Waarom zijn theatermakers vaak goede koks?, vroegen we ons af op de redactievergadering? Zijn het stiekem toch hedonisten? Vinden ze het fijn om voor elkaar te zorgen? Heeft het te maken met iets duisters als ‘goede smaak’?

Hoe dan ook: de band tussen theater en gastronomie is hecht, van de gezamenlijke maaltijd voor het spelen, tot de artistieke restaurants op de zomerfestivals en van de zorg voor lichaam en stem tot de vele theatermakers die de catering in zijn gegaan.

Stof genoeg voor een themanummer, goed passend in de zomer. We interviewden een flink aantal dansers en (musical- en opera-)zangers over het eten waar ze lekker op spelen. Fotograaf Anna van Kooij zocht groepen op een keek hoe ze eten voor hun voorstelling.

Bo Tarenskeen sprak Phi Nguyen en Maureen de Jong – beiden zowel theatermaker als kok – die bij de voorstelling Atlantisvan de Veenfabriek een theatrale maaltijd ontwierpen. Ook choreograaf Karin Post is gefascineerd door eten. Zij schreef een artistieke bijdrage op basis van het Futuristisch Kookboek van Marinetti, met beeld van Joep van Lieshout en Rob Birza.

Daarnaast presenteren we de winnaar van de Theaterkrant-verkiezing van het beste theaterrestaurant van Nederland. Fransien van der Putt schreef een essay waarin eten een iets metaforischer rol speelt: op basis van het Kannibalistisch Manifest van Oswald de Andrade bekeek ze een aantal voorstellingen waarin het verleden op nieuwe manieren wordt opgeslokt en verteerd.

Buiten het thema hebben we een bijzondere bijdrage van Tom Blokdijk. Jarenlang doceerde hij dramaturgie aan de Toneelacademie Maastricht en bij zijn afscheid vertelde hij wat hij in zijn lange loopbaan heeft geleerd over het bewerken van teksten voor toneel van vandaag. Dankzij een genereuze bijdrage van de academie kunnen we deze lezing presenteren in dit extra dikke nummer.

Ook verkennen we het relatief nieuwe verschijnsel van de ‘regioproductie’: locatievoorstellingen als Het Pauperparadijs of Hanna van Hendrik die lokale verhalen met steun van plaatselijke ondernemers en fondsen naar een breed platform tillen. Jenny Mijnhijmer interviewde de Surinaams-Nederlandse (toneel)schrijfster Thea Doelwijt, een van de pioniers van het multiculturele theater in Suriname en Nederland.

Ten slotte blikken we vooruit naar de verschillende zomerfestivals: Janny Donker maakte een profiel van urban-dansfestival Summer Dance Forever, Marcelle Schots interviewde de jonge Noorse choreograaf Alan Lucien Øyen die Julidans opent, en Lisa Marée schreef een essay over fake news naar aanleiding van de voorstelling True Copy van Berlin, die te zien is op Theaterfestival Boulevard.

Ik wens u een smakelijke zomer toe, en hoop dat u al etend, lezend en voorstellingen bekijkend ook nog een beetje toekomt aan het verteren van het afgelopen seizoen.

Dossiers

Theatermaker juli 2019