Kitty Courbois over haar stem: ‘Als ik anoniem wil blijven mag ik mijn mond niet open doen. Twee woorden op de markt en alle koppen draaien mijn kant uit. De kleur van mijn stem wordt altijd herkend. Het broeierige, het exotische. Ik heb er niets voor gedaan. Ik ben die vrouw met die stem van mij alleen.’
‘Dat lage gruizige geluid viel op de toneelschool al op. Ze probeerden me te leren fluisteren, maar zelfs dat kon je overal horen. De stem met de helende klank, zeggen sommigen. Vind ik een compliment. De stem van een ervaren actrice? Ervaring is wat je meebrengt uit het leven. Ik ben verankerd in oude tijden.’
Sterfscène met enorme boer: ‘Dat had ik net daarvoor gezien aan het sterfbed van mijn eigen moeder. Een paar dagen later vroeg Leonard Frank: “Ach, Kitty, doe even die sterfscène van je moeder.” Tot dan toe was doodgaan op het toneel iets moois. En nu deed ik iets banaals wat ik net had meegemaakt. Toneelspelen is hoereren. Toen mijn familie in de zaal zat durfde ik het overigens niet zo goed. Ik liet toen maar een heel klein boertje.’
Over acteren bij Baal: ‘Ik begreep die manier van spelen aanvankelijk helemaal niet. Bij de Nederlandse Comedie was het altijd Stanislavski voor en achter: Waar Kom Je Vandaan? Waar Ga Je Naartoe? En opeens stond ik daar maar gewoon te brullen: Báááál!! Dat je de psychologie achter die rol moest loslaten, dat was voor mij zo’n stap! En verder: improviseren, dansen, acrobatiek. Ik weet nog dat ik in het begin tijdens de repetities als een kip naar het onweer zat te kijken. Ik moest zomaar wat doen. Zomaar wat schreeuwen. Al mijn stroefheid is daar weggehaald.’
Over de vijftigers Joop Admiraal, Ramses Shaffy en Kitty zelf bij de oprichting van Toneelgroep Amsterdam in 1987: ‘We blaakten allemaal van energie. We zijn altijd met jonge mensen in de weer geweest, om ze te helpen, ze op hun gemak te stellen. Het ligt denk ik voor een belangrijk deel aan onze generatie toneelspelers dat de hiërarchie in het toneel en daarmee ook het isolement van de oudere acteur en actrice definitief zijn opgeheven. En daar ben ik trots op.’
Over lesgeven: ‘Alleen aan tweedejaars. Doe ik expres. In het eerste jaar toneelschool word je je bewust van je stem, je gebaren, je motoriek. Alles wat er niet aan je deugt komt er in dat eerste jaar uit. Zelf ging ik gebroken het tweede jaar in. Als ik zie hoe jonge mensen worstelen met zichzelf ben ik tot tranen toe ontroerd. Alles van mezelf zie ik terug. Na mijn eerste jaar durfde ik geen pink meer te bewegen. Dus probeer ik nu die kinderen wat zekerheid te geven.’
Over toneelspelen: ‘Ziek zijn, vermoeidheid, een volle blaas, verdriet, alles vergeet je. Ik worstel, ik probeer van alles, doe veel fout. Maar je moet alles gedaan hebben om de eenvoud te vinden. Ik ben van de binnenkant. Ik maak altijd veel omwegen in het zoeken naar wat ik versimpeld wil hebben. Het liefst kijk ik naar poppenkast, hard ja en nee schreeuwen. Toneelspelen is niet zo pretentieus. Je doet het om je te verkleden. En om niet alleen te zijn.’
Over Ada uit Leedvermaak van Judith Herzberg (1982): ‘Vroeger had ik die vrouw gespeeld als een gek. Regisseur Leonard Frank liet ons een biografie schrijven van onze personages. Toen ontdekte ik: Ada is niet gek. Ik speelde haar of de hele wereld zich vergiste. De tranen zitten achter Ada’s ogen. Lastig spelen maar het werkt.’
Over Medea met Gerardjan Rijnders (1989): ‘Die vrouw is samengebalde concentratie. Medea hield me wakker. Trainen, trainen, in mijn kop vooral. In mijn hart bleef ik op mijn hoede, bang dat ik eruit zou raken. Ik liep van mijn huis naar de schouwburg, net genoeg om de tekst door te nemen. Er rustte een vloek op als ik het niet had gedaan. Op een gegeven moment voelde ik me zo goed dat ik aan Gerardjan Rijnders vroeg: zal ik maar eens gewoon op gaan? Hij zei: doe dat maar. Ik ging op en dacht: kijken wat er nu gebeurt. Het is een van mijn beste Medea’s geweest.’
Kitty Courbois stierf op 11 maart 2017 in een ziekenhuis in Amsterdam aan de gevolgen van een hersenbloeding, 79 jaar oud.
Bron: ‘Ik ben verankerd in oude tijden’, Kitty Courbois vijftig jaar aan het toneel, Theatermaker april 2010