X       Leuk dat bloemetje.

Y       Dank je.

X       Echt een mooie bos.

Y       Ja, hè.

X       Een bos met een verhaal.

Y       O?

X       Ja?

Stilte.

X       Vertel…

Y       Ik weet niet wat het verhaal zou kunnen zijn? Ik ben niet zo thuis in de betekenis van bloemen?

X       Heb je een prijs gewonnen?

Y       O, zo. Nee.

X       De buurvrouw eindelijk geholpen met het betegelen van de keuken?

Y       Nee.

X       Dan had je wel even gebeld toch? Ik heb je die nieuwe tegelsnijder die ik heb gekocht laten zien, toch? Die zou ik heel graag een keer gebruiken.

Y       Dan bel ik je, maar dat is dus niet het geval geweest.

X       Ben je ziek? Ik kan ook zo een ritje naar de supermarkt maken voor je, hè.

Y       Nee, ik ben niet ziek. Maar ik dacht: er mist nog een bloemetje. Normaal krijg ik dat alleen als dank voor iets. Maar ik heb niet zoveel te doen. Sinds Sophia uit huis is. Dus heb ik maar zelf een bloemetje gehaald. Die ene zin van Virginia Woolf schoot door mijn hoofd. ‘Mrs Dalloway bedacht dat ze zelf de bloemen zou halen’, of nou ja— zoiets. Ik heb het boek uitgeleend aan Sophia toen ze op kamers ging. Een heel mooie uitgave, met zo’n voorkant waarin je de moet van de drukletters kunt voelen. Weet je wel, het reliëf van de letters echt in de pagina’s gedrukt.

X       Anders rij ik je daar toch even heen om het op te halen? Ik heb een auto. Die studentenverenigingen hebben toch allemaal van die ‘vader-dochter’ dingen? Ze vinden het vast super leuk om de papa van Sophia te ontmoeten.

Y       Ik denk niet dat ze het nog heeft. Ze heeft het vast uitgeleend aan een of andere ‘quarrel’ of zo. In elk geval: ik dacht, als Mrs Dalloway dat kan, dan kan ik dat natuurlijk ook gewoon. Bij Woolf gaat het er natuurlijk om dat de huishoudster ze niet haalt— Het is natuurlijk niet zo dat ik de mensen die bloemen voor me kochten als huishoudster zag. Dat ik mijn ex… Marieke was natuurlijk niet de huishoudster of zo. Ik bedoel in de tijd van Woolf was dat natuurlijk een vorm van slavernij en het is niet zo dat ik—

X       Het is natuurlijk wel een beetje de deal van een huwelijk. Wederzijdse slavernij.

Y       Nou ja, wederzijds.

X en Y lachen hard. Wat hebben ze toch een heerlijke lockerroom talk.

X       Maar dan heb je deze dus ook zelf gekozen?

Y       Nou ja gekozen…

X       Zal ik even opzoeken wat het is? Ik heb daar een app voor, die wil ik al sinds ik ‘m heb een keer gebruiken. Heel handig. Je maakt een foto en dan…

X maakt een foto.

X       Afrikaanse Lelies. Wordt geassocieerd met zuiverheid en liefde. Een boeketje met zuivere liefde. Dat heb jij voor jezelf gekocht.

Y       Ik heb niet echt gelet op het soort bloemen of de kleur.
Het boeket heette Sophia. Dat leek me wel geinig.

X       Ik had het graag voor je gehaald.

Y       Waarom?

X       Ik heb dat appje.

Y       Maar waarom zou je zonder reden een bos bloemen voor mij kopen.

X       Gewoon. Ik help graag. Dan maak je weer eens iets mee.

Y       Verveel je je?

X       Juah.

Y       Dat is soms ook gezond voor je, hè. Vervelen.

X       Oke…

Stilte.

X       Maar jij gaat nu dus elke tien dagen een boeketje voor jezelf kopen.

Y       Weet ik niet. Er is een zo’n idee dat als je niet van jezelf houdt, dat anderen dan ook niet van je kunnen houden, of dat je dan ook niet van anderen kunt houden. Nou ja, Sophia had het erover dat het in een podcast was. In elk geval denk ik nu: als ik zelf spontaan een bloemetje voor mezelf kan kopen, dan kan een ander dat ook voor me doen, zonder dat ik er eerst iets voor moet hebben gedaan. En dat voelt eigenlijk wel goed. Onafhankelijk.

X       Onafhankelijk…

Y       Ja

X       Ze beginnen wel een beetje te hangen.

Y       Ik heb er ook al wat bloemen uitgehaald. Een bloemetje is zo gekocht. Maar er een gewoonte van maken, daar hoor je Virginia Woolf niet over. Die is dan allang weer ergens anders met haar gedachten. En ik sta hier met uitgedroogde irissen, stinkende lelies en pioenrozen met bruine stelen in slijmerige vellen.

X       Zal ik anders—

Y       Nee.

X       Ga zelf dan.

Y       Dan sta ik weer bij die bloemist. En dan vraagt zij weer van ‘voor wie is het’ en dat ik dan zeg ‘voor de sier’ en dan zegt zij ‘nou, nou, meneer verwent zichzelf, dat zie je niet vaak iemand die goed voor zichzelf zorgt’. En dan loop ik daarna met dat bosje zelfzorg naar huis en dan voel ik me toch— alsof mensen kunnen zien dat ik heb gemasturbeerd. Ik kan er gewoon niet overheen stappen dat zo’n bloemist dan misschien denkt: die heeft niemand om een bloemetje voor te kopen. Wat een totaal nutteloze man.

X       Je hebt toch genoeg mensen om een bloemetje voor te kopen?

Y       Is dat zo?

X       Ja.

Stilte.

X       Weet je wat ik zo mooi vind aan die eerste pagina’s van Woolf? Als ze zelf de bloemen gaat halen, heeft ze ook opeens tijd en ruimte, ze verzamelt zelfs een beetje de moed heb ik het idee, om mensen tegen te komen, of in elk geval indrukken te krijgen van de stad en de mensen. Ontmoetingen.

Y       Ja. Ja…

X       Andersom natuurlijk ook, hè. Dalloway geeft mensen ook de kans om een indruk van haar te krijgen. Maar goed, daar lees je niet zo veel over.

Y       Nee, daar lees je niet zo veel over.
Maar dankjewel.

X       Ja?

Y       Ja. Dankjewel.

X       Ik heb een Emerio Pizzarette, nog helemaal niet gebruikt. Heb je zin om mee te eten?

Beeld Don Duyns

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2024