Bal. Meervoud: ballen. Verkleinwoord: balletje. Een bolrond voorwerp, gebruikt bij verschillende spelen. Een in bolvorm samengepakte massa. Naam van min of meer bolvormige voorwerpen. Een door en door conservatief iemand. De ballen! Een informele afscheidsgroet. Het Vlaams-Nederlandse collectief BOG. ontleedt in de toneeltekst TAL. alle variaties op het drieletterwoord ‘bal’. Afgelopen maand werd bekend dat de tekst genomineerd is voor de Toneelschrijfprijs 2022. Hoog tijd dus om onder de loep te nemen.

Het is een tekst als geen ander. Wie TAL. leest, zal in de eerste scène (of zogenoemd ‘level’) van het stuk moeten wennen aan klanknabootsingen en pogingen van personages om aan een zin te beginnen, waarna ze er niet uitkomen. We tellen tien genummerde personages. 10 doet moeite om tot een zin te komen:

10 Dit is een… Uhm… ’t Is…

Een…
’t Is
Tsja.
Uhm
’t Is
Eeeeen… Ja Sjaaaa… Uuuuuuhm…
’t Is Eeeeeeen… Jaha…

’t Is…
Nou…
Ja…
Nee…
Of…
Hè… Wacht…

Dan vallen de andere personages/getallen ook in. Ze doen mee in het proberen te komen tot een woord, tot een aanduiding van wat er voor hun ligt. Wat is toch Dat Ene Woord? Zo is het eerste level van de tekst zowaar een jacuzzi die net aan wordt gezet. De eerste bubbeltjes zijn nog kort, bijna verlegen, maar als het apparaat eenmaal op gang komt – staat het hele oppervlak kokend te bewegen.

1 komt als eerste, bijna schokkend, op het woord:

1 Bellobobodam. Bellobaaaaaba.

Bol.
Bol.
Bol.
Bul.
Bol.
Bel.
Bol.
Bal.
Dit is de bal.

Het bubbelbad van geluiden komt even tot een soort inkeer. Iedereen herhaalt het woord. Als een kind dat de klank voor het eerst hoort en tot irritants aan toe herhaalt op de achterbank van de auto, op weg naar Zuid-Frankrijk. In het volgende level, is iedereen het erover eens dat ‘dit’ een bal is. Maar hoe verhouden de personages zich tot de bal? De karakters verschuiven het onderwerp in de zin: “Dit ben ik en dit is de bal”. Over Frankrijk gesproken, hoe klinkt ‘bal’ in het Frans?

Gelijktijdig verandert het werk ook haast meanderend in een partituur. In de tekst zien we steeds vaker noten voorkomen.

page2image12168

Het is interessant hoe het opduiken van een stuk bladmuziek in een toneeltekst de code van alles wat je daarvoor hebt gelezen volledig verandert. Waar alles eerst als een radicaal gestileerde, bijna Van Ostaijen-achtige tekst leest, transformeert het werk langzaam in een dadaïstisch taalconcert. De tekst is bijna geen theatertekst meer, maar een meerstemmig muziekstuk.

In de volgende scènes stellen de nummers zich voor met namen. Maaike, Kurt, Kwinten, Randa, Rinze, Elke, Farid, Rupert, Hans, Achmed en Willeke. Toch blijven de personages genummerd. De namen zijn slechts klanken. Of misschien een toerijking aan de lezer/ toeschouwer, om dat wat gezegd wordt persoonlijker te maken. Associatief reageren de personages op wat de ander zegt. Al pingpongend ontleden ze klanken, herhalingen, assonanties, menig enclise, weerkaatsingen en alliteraties. Tien voor Taal is er niets bij.

Steeds vaker komen er ook grotere stukken Russisch, Arabisch en Papiamentu in de tekst voor. Ze geven een vervreemdend effect, maar zijn ergens ook volkomen logisch. Het is net alsof je naar een opera luistert in een taal die je niet begrijpt. Je hebt geen idee wat de regels betekenen, maar door de vorm raakt het toch en is het dienstbaar aan wat de tekst uitdraagt en onderzoekt.

Op ongeveer driekwart van de tekst is het woord ‘bal’ murw geslagen. De bal is ook niet meer wat het was in het begin. De bal is door ieders hand gegaan. Iedereen heeft er zijn plasje over gedaan – zingend, mijmerend en/of alleen of met z’n twee. De bal is veranderd. Is de betekenis weg?

3 Ik vecht tegen de tranen.
Vecht? Nee, niet vecht. Ik heb geen wapens vast en de tranen, die zijn van mij. Die zijn niet de vijand.
Het ontroert me, of, het roert me, ja, het
roert me.
Dat de bal, nuut al, veranderd is.
Sorry als ik overkom als een kok die het
over het verschil heeft tussen acht en
negen keer roeren in een zeer specifieke
saus, maar toch…
De bal is de bal niet meer.

Bon.
Is iedereen er nog? Zijn er nog vragen? Nee? Ok.

Het is inderdaad ontroerend hoe snel een woord zijn omhulsel verliest en een speeltje wordt in de grijze brij die taal heet. BOG. slaagt erin om je in te laten zien dat, hoe clichématig het ook klinkt, taal ons wereldbeeld vormt en ook met óns speelt. Het maakt ons moedig, nieuwsgierig en standvastig, maar bij tijd en wijlen ook kwetsbaar, tobberig en sensitief. Daarnaast maakt taal ons verbonden. We zijn nu allemaal verbonden met taal als middel van communicatie, zoals neuronen in een reusachtig brein.

4 In stilte lopen we in elkaar over! Maaike is de bal! De bal is Maaike

en het net.
De bal is ook het net.
De bal is het gravel.
Ik ben het gravel.
Mijn voeten zijn het gravel, wat mijn voeten is! De neus van Elke is het broekje van Kwinten.

In level zes krijgen we een heuse tongenmelodie voorgeschoteld. Ik kan slechts een beetje notenlezen, maar alleen al door het woord ‘tongenmelodie’ en de afwezigheid van tekst maakt mijn fantasiewereld overuren met het zien van tongen die een melodie zonder taal vormen.

De tekst is een theatertekst met de huid van een partituur, een mini-opera met taal als belangrijkste cassette. Het komt zelden voor dat ik een theatertekst lees, waarvan ik de compositie, de enscenering zo ontzettend graag wil zien. De speelbaarheid van de tekst staat buiten kijf, de tekst is een warm mes, snijdend in een pakje taalmargarine.

6 (…) Zal ik wat zeggen? Zal ik iets vragen?

Er zijn toch nog vragen?
Er zijn toch altijd nog vragen? Ik zeg wel wat.

Ik blijf wel praten. Ik ben er nog.
Ben ik er nog?
Ik zeg iets.

Ik zeg iets.

Is TAL. een toegankelijke toneeltekst? Misschien niet helemaal. Ik zou het niet aanraden voor de leeslijsten van middelbare scholen. Maar toch doe ik de tekst daarmee misschien een beetje tekort. Taal is van ons allemaal en wie heeft er niet ooit op de achterbank één woord herhaalt? Ik in ieder geval wel. Bij mij was het vaak het woordje ‘boom’. Na tweehonderd keer herhalen zei mijn moeder eens dat als ik er niet gelijk mee op zou houden, ze mij achter zou laten bij een wegrestaurant.

Je zou verwachten dat het woord ‘bal’ het meest voorkomende woord is in TAL. Toch moet het drieletterwoord zich tevredenstellen met een zilveren plak. ‘Bal’ komt honderdnegentachtig keer voor. De gouden plak gaat naar een woord dat tweehonderdtweeëndertig keer op zwart wit staat: wat.

Zo blijkt maar weer. Misschien is de hele tekst gewoon een hele grote, allesomvattende vraag: wat, wat, wát?

BOG. en coproducent Het Zuidelijk Toneel speelden de tekst TAL. in 2021 en 2022 op verscheidene tennisvelden, waaronder bij RTV Quirijn in Tilburg. De tekst is uitgegeven bij De Nieuwe Toneelbibliotheek (boekje 629).

Plaats reactie

Reacties moeten voldoen aan onze huisregels.

Uw e-mail adres zal niet gepubliceerd worden. Alle velden zijn verplicht.