In 1926 schreef Carry van Bruggen de semi-autobiografische roman Eva. Het boek beslaat een heel leven. Van Bruggen begint op het moment dat Eva een nieuwe eeuw vol belofte ingaat, om via liefde, moederschap, overspel en verlies naar een contemplatief einde toe te werken. (meer…)
Genoeg nu over jou! van Magne van den Berg is een scherp gezinsdrama waarbij de onderlinge relaties tussen vader, moeder en dochter flink op de proef gesteld worden. Het is een jaar geleden dat Robbert, de man van de dochter is overleden en ze komen bijeen om hem te gedenken. De moeder beschrijft het als ‘geen doorsnee dag’, maar een ‘droevige dag vol mooie herinneringen’. Die mooie herinneringen krijgen echter weinig ruimte, omdat de situatie uit de hand loopt wanneer moeder de dochter ervan beschuldigt nooit echt gerouwd te hebben over haar favoriete (en enige) schoonzoon.
Moeder
Welk verdriet
Jij hebt toch helemaal geen verdriet
Eén van de grootste problemen waar de personages in Genoeg nu over jou! voor komen te staan is: hoe werkt rouw? Wat is gepast gedrag na een overlijden en hoe lang moet dit volgehouden worden? Het is een jaar later, maar de moeder is ervan overtuigd dat haar dochter nog altijd stilletjes thuis zou moeten zitten voor de buren: ‘er mag hier geen teken van leven zijn’.
Moeder en dochter steggelen ook over de vraag wie meer recht heeft op het rouwproces. Wie is verdrietiger over de dood van Robbert? De spanning blijft opbouwen doordat er steeds kleine lagen aan het conflict toegevoegd worden, zonder dat ze uitbarsten in schreeuwen of ruziemaken. De toenemende druk leidt eerder tot een implosie, waardoor de personages afdalen in hun onderliggende gevoelswereld.
Dochter
Heb je je één seconde afgevraagd hoe dat voor mij isMoeder
Nee geen momentDochter
Ga je dat nog doenMoeder
Dat denk ik niet
Van den Berg heeft de moeder, die er vreemde romantische ideeën op nahoudt wat betreft haar schoonzoon, als een levensecht personage geschreven. In de interactie tussen moeder en dochter wordt veel duidelijk wat betreft hun relatie, hoe ze over elkaar en elkaars gedrag denken. Soms is het jammer wanneer deze gedachtes letterlijk uitgesproken worden. Aan het begin van het stuk wordt bijvoorbeeld een foto van de dochter verwisseld voor een portret van Robbert; een prachtige, letterlijke, beeldspraak. Op ongeveer een derde van de tekst zegt de dochter echter: ‘Je doet net of het jouw man is die een jaar geleden dood ging’. En tegen het eind van de tekst: ‘Ze heeft hem voor mij vervangen’. Wat de lezer al vanaf de eerste paar bladzijdes opmerkt, wordt naar mijn smaak te veel uitgespeld, waardoor de interessante situatie soms tekort wordt gedaan.
Genoeg nu over jou! draait voor een groot deel om zien en gezien worden. In het rouwproces is erkenning van het eigen verdriet en dat van een ander belangrijk, maar ook de erkenning van het leven dat doorgaat. Moeder ontkent niet alleen het verdriet van haar dochter, soms lijkt ze het bestaan van haar dochter zelfs te ontkennen.
Moeder
Het voelt alsof ik een kind ben kwijtgeraakt
Zo diep
Ik denk niet dat iets mij ooit nog zo diep zal kunnen rakenDochter
En als ik doodgaMoeder
Jij gaat niet dood schat
Ja je gaat wel dood
Maar niet eerder dan ik
Ook moeder voelt zich niet gezien door vader: ‘die man ziet schoonheid in alles / maar mijn lijden ziet hij niet’. Ook de nieuwe vriend van de dochter wordt letterlijk niet gezien, omdat moeder hem niet wil toelaten tot het intieme moment dat ze voor ogen had. Oud verdriet en nieuw geluk wordt de deur gewezen door respectievelijk de dochter en de moeder. De dochter probeert steeds de vader zover te krijgen dat hij zich bemoeit met de relatie tussen haar en de moeder, maar dit weigert hij: ‘het moet hier wel een beetje leefbaar blijven’. Eén op één heeft hij een mening, maar zodra ze met zijn drieën in een ruimte zijn, verdwijnt zijn standpunt als sneeuw voor de zon en bemiddelt hij – conflictvermijdend – tussen twee extremen. Zo is de tekst kritisch over hoe men binnen het gezin met elkaar omgaat: wie zegt alleen maar wat de ander wil horen en wie is eerlijk? Wie maakt uiteindelijk de beslissingen? Van den Berg zet de steeds verschuivende machtsverhoudingen sterk neer, herkenbaar en interessant.
Naamgeving is ook een doorlopend thema in de tekst. De personages zelf krijgen geen naam, behalve de schoonzoon en vriend van de dochter, maar ze hechten wel veel belang aan hoe ze genoemd worden en hoe zij anderen noemen. Liefkozingen als ‘schat’ en ‘lieverd’ vallen regelmatig verkeerd, zoals wanneer vader moeder ‘lieverd’ noemt. Hij krijgt de reactie: ‘noem mij geen lieverd / ik ben je lieverd niet’. Zelf becommentarieert hij ook het gebruik van liefkozingen:
Moeder
SchatVader
Heb je het tegen mijMoeder
Tegen wie andersVader
Omdat je schat zegtMoeder
Ik zeg toch altijd schatVader
Niet altijdMoeder
Schat ik zeg altijd schat
Ik zeg tegen iedereen schat
Dat weet jij ookVader
Het zegt dus feitelijk niks
Vader merkt op dat sommige namen geen betekenis hebben, omdat iedereen dezelfde naam draagt. De bijzonderheid staat op het spel: wanneer is iemand uniek en wanneer is iets betekenisvol?
Er is bij alledrie de personages een zekere identiteitscrisis gaande door de gezamenlijke confrontatie met hun rouwproces, waarbij ze de keuze moeten maken of ze zich willen identificeren door middel van rouw en de dood, of het leven. Moeder kiest voor de dood: ‘De dag dat Bob stierf / Stierf ik ook’. Ze wil niets veranderen en niet doorgaan: ze wil enkel herinneren hoe het was. De dochter kiest voor het leven omdat ze geen andere keuze ziet: ‘Als ik stil ga staan val ik naar achteren’. Ze probeert haar rouwproces te versnellen met behulp van sociale contacten en activiteiten. Vader laat zich temidden van beide vrouwen overrompelen door twijfel, waardoor meeleven met hem soms het makkelijkst is. Doordat de drie personages op zo’n andere manier kijken naar rouw, bieden ze ook ieder een inkijkje in een ander soort identiteit, bepaald door een specifiek tijdsperspectief: het verleden (moeder), de toekomst (dochter) en het nu (vader).
Opvallend is dat Van den Berg nagenoeg geen interpunctie gebruikt: er staan geen punten of vraagtekens aan het eind van de zin en de uitroeptekens zijn bijna op één hand te tellen. Het ritme van de tekst is hierdoor heel natuurlijk dat van het gesproken woord, omdat de intonatie wordt gedragen door de inhoud in plaats van door hulpmiddelen als punten en komma’s. De uitroeptekens worden bewaard voor wanneer de boodschap met extra nadruk overgebracht moet worden, zoals het moment waar het stuk zijn titel aan ontleent. ‘Genoeg nu over jou!’ zijn de woorden waarmee de dochter aangeeft dat ze helemaal klaar is met het commentaar en eigenbelang van haar moeder en dat het moment is aangebroken om het ergens anders over te hebben. Niet alleen de zinnen, maar ook het stuk kent geen gebruikelijke interpunctie: er zijn geen aparte scènes. De tekst wordt gevoelsmatig opgedeeld doordat er soms een personage van het podium afloopt, waardoor de anderen met elkaar of alleen overblijven. Dit heeft het realistische effect van een inkijk in het leven van dit rafelige gezin. In haar eenvoud van plaats en tijd weet de tekst een aantal grote thema’s aan te kaarten, waarbij de schrijnende situatie waarin ze besproken worden de lezer nog een tijd bij zal blijven.
Lees hier onze recensie van de opvoering van Genoeg nu over jou! door Hummelinck Stuurman Theaterbureau.