Na een lacune van vier jaar ligt hier een nieuw Theaterjaarboek voor u. Een nog niet helemaal uitgekristalliseerde vorm voor een nieuwe tijd. Niet langer een baksteen met productiegegevens (die vindt u op Theaterencyclopedie.nl/jaarboek2016), maar een overzicht met interviews, essays en visuele representaties van de belangrijkste data.

Dit jaarboek is geen institutionele verplichting, maar een initiatief van een groep individuen die allen werkzaam zijn aan de receptiekant van de podiumkunsten. In die zin voelen we ons verwant met de in 2015 overleden Luisa Treves die in 1952 het eerste Theaterjaarboek uitgaf en aan Frank Luns die weer een halve eeuw dáárvoor een vuistdik ‘Dramatisch Jaarboek’ initieerde.

Nu de podiumkunsten het vier jaar zonder erfgoed- en sectorinstituut hebben moeten doen, wordt duidelijk hoe zorgelijk het is gesteld met de geschiedschrijving en het vastleggen van de kennis over het theater. Tegelijk zien we een groot aantal kleine initiatieven: gespecialiseerde bibliotheken, dramaturgen met geneigdheid tot documenteren, onderzoekers die choreografieën noteren, uitgeverijen van toneelteksten, publicaties met historisch besef en nerds die bestaande databases willen en kunnen koppelen.

Deze groep mensen en instituten, die zich bezighoudt met erfgoed, reflectie, archivering, debat en bemiddeling in de podiumkunsten, verzamelde zich in werkgroep NIT. Zij delen de urgentie om de lacunes die zijn gevallen door de bezuinigingen op te vangen en te wijzen op witte plekken die niet zonder hernieuwde ondersteuning kunnen worden ingevuld. (Meer over NIT in deel drie van dit jaarboek.) Het Theaterjaarboek is daarvan een eerste manifestatie.

We presenteren deze uitgave dan ook nadrukkelijk als een pilot; een voorstel hoe een Theaterjaarboek er in 2017 zou kunnen uitzien. Theatermaker en werkgroep NIT willen zich committeren aan het doorzetten van deze traditie. Dit is echter onlosmakelijk verbonden met hernieuwde structurele middelen voor erfgoed en reflectie in de sector.

Het Theaterjaarboek 2016 is opgedeeld in drie delen. In deel één staan de kunstenaars centraal in een serie interviews met makers wier verhalen raken aan de grote ontwikkelingen in de podiumkunsten: de collectieve organisatievorm, de noodzaak van grotere diversiteit, de vernieuwing van de opera, de clustering van geld en macht, en het overbruggen van de tegenstelling tussen intuïtief werken en langetermijnplanning.

In deel twee zoomen we iets verder uit en richten we de blik op het beleid en de randvoorwaarden. Met festivaldirecteuren, zakelijk leiders en (internationale) productiehuis- en theaterdirecteuren spreken we over de bewegingen die dit jaar in gang zijn gezet.

Ten slotte verleggen we de focus in deel drie naar de geschiedschrijving van het theater zelf. Na vier jaar zonder Theaterinstituut en zonder Theaterjaarboek moeten we onszelf de vraag stellen wat we onszelf hebben ontzegd.

In dat deel geeft theaterwetenschapper Jan Lazardzig onbedoeld het motto voor dit jaarboek: ‘Een archief is een manier om – op z’n minst – een herinnering te creëren van hoe het in het verleden was en om van daaruit verder te denken. Niet als een vorm van nostalgie, maar als een middel om wat zeggenschap terug te winnen. Om te vechten tegen de vergeetachtigheid die onderdeel is van het systeem.’

Dat is de hoop van deze onderneming: vastleggen hoe er op dit moment over theater wordt gedacht en gesproken en zaadjes planten voor de toekomst.

De drie delen worden gescheiden door katernen met foto’s. We vroegen de theaterfotografen die in Nederland werkzaam zijn naar hún keuze uit eigen werk van het afgelopen jaar, wat vaak verrassende nieuwe beelden opleverde. Als je hun werk vergelijkt met de jaarboeken van nog maar een decennium geleden valt op hoe onvoorstelbaar veelvormiger, openbaarder en interactiever de podiumkunsten zijn geworden. Daarnaast vroegen we grafisch ontwerper Herman van Bostelen (vormgever van dit jaarboek) om foto’s te maken van de archieven en decorloodsen waar, los van de boeken, de Nederlandse theatergeschiedenis ligt opgeslagen.

Van Bostelen was nog niet in Benningbroek geweest toen daar in de nacht van 30 op 31 december de decoropslag van Discordia en ’t Barre Land afbrandde. Die vernietiging van onschatbaar bijzonder theatererfgoed was een triest coda van het jaar dat we in deze uitgave willen boekstaven. Laat het Theaterjaarboek de feniks zijn die uit deze theateras verrijst.

Simon van den Berg
Marijke Hoogenboom
Ditte Pelgrom
Czeslaw de Wijs

Dossiers

Theaterjaarboek 2016
Werkgroep NIT