met Duits accent worden gespeeld als terzijdes’. Dit is Angstfeitje 1:
In dit hersenpannetje liggen onze hersenen.
Die hersentjes verwerken de wereld in patronen.
Dat geeft ze houvast.
Als de hersentjes iets zien of horen wat ze niet kennen of
verwachten;
Een gek gezicht
oder een vreemd accent
dan raakt het brein van slag:
dat is angst.
We worden alerter,
maken adrenaline aan,
zetten de haren op ons lijf omhoog.
We maken ons klaar om te vechten
of vluchten.
KORTOM:
ZO HOUDT ANGST ONS VEILIG.
Is dat ook de reden waarom Elfie een vampier wil worden? Om zich te beschermen tegen angst? Angst aanjagen om jezelf tegen angst te beschermen? Een monster worden om de echte monsters op afstand te houden. Tromp speelt met de posities van ‘slachtoffer’en ‘beul’. Wolfie stelt zich op een bepaald ogenblik fundamentele vragen bij haar ‘vampierwording’. Is de vampierfilm als genre immers geen romantisering van de verkrachting? En een vorm van kuisheidfetisjisme?:
Lekker kijken hoe er weer een vrouw aan flarden wordt gescheurd. Wat een amusement, zeg. TOPVERMAAK. Heb je de statistieken er weleens op nageslagen? Femicide, vrouwen die worden vermoord simpelweg omdat ze vrouw zijn, dat is al een probleem sinds we besloten dat mannen de gezaghebbers werden.
Elfie staat even met de rug tegen de muur, maar ze verdedigt zich
Wolfie, neem nou #metoo hè?
Al die vrouwen die zeggen:
Boehoe, ik ben een slachtoffer!
Het is mij ook overkomen!
Weet jij wat wij daarvan moeten maken?
YOU’RE… NEXT!(Ze draait zich naar het publiek en gaat als Vampier verder.)
Ik word een vampier
om me te wreken
op alle vrouwen
in de wereldgeschiedenis
die leeggezogen
werden achtergelaten
met een geknakte nek.
Het is niet alleen Lugosi de Dracula-impersonator die centraal staat, ook de mens of beter nog de man Lugosi. Lugosi huwde vijfmaal en misdroeg zich tegenover zijn vrouwen. Bochel en Elfie spelen ‘de koteletscène’ waarbij Lugosi (‘Elfie’) zijn derde vrouw (Bochel) met een kotelet slaat. Enkele scènes verder gaat het over Thierry Baudet en zijn denigrerende uitspraken over vrouwen: minder ambities dan mannen, meer geïnteresseerd in ‘familieachtige’ dingen, etcetera. Tromp schreef in 2017 op MetroNieuws.nl een column die ze in de voorstelling voorleest: ‘Deze week veeg ik mijn besmeurde dildo af aan Thierry Baudets overhemd. Om hem er daarna zo pesterig mee tegen zijn wang te tikken, net niet hard genoeg om zijn mooiboybekkie te bezeren, maar wel dat het zo vervelend nagloeit.’ Tromp neemt in de media geen blad voor de mond, wat haar niet altijd in dank wordt afgenomen. Bochel verwoordt de irritatie en de woede die zij met haar interventies oproept:
Een boze witte vrouw.
Hebt u daar al eens over gehoord?
Een deugfeministje.
Een tricoteuse!
Een opinieslons!De reaguurders laten niet op zich wachten:
WE MOETEN HAAR OPWACHTEN
OF GEWOON GAAN HALEN
DIT IS HAAR ADRES JONGENS
IK HEB HAAR ADRES
IK WEET WAAR ZE WOONT
ZE WOONT GEWOON DAAR
EN ZE STAAT IN DIT THEATERnoemt theater
DUS WAAR WACHTEN WE OP
WE ZIJN ER KLAAR VOOR
ELFIE TRUMP DENK JE DAT WE BANG ZIJN VOOR JOU
HAH! WE HEBBEN ER ZIN IN WE LUSTEN JE RAUW!
MET JE DOMME GORE VUILE–
Maar het gaat verder dan verbale aanvallen. De laatste scènes gaan ook over fysieke bedreiging en lichamelijk geweld. Vampier vertelt hoe ze op een nacht wordt aangevallen. Ze kan zich alleen maar redden door een monster te worden:
Jullie willen dat ik een monster word. Jullie vinden al dat ik een monster ben
dus beter
word ik er een!(Vampier legt haar cape en blouse af. Eronder verschijnt een monsterlijke, gepunte body die eruit ziet alsof ze is besmeurd met pek.)
Het is een echo van de hoger geciteerde zin: ‘Een monster word je niet alleen/ daar heb je hulp voor nodig/ Het liefst van monsters met ervaring.’ Maar dan volgt een nieuwe omslag. De vampier wordt zondebok. De vrouw moet worden geofferd.
Ik ben de zondebok
de krolse kat
de vuile hoer
de vieze slet
de domme teef
het gore hok
uitgewoondArrogant
ranzig wijf
pulpdoos
totaalposeurEen blanke
pratende
gleuf(…)
Hier ben ik
ben hier voor jouDoor mij weet jij wie je bent
door mij vind jij jezelf een ventIk ben jouw grens
ben jouw gekrijs
jouw genoeg is genoeg
jouw tot hier en niet verder
jouw vol is volIk ben je ruggengraat
je vuist die spant
je kaak die knarst
je bloed dat stroomt
je hart dat kramptDus wees het klauwkind van de toekomst
scherp je nagels in mijn lach
bedreig mij in kapitalen
en leer grommen
leer grijnzend grommen
leer als een roofdier
je rug krommen
en val
val mij aan
voordat je aangevallen wordt
Dus sla mij maar(…)
Tot ik troep ben
totaal verrotDoe het maar
dan ben je vrij
Een harde beschrijving van een vorm van mannelijkheid die zich alleen maar kan bevestigen in een vernietiging van de vrouw. Hier komt alles samen: geweld, zondebokmechanisme, zelfdestructie, maar ook de provocatie als zelfverdediging en ontmaskering. Maar haar opstand eindigt niet echt met een bevrijding. Integendeel: de vampier wordt door Wolfie en Bochel in een doodskist opgesloten en sterft.
Tegelijk gaat achter de directheid, de provocatie, het sarcasme en de verbale brutaliteit van Niet vandaag Satan (maar wel vanavond) een diep existentieel verlangen naar een andere, zorgzame en respectvolle vorm van communicatie en samenzijn:
Vergeet niet dat dit een spel is
ik speel mijn rol en jij de jouwe
het wordt wranger, het gaat mis
als we elkaar alleen als vijand beschouwenHelp me, hou me, hoog en vast
geef me reden, geef me waarde
verlos me van de schaduwlast
laat me raken, laat me zweven
ik heb je nodig bovenal
dit leven is geen leven
maar een langgerekte val
Niet vandaag Satan (maar wel vanavond) van Elfie Tromp is uitgegeven door De Nieuwe Toneelbibliotheek (boekje 579). Na een voorproefje op het Amsterdam Fringe Festival, ging de opvoering van de tekst op 23 oktober 2020 in première bij Werkplaats Walhalla.