Op zoek naar een gasontladingslamp of behoefte aan een eindregisseur? In theaterbroedplaats De Sloot in Amsterdam is er voortdurend uitwisseling tussen de tientallen podiumkunstenaars die er dagelijks werken. Theaterjournalist Sander Janssens hing twee dagen rond in de gangen, zalen én restaurant De Sering en zag hoe goed die artistieke kruisbestuiving en praktische uitwisseling werkt.
Terwijl theatercollectief Blond & Cynisch een constructie van gekleurde touwen en hoepels aan het plafond bevestigt, ontstaat het idee om halverwege de voorstelling een rookmachine te gebruiken. Esther Ymkje van Steenis: ‘Misschien kunnen we er eentje van De Warme Winkel lenen. Ik vraag het straks even bij de lunch.’ Lichtontwerper Iris Rodenburg veert op van de tribune: ‘Vraag dan meteen of we een ETC lichttafel kunnen lenen voor de montageperiode. Oh, én een gasontladingslamp zou ook chill zijn.’
Technicus Bart-Jan Oosting kijkt ondertussen op de klok: ‘Mijn tijd voor jullie zit erop. Ik ben nog wel in het pand, dus als er vragen zijn weet je me te vinden.’ Van Steenis steekt haar duim op: ‘Awesome. Thanks.’
Het is maandagochtend 28 oktober, en in de kleine zaal van theaterbroedplaats De Sloot bereidt het jonge makerscollectief van Remy Meeuwsen, Emma Vermeulen en Esther Ymkje van Steenis zich voor op de montage van hun nieuwe voorstelling Circusnachten, die hier anderhalve week later in première zal gaan.
De Sloot is een initiatief van theatercollectieven De Warme Winkel en BOG. Na een ingrijpende verbouwing werd de broedplaats in mei 2022 geopend. Sindsdien repeteren én spelen diverse professionele theatergezelschappen en podiumkunstenaars in de voormalige galvaniseringsfabriek achter station Sloterdijk. Sommige makers hebben een vaste artistieke ruimte, anderen huren incidenteel een studio. Daarnaast verhuurt De Sloot kantoorruimtes én serveert restaurant De Sering dagelijks lunch en diner.
Vrijwel meteen groeide De Sloot uit tot een populaire uitvalsbasis voor tientallen theatermakers, een plek die garant staat voor vruchtbare artistieke kruisbestuiving en praktische uitwisseling.
En die populariteit is terecht, verzekeren de makers van Blond & Cynisch tijdens het opbouwen van hun decor. Het gezelschap huurt al sinds de opening een kantoorruimte in de broedplaats. Van Steenis: ‘Dat je hier een doorlopend gesprek met andere makers kan voeren, is voor ons als jong gezelschap van onschatbare waarde. Doordat je elkaar dagelijks bij de lunch tegenkomt, leer je elkaar op een ongedwongen manier kennen. Dat is veel laagdrempeliger dan wanneer je na een première heel gericht op iemand afstapt met drie specifieke vragen, of dat je een maker die je bewondert uit het niets een mailtje stuurt.’
Ze sommen een greep uit hun eigen wapenfeiten op: hun huidige geluidsontwerper Boudewijn Scholten werd tijdens de lunch getipt door broedplaatsgenoot Marijn Brussaard, hun kersverse pr-medewerker Nynke Kimmel was hiervoor juniormarketeer bij De Warme Winkel (‘we hebben haar weggekaapt’) en de groep is bezig met het aanvragen van de Nieuwe Makersregeling van het Fonds Podiumkunsten, waarvoor ze een langere samenwerking willen aangaan met BOG.
Remy Meeuwsen: ‘Die samenwerking met BOG. is echt tot stand gekomen omdat wij hun werkwijze hier van zo dichtbij hebben meegekregen en dachten: die manier van collectief werken, waarbij je veel samendoet maar sommige dingen juist heel bewust uitbesteedt, past bij wat wij met Blond & Cynisch voor ogen hebben. Dus daar kunnen we veel van leren. Zoiets weet je alleen als je elkaar op dagelijkse basis tegen het lijf loopt en over langere lijnen ervaringen uitwisselt.’
Ook op zakelijk gebied biedt De Sloot voor hen als jong collectief veel voordelen, zegt Emma Vermeulen. ‘Soms komen we er niet uit met een subsidieaanvraag, dan kloppen we even aan bij Rutger Gernandt, zakelijk directeur van De Warme Winkel.’ Van Steenis, glunderend: ‘En soms komt hij uit zichzelf naar ons toe. Dan is hij bijvoorbeeld op een subsidie gestuit waarvan hij dacht: is dit niets voor jullie?’
Theaterzaal en naai-atelier
Op die manier vormt De Sloot een bloeiend artistiek ecosysteem van jonge en gevestigde theatermakers en hun backoffice, waar interactie en autonomie hand in hand gaan.
De Sloot heeft twee theaterzalen en zes grote repetitiestudio’s, en verhuurt daarnaast kantoren en ‘artistieke ruimtes’ aan tientallen, vaak zelfstandige kunstenaars die werkzaam zijn in de theatersector, die op hun beurt hun ruimte soms weer uitlenen als ze er zelf geen gebruik van maken. Julian Maiwald heeft er bijvoorbeeld een fotostudio, Daphne de Winkel richtte een kostuumatelier in en Lisanne van Aert deelt een bescheiden schrijfwerkplaats met Wessel de Vries, Melissa Knollenberg, Marie Groothof en Jessie L’Herminez. Daarnaast is er de befaamde BGR (de ‘Bijna Gratis Ruimte’), de regeling dat als een ruimte leegstaat, makers deze met een fikse last-minute korting kunnen huren.
Blond & Cynisch deelt een kantoorruimte met theatercollectief King Sisters. Zij repeteren vandaag in de naastgelegen studio voor Het Zingontbijt, een muzikale ochtendvoorstelling aan lange tafels, die nu nog in volle ontwikkeling is en vanaf komend voorjaar gespeeld gaat worden.
De kelder van het gebouw wordt verhuurd aan collectief Dance Space Destiny, dat onder meer om de huurkosten te drukken ’s avonds ook (paal)dans- en kickbokslessen verzorgt.
Deze ochtend brainstormen onder meer Rikkert van Huisstede en Merel Severs daar over een nieuwe editie van Boys Won’t Be Boys. In de rommelige werkplaats wrijft decorbouwer Sebas van de Mortel ondertussen slaperig in zijn ogen. Maandagochtend, verklaart hij: ‘Ik moet nog even wennen aan de werkweek.’
Vanaf de binnenplaats zie je Vincent Rietveld en Princess Bangura door de ramen tegenover elkaar aan tafel zitten in het artistieke kantoor van De Warme Winkel: vandaag is de eerste repetitiedag voor de voorstelling A Beauteous Evening, Calm and Free, die eind januari in première gaat in het Grand Theatre in Groningen.
Boven in ‘het aquarium’, een verzameling door glas gescheiden kantoorruimtes, is Rutger Gernandt van De Warme Winkel ondertussen druk in gesprek met theater- en productieverzekeraar Joop Vermeulen. Wel zo handig, zegt Sanne Olijerhoek, producent van De Sloot, vanuit het naastgelegen kantoortje. ‘Deze man werkt praktisch voor de halve theaterwereld. Hier in De Sloot kan hij meteen meerdere cliënten afgaan.’
Kortom: er is deze ochtend volop bedrijvigheid in De Sloot. Al valt het volgens Olijerhoek nog mee: onder meer omdat vaste huurders als Sadettin K en Boogaerdt/VanderSchoot net in première zijn gegaan en nu dus op tournee zijn. Ook de studio die vast verhuurd wordt aan de Amsterdamse toneelschool, en daarmee garant staat voor de nodige reuring in de gangen en op de binnenplaats, wordt vandaag toevallig niet gebruikt.
Als producent is Olijerhoek onder meer verantwoordelijk voor de verhuur van de zalen. En dat is vanwege de flexibele verhuur soms een logistieke puzzel, maar het belang om zoveel mogelijk makers onderdak te bieden staat voorop. ‘Het voelt soms net alsof ik een datingbureau aan het runnen ben. Dan denk ik: misschien is het interessant als ik die twee groepen naast elkaar zet, of zouden deze makers samen een ruimte kunnen delen?’
Volgens Lisa Verbelen van BOG. kunnen er daardoor ongeplande samenwerkingen ontstaan die je van tevoren waarschijnlijk nooit bedacht had. Dat ondervond ze aan den lijve: ‘Just van Bommel ging iets presenteren. Ik ging kijken omdat ik die een beetje kende en wel benieuwd was. Maar als het niet in hetzelfde gebouw was, zou ik er nooit naartoe zijn gegaan. Vervolgens was ik zo enthousiast dat ik dacht: ik wil hier wel de eindregie van doen. Vaak word je als eindregisseur gevraagd vanwege heel specifieke redenen, nu was het: ik vind dit inhoudelijk zo interessant, ik móét hieraan meewerken.’ Het resultaat, Dear Frail Male, gaat op 24 januari in première in Frascati.
Sanne Olijerhoek glimlacht. ‘Soms heb ik het gevoel dat we samen een groot BIS-gezelschap vormen, met allerlei verschillende huismakers. De onderlinge betrokkenheid is heel groot.’ Van Steenis deelt die ervaring: ‘We zitten hier én heel autonoom – we zijn even volwaardige huurders als De Warme Winkel of Boogaerdt/VanderSchoot – en tegelijkertijd heb je wel de betrokkenheid van allerlei collega’s in de sector.’
Behalve onderlinge artistieke uitwisseling, vindt De Sloot een grote meerwaarde in logistische, praktische en zakelijke samenwerkingen: even meelezen met een fondsenaanvraag, elkaar helpen met een begroting, techniek en decors uitlenen – het gebeurt voortdurend en, heel belangrijk: op informele basis.
Joske Koning van collectief King Sisters: ‘Laatst raakten we hier op het terras in gesprek met Björn van Raaij, die werkt voor Arno Schuitemaker en daardoor van veel internationale residenties op de hoogte is. Merel Severs wilde meer informatie over de Nieuwe Makersregeling, waar wij onder vallen. Prima, dan sturen wij even onze aanvraag aan haar door. En de eeuwige zoektocht naar bestuursleden gaat hier ook veel eenvoudiger.’
Rutger Gernandt: ‘Mijn indruk is dat er uiteindelijk meer praktische dan artistieke kennis wordt uitgewisseld. Dat is ook laagdrempeliger, omdat je er minder context voor nodig hebt. Een doorloop of repetitie is heel kwetsbaar en vraagt vaak om voorkennis.’ Mensen van productie, marketing of de zakelijke afdelingen – vaak allemaal eenpitters – vinden elkaar volgens hem heel gemakkelijk. ‘Je loopt even bij elkaar naar binnen, het gaat vaak om snelle vragen: hoe verwerk je dit in de administratie, hoe zat het ook alweer met deze licentieovereenkomsten, weten jullie nog hoe het in Duitsland zat met het belastingverdrag?’
In de toekomst hoopt hij in het delen van de backoffice nog een slag in te kunnen slaan. ‘Nu wordt er soms al wel een stagiair gedeeld, maar daarin is nog veel te winnen. Uiteindelijk kan vrijwel geen enkel afzonderlijk klein of middelgroot gezelschap een sociale media-expert betalen, maar met zijn vijven kun je daar wél een aantal uur voor vrijmaken. Door de recente subsidie-uitslag komt dat gesprek nu in een stroomversnelling.’
Zoutzuurbaden en bouwmaterialen
Het idee voor De Sloot ontstond ruim zes jaar geleden bij De Warme Winkel, aanvankelijk vanuit de behoefte aan een eigen repetitieruimte. Gernandt: ‘Als je zoals De Warme Winkel theater maakt door op de vloer veel uit te proberen, is het fijn om een eigen plek te hebben waar je wat techniek hebt en je spullen aan het eind van de dag kan laten staan. Ik stuitte vervolgens op de regeling voor culturele broedplaatsen en dat leek ons ideaal: enerzijds vanwege de gezamenlijkheid met andere makers, maar ook omdat je zo’n repetitieruimte natuurlijk maar de helft van de tijd gebruikt, want je ben ook op tournee. Zonde, dachten we. Waarom zou je dat niet delen?’
Ze vonden in collectief BOG. een gelijkgestemde partner en begonnen een lange zoektocht naar een geschikt pand: een theaterbroedplaats heeft niet alleen oppervlakte, maar vooral ook hoogte nodig.
Begin 2020 stuitte hij op het huidige gebouw. Bij de eerste rondleiding stond het nog vol met zoutzuurbaden, maar Gernandt zag de potentie. Met een subsidie van Bureau Broedplaatsen (van de gemeente Amsterdam) en bijdragen van onder meer Stichting Melanie en Dioraphte, werd het pand onderverdeeld in kantoren, werkateliers, repetitiestudio’s en theaterzalen.
Ondertussen was de lijst met tegenvallers vrijwel eindeloos: er bleken twee hogedrukgasleidingen voor de deur te liggen die het vergunningsproces enorm hebben vertraagd, vervolgens gingen de kosten voor bouwmaterialen door het dak, dus er moest radicaal worden gesnoeid in de begroting; in het eerste jaar zijn er ruim 300 lekkages geweest; het congrescentrum aan de achterzijde fungeerde na corona als partycentrum. ‘Op de dag van onze opening was er in hun achtertuin een technofestival. We trilden letterlijk het gebouw uit.’
Corporate én creatives
De Sering vormt ontegenzeggelijk het kloppend hart van De Sloot. De inpandige non-profit horecagelegenheid serveert rond twaalf uur aan tientallen zakenmensen uit de omgeving een betaalbare, veganistische tweegangenlunch. Een uur later is de sfeer veranderd van corporate naar creatief: dan lunchen de kunstenaars uit de broedplaats gezamenlijk aan de lange tafels.
Benjamin Moen van BOG.: ‘De lunch is essentieel. Het klinkt simpel, maar dat je dagelijks met elkaar de maaltijd deelt, groepen door elkaar gaan zitten en letterlijk tussen de soep en de patatten door met elkaar in gesprek raakt, zorgt voor de belangrijkste kruisbestuivingsmomenten van de dag.’ Zijn collega Lisa Verbelen: ‘Sinds ik hier zit, besef ik pas hoe vaak we als theatermakers zeggen dat we elkaar willen ontmoeten, en hoe moeilijk dat vaak in de praktijk is. Maar juist omdat het hier niet hoeft, ga je toch een inhoudelijk gesprek met elkaar aan. Soms komt daar iets uit en vaak niet, maar er is in ieder geval niets verloren als dat niet gebeurt. Dat is heel bijzonder.’
Als voorbeeld van een bijzonder samenwerkingsproject dat letterlijk uit die gezamenlijke lunch is voortgekomen, noemt ze het ad-hoc georganiseerde minifestival Dirty Winter Welness in 2023. ‘Tijdens de lunch hoorden we dat Boogaerdt/VanderSchoot bezig was met Echo’s Chamber, en toen zei iemand van Touki Delphine: dat past wel bij ons project Transmission. Toen zeiden wij: eigenlijk sluit Stiltemuseum van Sanne Vanderbruggen daar naadloos op aan. En zal ik dan ook mijn voorstelling Two. Is Not a Solo spelen? Het hele festival ontstond vanuit inhoud, zonder dat er een plan of programmeur aan te pas kwam. Het heeft alleen maar bestaan omdat wij elkaar tussen de middag tijdens de soep tegenkwamen.’
Volgens haar heeft de broedplaats ‘een soort toneelschoolvibe’, die je na je afstuderen eigenlijk nergens meer tegenkomt. ‘De rommeligheid hier bevalt me goed, er zijn weinig plekken in Amsterdam waar ook gewoon allerlei shit in de gang staat. Op school had je soms van die presentatiemomenten en dan had iedereen een scène met een stofzuiger, omdat die toevallig naast de deur stond. Ik bedoel: je inspireert de ander ook zonder dat je het weet. Dat kan niet anders als je zo dicht op elkaar zit.’
Door intensief te werken met een relatief groot collectief als De Warme Winkel, heeft Benjamin Moen onder meer geleerd wat voor hem juist de kracht is van een klein gezelschap. ‘Hun werkwijze past heel erg bij wie zij zijn, maar ik ben daardoor nog meer gesterkt in het idee dat wij een kleine groep willen zijn die heel precies projecten kiest.’
Esther Ymkje van Steenis van Blond & Cynisch herkent dat: ‘Als klein gezelschap hebben we veel geleerd van de afgelopen subsidieronde. Het is goed om je te realiseren dat er grote teams achter die grote gezelschappen zitten. Als een subsidie rigoureus gekort wordt, blijven voor de buitenwereld dezelfde artistieke mensen zichtbaar, maar wij zien nu een hele organisatie noodgedwongen vertrekken.’
Nu zij zelf een organisatie proberen op te bouwen, is het heel leerzaam om geconfronteerd te worden met de realiteit van een groot gezelschap, zegt Emma Vermeulen. ‘Daardoor realiseren we ons ook dat groot worden niet de enige optie is. We kunnen er natuurlijk ook voor kiezen om als klein gezelschap te blijven opereren, zodat je niet terug kan vallen.’
Try-outs en testmomenten
Anderhalve week later, donderdag 7 november. Terwijl Blond & Cynisch inmiddels in de try-outfase van Circusnachten is beland, probeert theatercollectief King Sisters deze ochtend in een besloten ‘testvoorstelling’ voor een driepersoonspubliek het materiaal uit dat de afgelopen weken op De Sloot ontwikkeld is.
Het is voor de groep van Joske, Annelie en Marthe Koning, voor dit project aangevuld met muzikant Wessel Schrik en regisseur Emke Idema, een prille en kwetsbare fase in het maakproces: sommige ideeën hebben ze pas eerder die week samen bedacht. In hun repetitielokaal staat een uitnodigende ontbijttafel met koffie, thee en fruit, waaromheen spelers en toeschouwers plaatsnemen. Van buiten dringen geluiden de ruimte binnen. Vandaag zijn de studenten van de theaterschool wel aanwezig in het gebouw: hun studio bevindt zich verderop in de gang.
Vanwege het interactieve karakter van Het Zingontbijt – het idee is dat toeschouwers samen met de performers uiteindelijk ongedwongen zingend aan tafel zullen zitten – is het plan om elke repetitieweek een dergelijk testmoment in te lassen in De Sloot, steeds voor een groter publiek. Uiteindelijk zouden zo’n veertig man aan lange biertafels moeten aanschuiven én meezingen.
Joske Koning: ‘Dat uitproberen is heel belangrijk en het is geweldig dat we in De Sloot de ruimte hebben om dat te doen. We zijn zeker ook van plan om de andere huurders hier als testpubliek te vragen en hun kennis en expertise te gebruiken.’
Afgedankte lampen en omgevingsvergunningen
Waarin verschilt een theaterbroedplaats van een reguliere broedplaats? Gernandt: ‘Bij gewone broedplaatsen heb je doorgaans 100 procent vaste inkomsten en dus een minder risicovolle begroting en minder kosten voor overhead van de verhuur en schoonmaak. Wij hebben uiteindelijk gekozen voor een combinatie van vaste huurders én flexibele verhuur.’
Een andere kostenpost is de inventaris van de theaterzalen. ‘Tribunes en techniek zijn enorm duur. Aanvankelijk was de tribune in de grote zaal gemaakt van het hout van ons coronatheater Peepshow Palace, maar inmiddels is het de tribune van Frascati 4, en dus ook van de voormalige Engelenbak. En best veel lampen komen van Theater Lampegiet in Veenendaal, dat twee jaar geleden overging op LED.’
Een ander verschil met reguliere broedplaatsen is dat De Sloot met twee theaterzalen ook een duidelijke publieksfunctie heeft. ‘Daardoor moet je onder meer een veel complexere omgevingsvergunning aanvragen, verzekeringen afsluiten, vluchtroutes maken, brandinstallaties aanschaffen, keuringen laten doen. Terecht natuurlijk, maar als ik dit allemaal vooraf geweten had, vraag ik me af of ik eraan begonnen was.’
De laagdrempeligheid van de plek staat wat hem betreft altijd voorop. ‘Productiehuizen moeten zichzelf artistiek profileren, dat hoeft deze plek niet en daardoor zijn wij idealiter veel meer verwelkomend voor allerlei verschillende soorten kunstenaars. Plekken als De Brakke Grond of Felix Meritis, waar in de bovenzaal het Shaffy Theater werd opgericht, waren aanvankelijk artist-led, maar die zijn, logischerwijs ook, uiteindelijk gefocust geraakt op de continuïteit van de organisatie zelf. Ze zijn subsidie-afhankelijk, en die subsidie gaat vervolgens deels dicteren hoe je werkt, waardoor je automatisch dus ook op een productiehuis gaat lijken, in plaats van dat je een gedeelde maakplek blijft. Ik vind het belangrijk dat De Sloot echt in dienst staat van de artiesten en niet dat de artiesten in dienst staan van de plek.’
Dat is nog een uitdaging, zegt hij. ‘We willen wat meer eigen inkomsten genereren zodat we bijvoorbeeld genereuzer kunnen zijn in het beschikbaar stellen van de grote zaal, waardoor er ook meer publiekstromen zijn. Liefst zeg je tegen iedereen die hier monteert dat ze hier ook met gesloten beurs mogen try-outen. Maar dat betekent meteen twee mensen aan personeel en kosten voor verwarming en elektra. Dat kunnen we ons op dit moment nog niet veroorloven.’
Wachtlijsten en premières
De recente subsidiebesluiten hebben er ondertussen flink ingehakt op De Sloot. Prominent aanwezige groepen, zoals oprichters De Warme Winkel en BOG., krijgen aanzienlijk minder of geen meerjarensubsidie meer vanaf 2025, wat betekent dat hun aanwezigheid op De Sloot beduidend zal worden teruggeschroefd en de dynamiek op de broedplaats per definitie zal veranderen.
Gernandt benadrukt dat het voortbestaan van De Sloot zelf in principe niet in gevaar komt, omdat de broedplaats als losse rechtspersoon met eigen huurinkomsten heel bewust is losgekoppeld van de oprichters. ‘Er is een grote wachtlijst met gezelschappen die hier willen huren, dus over het invullen van de ruimtes maak ik me geen zorgen.’
Lisa Verbelen van BOG.: ‘We hebben dit opgericht omdat we zo naïef waren dat we dachten dat we wel in het subsidiebestel zouden blijven zitten. Nu denk ik: het is maar goed dat we zo naïef waren, anders had deze plek nooit bestaan. Ik hoop dat de jonge groepen die deze ronde wel meedoen, net zo naïef zijn als wij toen.’
Collectief Blond & Cynisch komt ondertussen bij van de eerste try-out van Circusnachten, die de vorige avond plaatsvond in De Sloot. Het ging goed, zegt Emma Vermeulen in het voorbijgaan bij De Sering, maar tijd om uitgebreid aan de lange tafels te lunchen heeft ze vandaag even niet. Met een kom rodebietensoep en twee sneetjes brood in haar hand, haast ze zich een weg naar buiten, terug naar de theaterzaal. Allemaal leuk en aardig, die kruisbestuiving in De Sering, maar het komt niet altijd gelegen. Morgen première: er is werk aan de winkel.
Beeld Lisa Schamlé