Op 12 december 2021 overleed choreograaf en danser Yuri Bongers. Hij werd 47 jaar. Met Anja Reinhardt, zijn studiegenoot aan de opleiding Expressionistische Theaterdans van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten, vormde hij ruim twintig jaar de kern van het speelse Vloeistof Dans uit Tilburg. Reinhardt zet het gezelschap voort.

Bongers was een betrokken en bewogen man, wiens makerschap werd gevoed door zijn eerdere studie sociologie. Of misschien moet ik zeggen: zijn drive om dans te maken voor de publieke ruimte en zijn studie sociologie kwamen voort uit eenzelfde interesse: het fenomeen mens en hoe die mens zich verhoudt tot de omgeving. 

De beste plek om dans te maken was voor Bongers dan ook de openbare ruimte. Dat gedeelde inzicht vormde de klik met Anja Reinhardt. Vloeistof-dansers betreden de publieke ruimte dan steevast haast onopvallend, als medegebruikers, nooit dominant. Die houding typeert ook Yuri Bongers, die in interviews en gesprekken op zachte toon en altijd met een glimlach heel duidelijk de intermenselijke waarden van dans en zijn werkwijze bij het maken daarvan wist te verwoorden. 

En die als je hem zelf zag dansen inderdaad, in de woorden van Reinhardt op de website, ‘speels, een beetje onbesuisd en heel bezield’ bewoog. In We wachten op de grens sleepte hij met drie mededansers een paar manshoge spiegels en een enorme glasplaat door het centrum van Tilburg. Hij stapte geconcentreerd tussen de voorbijgangers door om daar waar de zon om de hoek van een gebouw verscheen, door zijn knieën te zakken en schommelend ineen te zijgen met die spiegel horizontaal boven zich. Hij liet zich pletten door het verschijnen van dat licht. Je bleef kijken: om te zien hoe hij zich daaruit zou redden, maar ook omdat Bongers zo compleet bevangen leek. 

‘Alledaagse dans’ is de tagline van het gezelschap, waaruit de insteek spreekt om mensen via beweging bewuster te maken van wat hen in de dagelijkse leefwereld omringt. De intentie is steeds om kleine ‘botsingen’ te veroorzaken; dans botst als hij plaatsvindt op een plek waar iedereen haastig loopt, waardoor mensen zich bewust worden van hun eigen snelheid en zich even afvragen: is het nodig dat ik zo loop te jakkeren? 

Dat botsen is echter bij Vloeistof niet bedoeld als harde confrontatie van kunst met de dagelijkse beslommeringen. Bongers legde me in 2018 voor een gesprek met TM al eens uit hoe de stad voor hem als werkbiotoop geldt: als hij en Reinhardt een voorstelling maken voor de openbare ruimte, repeteren ze ook steevast buiten. Ze willen hun speelplek leren kennen om zich er als performer veilig toe te verhouden, te weten welke reacties er kunnen komen van de gebruikers van die ruimte en om daarmee te kunnen improviseren. Alleen zo kom je volgens Bongers tot een betekenisvolle interactie met het buitenpubliek, dat immers snel afgeleid wordt door al het andere dat buiten speelt en er niet per se op uit is om dans te gaan zien. 

Ook in voorstellingen als Straatwild en Jukebox City verschenen de dansers tussen het winkelende en aan het verkeer deelnemende publiek. Er is altijd een groep die een kaartje heeft en met een soundscape op de koptelefoon wacht op hun verschijning, maar wanneer je toevallig langs een plein fietst en op drie mensen stuit die ingespannen omhoog staan te turen, wil je als passerende fietser het liefst toch even afstappen en meezoeken naar wat hun blik nou toch trekt. Drijft er een zeppelin over, staat de boom al in bloei, of gebeurt er iets in het winkelcentrum? 

In Wegwerpwereld zagen we de speelse kant van Bongers, dansend tussen vuilniszakken vol afval. Het is een zachtmoedig soort activisme dat zo bij Bongers past, en dat ook in een voorstelling als Hellend Vlak doorklonk, met vier dansers op het puntdak van een onder water staand huis. De dubbele symboliek van dat beeld is helder in deze tijd van klimaatverandering en een oververhitte huizenmarkt. Maar uit de keuze voor zo’n haast onmogelijk speelvlak sprak ook mooi de humor van Yuri Bongers. De Vloeistof-dansers hielden zich soms ploeterend, soms vloeiend staande, roepend naar hun publiek: ‘Maakt u zich geen zorgen!’.  

Foto: Francesco Cavaliere

Dossiers

Theaterkrant Magazine maart 2022