Om makers in de culturele sector – door de coronacrisis beroofd van podium en inkomen – nieuwe uitzendmogelijkheden te bieden, moest er voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) razendsnel een breed cultuurprogramma worden opgezet. Wat kwam daar allemaal bij kijken? Een terugblik op een spannende tijd.
Het was eigenlijk een te groot avontuur. Alsof ze als volslagen vreemden aan elkaar werden gekoppeld om in een paar maanden tijd een vervallen kasteel in Frankrijk te verbouwen en vanaf de start ontvangstklaar te maken. Met ook nog duizend paar ogen op hen gericht. En dan was het niet eens bedoeld voor een nieuw klusprogramma óp televisie, maar juist om achter de schermen een Actieplan (met hoofdletter) uit de grond te stampen om alle vormen van cultuur – van groot tot klein, verdeeld over alle genres – te programmeren voor televisie, radio en online omroepkanalen.
Carel Kuyl (69, documentairemaker, televisiejournalist en omroepbestuurder) en Lisa Boersen (46, kinderboekenschrijver, redacteur, programmamaker Paradiso) kregen in november 2020 de opdracht om voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) razendsnel een breed cultuurprogramma op te zetten. Dat moest makers in de culturele sector – door de coronacrisis beroofd van podium en inkomen – nieuwe uitzendmogelijkheden bieden. In de geldbuidel zat veertien miljoen euro: tien miljoen uit het tweede coronasteunpakket van de minister van cultuur, vier miljoen uit het NPO-budget.
Al bij een eerste kennismaking, bleek dat ze konden lezen en schrijven met elkaar. En dus begon op 1 december hun gezamenlijke avontuur. Nu, aan het eind van hun opdracht – de deadline van 1 juni is iets opgerekt – blikken ze terug op wat ze met NPO Cultuur en NPO Extra in een half jaar mogelijk hebben gemaakt aan alternatieve ‘podia’ voor muzikanten en (podium)kunstenaars. Wat waren de knelpunten, wat de successen? En wat zou volgens hen een logisch vervolg moeten zijn? Oftewel: zit er toekomst in het ‘verbouwde kasteeltje’? Kuyl: ‘Het woord ‘kijkcijfers’ is gelukkig niet één keer gevallen. Alle partijen hebben de wens uitgesproken ermee door te gaan.’
Deelredacties en drietrapsraketten
Het was nog maar net bekend dat Kuyl en Boersen deze kar gingen trekken, of het duo werd overstelpt met aanvragen. Kuyl: ‘Grote partijen in de cultuursector, die bekend zijn met de publieke omroep, wisten ons direct te vinden. Maar we zochten juist ook voorstellen van kleinschalig opererende makers, die niet weten hoe het in Hilversum werkt.’
Boersen: ‘We hebben een aantal sessies belegd met de cultuursector en een scan laten maken om een breed overzicht te krijgen van cultuurmakers. We wilden nadrukkelijk ook buiten ons bestaande netwerk kijken. En we hebben vanuit de omroepen deelredacties samengesteld per genre, zoals voor theater, dans, klassieke muziek, pop en kleinkunst.’
Per week belandden gemiddeld zo’n zeventig voorstellen van bewerkingen van bestaande voorstellingen of nieuwe formats bij Boersen en Kuyl op het bureau. Uit die enorme hoeveelheid selecteerden zij met die omroepbrede deelredacties potentiële plannen, om te beginnen op haalbaarheid: het moest binnen die eerste vijf maanden van 2021 geproduceerd kunnen worden. Daarna moest de drietrapsraket van het pitchen nog beginnen: er was drie keer een ‘go’ nodig. Kuyl: ‘Iemand moet een omroep meekrijgen, de netcoördinator moet het plan omarmen en het moet passen binnen de doelstellingen van dit Actieplan Cultuur voor de NPO. Bovendien moet ook de verdeling over genres en regio’s in balans zijn. Zo kwamen veel aanvragen uit de theatersector, waarbij de dans achterbleef. En natuurlijk moest niet alles uit Amsterdam komen.
Vernieuwende vormen
Beiden hadden zich bovendien ten doel gesteld dat het hele project ook vernieuwende vormen en formats voor radio, tv of online moest opleveren. Een goed voorbeeld daarvan vinden ze Doula’s van de stad (NPO3), een coproductie van Adelheid Roosen en Zina. Deze mozaïekvoorstelling, met tachtig vrouwen op het podium van Internationaal Theater Amsterdam, moest een ode worden aan de ongeziene vrouwelijke kracht binnen onze economie, maar kon door de coronamaatregelen niet doorgaan. Met omroep HUMAN werden vervolgens openhartige zoomsessies georganiseerd met acht van de tachtig vrouwen. Het resultaat: een ontroerende film met acht portretten van ‘Doula’s’ (‘zij die jou gidst’) die hun leven in dienst stellen van anderen. Stadsheldinnen van wie de motor altijd aan lijkt te staan, maar bij wie de verhalen vaak uit pijn geboren zijn. Filmmaker Maasja Ooms monteerde een selectie uit die videogesprekken door vaak juist niet de sprekende in beeld te brengen, maar de reacties van anderen. Daardoor ziet de kijker hoe de soms confronterende verhalen landen bij de andere vrouwen.
Beiden noemen ook de theaterfilm Alles in de Hens van Marcel Hensema, waarin een bijna vijftiger het gepieker van alledag probeert tegen te gaan met wandelen. ‘Daarbij is een vernieuwende vorm gevonden door op locatie buiten te filmen en hem met zichzelf in gesprek te laten gaan.’
En dan is er de succesvolle, goede bekeken formule van VPRO On Stage, waarbij presentator Nadia Moussaid met een bekende hoofdgast (bijvoorbeeld Danny Vera, Ryanne van Dorst, Lucky Fonz III, Soundos El Ahmadi, Romana Vrede of Joost van Bellen) een lans breekt voor minder bekende makers. Op voorspraak van de hoofdgast vult de uitzending zich met korte, afwisselende live optredens in een decor van flightcases.
Catacomben van de macht
De speciaal voor televisie gemaakte, tiendelige bewerking van de zes uur durende voorstelling Romeinse Tragedies van Internationaal Theater Amsterdam, durven beiden gerust een waagstuk te noemen. Was met dat idee maar eens aan komen zetten bij televisie: dagelijks rond tienen ’s avonds een feuilleton over hoofdrolspelers uit drie tragedies van William Shakespeare. Onder de vlag van de VPRO koos regisseur Ivo van Hove er met meer-camera-regisseur Reinier Bruine voor om er daadwerkelijk TV-theater van te maken: korte intense afleveringen van 30 minuten over de catacomben van de macht, waarbij het op camera vastleggen zelf onderdeel werd van de verfilming. Crew, techniek en camera’s waren zichtbaar en kregen een rol, bijvoorbeeld bij het vastleggen van opstootjes en relletjes in de politiek. Zo werd deze grootste productie uit Van Hoves oeuvre op televisie een dagelijks theatraal commentaar op de politieke actualiteit. De bestorming van het Capitool, een Rutte-zonder-actieve-herinnering, ze pasten naadloos in dit verscheurde politieke klimaat vol Shakespeareaans drama.
En het bejubelde documentaire-theaterproject De Zaak Shell van Anoek Nuyens en Rebekka de Wit kon zo dicht op de actualiteit worden geprogrammeerd dat de timing perfect aansloot bij de rechtszaak van Milieudefensie tegen de oliegigant. Vijf personages vertegenwoordigen met aangrijpende, gedetailleerde monologen alle stemmen in het klimaatdebat. Jongeren, consumenten, aandeelhouders, CEO’s, leraren, van alle kanten worden de opvattingen over hoe we met onze planeet omgaan belicht, zonder clash of debat. Boersen: ‘De Zaak Shell is geen zap-televisie. Net als bij veel andere televisiebewerkingen van voorstellingen moet je er wel even voor in de vertraging gaan. Maar dan krijg je ook wat. Dit voegt echt iets toe! Die diepgang krijg je in een talkshow nooit voor elkaar.’
In opdracht van de NTR en NPO Radio 4 zijn aan zes componisten speciale compositieopdrachten verstrekt in het kader van het Sweelinck-jaar. Onder de titel ‘Fake It Till You Make It’ is er een online programma opgezet om kinderen te leren acteren. En op de door Klokhuis uitgeschreven open call voor theaterauteurs zijn meer dan 370 inzendingen binnen gekomen; daarvan wordt nu een aantal gerealiseerd. Boersen, met haar kloppend hart voor jeugd en taal: ‘Daar zat zo veel goeds tussen!’
Moeizame Mediawet
Boersen en Kuyl benadrukken dat zij zelf meestal niet aan tafel zaten bij de gesprekken tussen makers, producent en omroep. Na het matchen van maker met omroep en producent stopten hun directe bemoeienis. Hoe al die onderhandelingen precies zijn gegaan over honorering, salarissen, uitzendrechten, herhalingen en de verdeling van formatrechten weten ze dus (nog) niet. Boersen: ‘Wel zijn alle artiesten vanuit het Actieplan netjes betaald. Daar hebben wij op gehamerd en de begrotingen op gecheckt.’ Ze roepen de sector op ervaringen te delen, ook over welke stappen zijn gezet. Te meer daar je in zo’n Actieplan ook weer tegen nieuwe kwesties aanloopt, bijvoorbeeld die verdeling van formatrechten: de voorstelling bestaat al maar er is ook een nieuw televisieformat toegepast. Van wie is dan het intellectuele eigendom? Boersen: ‘Daarom heb je aan tafel collectieve belangenorganisaties nodig zoals de Taskforce Culturele en Creatieve Sector. Ambassadeurs van de hele sector.’
Het beste advies dat ze cultuurmakers kunnen geven: ‘Werk altijd met een producent die Hilversum en de wetten van televisie kent, zoals rechtenkwesties. Zodat je geen tijd verliest met het opnieuw uitvinden van het wiel. En denk niet dat je de zilvervloot gaat binnenhalen, wanneer er een bewerking voor televisie of andere omroepkanalen wordt gemaakt.’
Het viel beiden wel op dat een groot deel van de culturele sector nauwelijks op de hoogte is hoe de hazen lopen in Hilversum en de televisiewereld. Iedere omroep, iedere netcoördinator heeft weer eigen eisen. Bovendien werpt de complexiteit van de Mediawet enorm veel drempels op; daarin wordt de culturele sector ten onrechte vaak behandeld als een commerciële sector. Soms gaat het over vragen als: maak je reclame voor een museum als dat door een uitzending meer kaartjes zou gaan verkopen of mag je kijkers attenderen op een stream van een voorstelling wanneer de groep voor zo’n stream geld vraagt? Er mogen bijvoorbeeld ook geen fondsen worden genoemd op de aftiteling en er gelden allerlei beperkingen voor het doorgeven van een registratie op een eigen platform. Kuyl: ‘Die regelgeving schiet haar doel voorbij. Daar zou politiek Den Haag iets aan moeten doen. Dat cultuur zo snel onder commerciële wet en regelgeving valt, is vaak helemaal niet uit te leggen. We moeten niet doen of cultuur één grote commerciële onderneming is. De Mediawet werkt vaak zo onnodig inefficiënt. Dat moet eenvoudiger kunnen.
Voegen van de omroep
Gelukkig bleek er de afgelopen maanden tussen omroep en culturele sector veel goodwill en solidariteit te ontstaan. Kuyl: ‘Er werd enorm snel geschakeld. Op kijkcijfers wordt dit Actieplan dus niet afgerekend.’
Wat hen bovendien is opgevallen: ‘In Nederland heb je snel sectoren die elkaar bevechten. Nu werd er echt constructief samen opgetrokken. Er is buitengewoon enthousiast op het initiatief gereageerd. Ook door de omroepen en netmanagers. Daarvoor alle lof’, aldus Kuyl, van wie wordt gezegd dat hij alle voegen van de omroep kent. Volgens hem is de NPO genegen om een vervolg aan het initiatief te geven. Dat geldt ook voor OCW. Boersen: ‘Hoe mooi zou het zijn als het lukt het Actieplan te verduurzamen en de culturele sector en publieke omroep nog veel meer aan elkaar te verbinden.’
De loopbrug is klaar, de deur van het kluskasteel is actief opengezet, willen ze maar zeggen. Kuyl: ‘Maar je hebt ook onderhoud nodig. We weten allemaal wat er gebeurt, als je niks doet.’