Voor Zephyr Brüggen moet theater iets zijn waar iedereen naartoe wil, iets dat in het dagelijks leven dezelfde hoge mate van vanzelfsprekendheid heeft als een kroeg. Tegelijkertijd is ze in haar werk op zoek naar de gezamenlijke hyperconcentratie van de kerk en het gebed.
Te bouwen of niet te bouwen, dat is de vraag die centraal staat in het recente werk van theatermaker Zephyr Brüggen (1994). Daarin onderzoekt ze grote thema’s: welke rol moet de mens spelen in deze wereld? Waar moeten we aan bouwen, en wat moeten we afbreken? Dat onderzoek resulteert de ene keer in een radicale bewerking van Marlowes Faust, een andere keer in beeldend locatietheater waarin het bos de hoofdrol vertolkt.
Haar keuze voor theater lag aanvankelijk niet voor de hand en ze maakte die relatief laat. Haar vader was musicus Frans Brüggen, haar moeder is kunsthistorica en woont voor werk afwisselend in Nederland en Italië. Brüggen is in beide landen opgegroeid. In 2021 studeerde ze af aan de regieopleiding in Amsterdam. Sindsdien maakte ze onder meer werk bij Karavaan, Boslab, De Diamantfabriek en Likeminds. Ik spreek haar een dag voordat ze naar Italië gaat. Brüggen heeft er een moestuintje en met een moestuintje komt immers grote verantwoordelijkheid.
Het optreden, het dorpsfeest en de rites
Naar toneel ging ze niet vaak als kind, vertelt Brüggen. ‘Mijn vader was blokfluitspeler en later dirigent van het Orkest van de Achttiende Eeuw. Ik herinner me hoe ze een opera hadden gemaakt op Les Indes galantes van Rameau. Eén beeld heb ik altijd onthouden: een man kwam op, hij bonkte op de grond met een stok en toen ging er een soort toverdoos open waar het hele theater uitviel. Ik was zes of zeven en helemaal betoverd door de magie.’
Sprong in de tijd: Brüggen is een jaar of achttien en zit aan een lange tafel in een Toscaans dorp. ‘Daar wordt elk jaar een theaterfeest georganiseerd. Iedereen doet mee en ze doen alles zelf: de oma’s maken de kostuums, de vluchtelingen die net vanuit de noordkust van Afrika in het dorp zijn terechtgekomen, spelen de hoofdrollen. Het gaat over thema’s die dat jaar het dorp hebben beziggehouden. Het is een van de mooiste dingen die ik ooit zag. Wat me eraan fascineert is het terloopse karakter ervan. Van tevoren wordt er gezamenlijk gegeten aan lange tafels, na afloop is er een groot feest, en die voorstelling komt er tussendoor en biedt stof om samen op te reflecteren.’
Weer een tijdsprong. Brüggen heeft inmiddels de jeugdtheaterschool gedaan (‘puur hobby-matig, ik had geen ambitie om zelf te spelen’) en studeert Klassieke Talen in Engeland. ‘Daar ontmoette ik gelijkgestemden: mensen die enerzijds heel erg van de canon hielden, maar diezelfde canon ook wilden ontmaskeren of omverschoppen. Met twee musici heb ik toen het collectief rites opgericht, omdat we nieuwe rites wilden bedenken voor (klassieke) muziek en een alternatief wilden voor de concertzaal. We hadden iets georganiseerd in een kerk, waar je met een zaklamp doorheen moest lopen. Er speelden twee ensembles hetzelfde stuk door elkaar heen, aan de ene kant een barokensemble met oude stemming op 415 Hz en aan de andere kant een modern ensemble. Als toeschouwer kon je je eigen positie in de ruimte, in de kakofonie innemen.’
Publiek regisseren
Terug in Nederland ging ze naar de regieopleiding in Amsterdam. Al in haar derde jaar speelde ze zichzelf in de kijker, midden in de eerste coronagolf nota bene. Terwijl gezelschappen en instellingen in arren moede registraties van hun werk de digitale wereld in slingerden, koos Brüggen ervoor de digitale context van Zoom als locatietheater te benaderen, waarbij ze de architectuur van het communicatieplatform onderzoekt en inzet als betekenis gevende scenografie. Met Woyzeck, een waanvoorstelling buitte ze alle theatrale mogelijkheden van Zoom uit, in een werk dat het midden hield tussen theater, film en installatie. ‘Ik ben veel bezig met het regisseren van mijn publiek. Zoom werkt eigenlijk als een soort oude schouwburg, iedereen ziet elkaar en wordt gezien. De voorstelling moest gaan over het machtsmisbruik van technologie, hoe de samenleving als panopticum kan werken waar iedereen je voortdurend kan bekijken.’
Weg van repertoire
Bij die voorstelling was het bronmateriaal van Büchner het uitgangspunt. Na haar afstuderen ging ze zich meer ‘weg bewegen van repertoire’, en wordt scenografie in toenemende mate een belangrijk vertrekpunt. ‘Bij Antifaust (2022) heeft Marlowe zich gaandeweg aangediend, het was geen vertrekpunt. Ik wilde een voorstelling maken die de positie van de mens in de wereld bevroeg. Ik mocht iets maken in de Noord-Hollandse polder. Die ruimte wilde ik gebruiken: ik vind het iets ongelofelijks dat de mens land kan scheppen uit water. Tegelijkertijd is er ook altijd de wens om te verdwijnen, mezelf steeds kleiner te maken. De schade die de westerse mens aanricht in de wereld, gaat vaak gepaard met een gevoel van schaamte. Ik wilde in de voorstelling het spanningsveld onderzoeken tussen zijn en niet zijn, tussen wel of geen actie ondernemen. Ik wil vechten voor een ander soort wereld, waarin we er wél kunnen zijn, vechten voor de mógelijkheid van het bestaan op aarde, in gelijke mate voor alle mensen, bomen, dieren, dingen op de wereld en niet alleen voor onszelf.’
In de voorstelling zat actrice Dinda Provily vast in een glazen kooi in de uitgestrekte polder. ‘Ik heb eerst de scenografie bedacht, maar gaandeweg merkte ik dat ik behoefte had aan een verhaal. Zo kwam ik op Faust uit, als strevende, bouwende mens die door middel van zwarte magie de hele aarde naar haar hand kan zetten.’
Aan Vergezichten, dat ze in 2022 maakte bij Boslab, komen zelfs geen acteurs meer te pas: de voorstelling zet de bosrijke omgeving centraal. Een logische vervolgstap in haar onderzoek naar ‘het formaat’ van de mens, verklaart ze. ‘Theater is een heel menselijk plek, een hyperkunstmatige omgeving waar alle architectuur is afgestemd op de menselijke maat, waar verhalen worden verteld door en voor mensen, waar mensen zich inleven in anderen. Ik ben me gaan afvragen of je je ook in andere dingen kan inleven.’
Kroegen en kathedralen
Met haar werk is ze op zoek naar een soort combinatie van een kroeg en een kathedraal, vertelt ze. ‘Theater moet even belangrijk zijn als de kroeg: het moet iets zijn waar iedereen naartoe wil, wat iedereen kan betalen en wat uitmondt in een groot feest. Het moet een hoge mate van vanzelfsprekendheid hebben. Tegelijkertijd ben ik op zoek naar die gezamenlijke hyperconcentratie van de kerk en het gebed. Het is ook een plaats waar je met aandacht en in gezamenlijkheid de werkelijkheid onderzoekt.’
De collectieve ervaring noemt ze een van de belangrijkste elementen van theater. ‘We maken in een best gekke tijd theater: er is heel veel goed entertainment en gelaagde kunst te vinden op internet. Je kan in je bed liggen, je computer openslaan en voor heel weinig geld en moeite heel mooie dingen tot je nemen. Maar theater heeft daarin een kracht, in heel basale elementen als het samenkomen: door samen te kijken, te luisteren, te zijn. Ik geloof in de kracht van collectieve verbeelding: het echte theater gebeurt niet op het podium maar in het hoofd en lichaam van het publiek. Ik wil werken aan een soort theater waarin het publiek niet als passieve consument in de zaal zit, maar als feestganger. Zoals voetbalsupporters in alle vezels voelen dat ze er belang bij hebben dat er gescoord wordt, heb je er als toeschouwer baat bij dat je geraakt wordt, of overvallen wordt door een hoopvolle gedachte. En ik geloof dat het ertoe doet dat we dat samen doen.’
‘Ik zie kunst als een evolutionaire kracht. Theater kan je helpen de wereld op een andere manier voor te stellen, en dat heeft uiteindelijk weer zijn weerslag op de maatschappij en de wereld om je heen. Ik ga via theater op zoek naar de werkelijkheid, om vervolgens in mijn maakproces een vervreemde versie van de werkelijkheid aan te treffen die veel echter aanvoelt.’
Foto: Sjoerd Derine. Dinda Provily en Martijn Nieuwerf in Sick, Trance, Glory, Mud (2021) van Zephyr Brüggen/Boslab. Scenografie Zephyr Brüggen & Sabine Okrouhlik, lichtontwerp Jurre Pöpping & Yared van der Zijde
Vecht van Likeminds, in regie van Zephyr Brüggen speelt op 17 en 18 maart op Festival Cement in Den Bosch
Festivalcement.nl