In 1677 gaat de Stadsschouwburg in Amsterdam weer open na vijf jaar sluiting wegens oorlog en economische malheur. De heropende schouwburg heeft een nieuw bestuur en er breekt een heel nieuw tijdperk aan. De populaire Spaanse comedias en vunzige kluchten verdwijnen van het toneel en de programmering wordt Frans georiënteerd. In zijn enthousiasmerende en zeer leesbare boek Podium van Europa over de Schouburg in de zeventiende eeuw schrijft Frans Blom met nauw verholen spijt hoe het publieksgerichte spektakel van toneelleider Jan Vos plaats maakt voor deugdzaam, beschaafd en saai classicistisch toneel.

Nu ook de schouwburgen in het heden de deuren weer openen na twee jaar onrustige winterslaap – we zijn optimistisch, maar met voorbehoud – ben ik benieuwd welke ontwikkelingen zich in de tussentijd hebben voorgedaan die nu kunnen rijpen.

Hierover beginnen we op Theaterkrant.nl een serie ‘zorg en hoop voorbij corona’. Mijn hoop is dat het crisismanagement – aangevuurd door de Taskforce – een doorbraak bewerkstelligt in het gesprek tussen veld en overheid. Ministerie en gemeenten werden gedwongen om zich beter te verdiepen in het héle theaterveld, inclusief vrije producenten en zzp’ers, en hopelijk wordt de opgedane kennis gebruikt voor beter beleid. Mijn zorg gaat over het publiek: weet dat de weg terug naar de schouwburg te vinden?

Dat publiek was altijd een van de fascinaties van theaterwetenschapper Peter Eversmann. Met vragenlijsten en geprepareerde opstellingen probeerde hij erachter te komen hoe toeschouwers een theatervoorstelling beleefden en interpreteerden. Zijn conclusie: met een veel grotere verscheidenheid dan makers en critici vaak aannemen. Ter gelegenheid van zijn afscheid interviewde ik hem.

Maar we kijken niet alleen naar het verleden. Voor dit nummer schreef Remy Meeuwsen een kort verhaal; een speculatieve fictie over de kracht van theaterverhalen om de toekomst te beïnvloeden.

Ik heb een ambivalente houding ten opzichte van jubilea: instellingen die de aandacht van Theaterkrant vragen omdat ze 12,5 of 35 of 60 jaar bestaan, wijs ik meestal af. Te willekeurig. Maar het verhaal van Alain Pringels over De Appel spreekt tot de verbeelding: de groep zou dit jaar 50 zijn geworden, ware het niet dat artistieke en subsidie-malheur het gezelschap de das omdeden. Zijn terugblik over de waarde die de groep had, en misschien nog had kunnen hebben, overtuigde me.

En nu hebben we zelf ook iets te vieren. Theaterkrant.nl bestaat tien jaar. Met bijna 7000 recensies hebben we het theater van het afgelopen decennium besproken en voor een groot en breed publiek gevolgd en ontsloten. Daar past reflectie bij en natuurlijk ook een feest en een grote dankzegging aan wie dat allemaal mogelijk hebben gemaakt: de recensenten, de ondersteuners en de lezers. Dat feest komt later dit jaar, maar voor deze editie van het Magazine wilde ik dit moment in beeld markeren.
Daarom vroeg ik Jan Joris Lamers – die zijn eigen jubileum viert: hij wordt deze maand 80 – om de cover te ontwerpen. Hij koos voor een oude foto, een polaroid uit de jaren tachtig, genomen tijdens het inladen van de Discordia-stoelen vanuit hun opslag, de zolder van Lamers aan de Keizersgracht – niet zo gek ver van de oude Schouburg. Het is een moment dat het theaterbestaan kenmerkt: op weg naar de volgende voorstelling.

Dossiers

Theaterkrant Magazine maart 2022