Een theater voor alle denkbare gezindten en generaties van Rotterdam-Zuid, de hele stad en regio, en zelfs daarbuiten. Dat is wat het nieuwe Theater Zuidplein wil zijn. Hoe pak je zoiets aan? ‘We zijn er voor iedereen, maar dan zou je ook van niemand kunnen zijn. Daarom scherpen we ons profiel voortdurend aan.’

Bij een eerste kennismaking met het nieuwe gebouw springt meteen het expressieve exterieur in het oog: rode baksteen met een witte gloed, die zo een rozige weerschijn krijgt, en veel meer nog de semitransparante ‘voile’ van geanodiseerd aluminium, antracietkleurig, waarin arabesken zijn uitgestanst. Daardoor krijgt de gevel een oriëntaalse ornamentiek die bij avonduren oplicht als een sieraad van licht, als een lantaarn of een lampion; terwijl overdag diezelfde gevel binnenin een spannend lichtspel opwekt.

‘Het buitenaanzicht’, vertelt Emmelien Matthijsse, algemeen directeur van Theater Zuidplein, ‘is zo ontworpen dat nieuwsgierigheid wordt gewekt; het is als het ware een uitnodiging om naar binnen te stappen, om die drempel te nemen. Het Annie M.G. Schmidt-voorpleintje werkt als vanzelfsprekend verlengstuk.’

Matthijsse, opvolger van de in 2016 overleden Doro Siepel, en eerder interim-directeur Cultuur van Rotterdam en gebiedsmanager voor Rotterdam-Zuid, wist waar ze bij haar overstap voor stond: ‘We wilden met Theater Zuidplein (TZ) een ontmoetingsplaats bouwen, een plek voor cultuur waar verschillende mensen en culturele achtergronden samen kunnen komen, van elkaar kunnen leren en elkaar herkennen. Ook een plek waar het artistieke maatschappelijk gedreven is, en andersom.’

Plein
Eenmaal binnen vindt de bezoeker zich terug in een hal, een ontvangstruimte met een open kassagebied, een café-restaurant dat de hele dag geopend is, en een groot centraal gepositioneerd ‘keukenblok’. ‘Met over de hele lengte een truss-systeem’, zegt Matthijsse, ‘daardoor zijn overal in de hal optredens en activiteiten mogelijk, in iedere denkbare opstelling.’ Achter in de hal ligt Zaal Z, ‘een ruimte die zelfstandig kan draaien omdat een glazen schuifwand de foyer geluiddicht kan afsluiten.’

De hal, per saldo een foyer, fungeert ook als kruispunt. Vanuit dit overdekte ‘verkeerspleintje’, een atrium of voorhof, kun je de twee theaterzalen bereiken of naar de benedenverdieping voor garderobe en toiletblok gaan, dan wel naar de bovenverdieping. Daar zijn met het Balkon op Zuid en Studio Doro multifunctionele zaalruimtes gebouwd. Matthijsse: ‘Geschikt voor repetities, maar ook voor vergaderingen, workshops, presentaties, congressen of recepties.’ Bovendien zijn daar tientallen studieplekken gecreëerd. Matthijsse: ‘Bibliotheek Rotterdam heeft hier een vestiging met een eigen ingang, maar het is ook mogelijk om vanuit de centrale hal zonder enige drempel naar de wijkbibliotheek over te stappen, en vice versa.’

Bart van Kampen van architectenbureau De Zwarte Hond, dat de ontwerpopdracht verwierf: ‘Theater Zuidplein is theater, foyer en brasserie ineen. Maar kan ook huiskamer zijn, een stadskamer waar iedereen vrijelijk naar binnen kan lopen.’ Het moest bij voorbaat niet te chic, zegt hij. ‘Het moest ‘Rotterdams’ en laagdrempelig. Daarom hebben we de nieuwigheid soms bewust wat rauwer gemaakt. Ook hebben we in het interieur de huisstijlkleur rood van het vertrouwde, oude Theater Zuidplein meegenomen en dat gecombineerd met antraciet.’ Matthijsse: ‘Rood is warm, staat voor geborgenheid en is toch ook chic. Want je moet hier in galakostuum of in vol ornaat kunnen verschijnen, en je evenzogoed in spijkerbroek thuis voelen. Aan die aspecten hebben we veel sessies besteed. Het oude TZ voelde als een comfortabele oude jas die gemakkelijk zit. Maar we gingen naar een omvang van twee voetbalvelden en een betonnen hal van 12 meter hoog. Tegelijkertijd wilden we het oude gevoel vasthouden. Vandaar die combinatie van dieprood met antraciet. De ruimte voelt zo toch klein en behaaglijk aan. Het oogt bij elkaar imposant, maar je raakt er niet verloren, ook al omdat de kleur van de zitbanken die her en der staan in contrasterend warm geel zijn uitgevoerd. Die geluiden horen we van bezoekers terug, en dat is precies wat we wilden bereiken.’ 

Zalen
De grote zaal is, het oude TZ getrouw, een ‘rode doos’ met een bijna baarmoederlijk gevoel, en ook de indeling en opstelling zijn grotendeels dezelfde als die van het oude gebouw. ‘TZ 2.0’, noemt Matthijsse het. ‘We willen het theaterpodium openbreken. Hier kan een afscheidingsscherm naar beneden worden gerold’, zegt ze, ‘de grote zaal en het stoelengebied zijn dan aan het zicht van bezoekers onttrokken.’ Het podium fungeert in dat geval als toneel-op-toneel, maar kan zo nodig ook duizend mensen een staanplaats bieden. ‘Bars kunnen zo het toneel op rollen voor popconcerten of DJ-avonden.’ De tribune van de kleine zaal, overwegend paarsblauw van kleur, is volledig in te schuiven. ‘Dat wordt dan ook een vlakke ruimte, met een capaciteit voor zo’n vijfhonderd staanplaatsen. Grote en kleine zaal bij elkaar lenen zich dus prima voor festivals.’

Met een brede toneelopening van 17 meter kan de grote zaal wedijveren met de grote theaters van het land. Technisch gesproken zijn toneelzalen vaak te diep, zegt Matthijsse daarover. ‘Een brede toneelopening en een ondiepe zaal wordt in theaters meer en meer de standaard.’ Van Kampen: ‘Voor een optimale beleving hebben we nauwkeurig gekeken naar de afstand tussen bezoeker en acteur. De afstand naar de verst afgelegen stoel, gemeten vanuit de ‘koperen kees’, is 21 meter. Die afstand is de norm, want daardoor is steeds een goed contact mogelijk, je zit hier op de huid van de toneelspeler, en andersom.’

Het contact tussen artiest en bezoeker is verder geoptimaliseerd door een akoestisch hoogstandje. Van Kampen: ‘We hebben driehoekige wandpanelen laten ontwikkelen van elkaar afwisselende laagjes aluminium en kunststof. Een computer heeft uitgerekend hoe die driehoekjes onderling het beste tegenover elkaar geplaatst konden worden voor het meest nauwkeurige en tegelijk meest diffuse geluidsbeeld. Daardoor kan het geluid elke stoel in de zaal maximaal bereiken.’

Knutselen
Aan het einde van de huidige kunstenplanperiode mikt TZ op 150 duizend bezoekers, waar het voorheen zat op 105 duizend. Een fikse toename. ‘We nemen ons ‘oude’ publiek mee, bijvoorbeeld door herkenbaar te blijven programmeren en een aantal dezelfde dingen te doen. Maar we zoeken ook steeds naar nieuwe benaderingen. Als een bewonersvereniging hier koffie wil komen drinken of knutseldingen wil organiseren voor kinderen, dan zijn ze welkom. Daar komt bij dat we een programma aanbieden in samenwerking met de bibliotheek. Op woensdagmiddagen zit hier in de foyer een dichter aan een tafeltje, en je mag zo bij hem aanschuiven. Ook organiseert de bibliotheek cursussen voor gamers. In de kleine zaal haken we aan met een theaterprogramma. Dus de boodschap aan hen is: wees welkom!’

Op soortgelijk wijze doet TZ dat ook met Lab-Z. Bij de broedplaats gingen begin 2021 vijf theatermakers uit de wijk aan de slag die tien weken de kans kregen om te experimenteren en zich als theatermaker te ontwikkelen. ‘Het was de vierde editie van het programma ‘teasers’ van Lab-Z, met voor het eerst vijf makers, daarvóór waren het er steeds twee. Vaak gaat het om jonge of beginnende makers met verhalen waarin een jong grootstedelijk publiek zich kan herkennen.’ Het resultaat bestaat uit vijf korte voorstellingen die in september voor een groot publiek worden gespeeld. ‘We hopen dat we volgende kunstenplanperiode structureel op subsidiegeld mogen rekenen.’

Het tekent ook een nieuwe invulling van ‘diversiteit’. ‘We hebben jaren achter de rug van publieksgroepen die ieder hun eigen ding hadden. We merken nu, zeker onder jongeren, dat afkomst niet zo relevant meer is als vroeger. Er is een grootstedelijk bewustzijn ontstaan, we gaan van divers naar inclusief. De doelgroepjes, de hokjes bestaan niet meer, het publiek vindt elkaar meer en meer in gedeelde interesses.’

In de loop der jaren zijn door TZ communities gebouwd op sociale media. Ook op online gebied zijn er ontwikkelingen gaande. ‘Online is zelfs voor onze traditionele doelgroep geen struikelblok meer. De wereld is aan het veranderen. Aannames moeten we herijken, continu toetsen en focusgroepen betrekken. Ook ons diverse personeelsbestand van 50 fte brengt veel informatie in. Het is een bron die ons doorlopend leert hoe er naar de maatschappij gekeken wordt.’

Gebiedsontwikkeling
Eind jaren negentig gaf de gemeente Rotterdam opdracht aan Theater Zuidplein om meer theatervoorstellingen en concerten te programmeren voor ‘nieuwe’ Rotterdammers. Tegenwoordig verwelkomt het een afspiegeling van een grootstedelijk gebied en met name van de Rotterdamse samenleving in Zuid. Met nu nog voortdurend langsrazende stadsbussen, de betonnen bonk van het koopparadijs er pal tegenover en de sociale woningbouw uit de jaren vijftig die TZ omringt, is het lastig voorstelbaar, maar de nieuwbouw is het eerste grote gebaar voor een gebiedsontwikkeling. Matthijsse: ‘Rotterdam wil rond winkelcentrum en OV-knooppunt Zuidplein en Ahoy een nieuw stadscentrum op Zuid creëren, met voor het eerst een echt hart.’

De komende jaren is het gebied vooralsnog een bouwput. De buitenruimte wordt compleet opengebroken. ‘Straks is dit een wandel- en fietsgebied’, kijkt Matthijsse vooruit. ‘Een verblijfsgebied voor de 200 duizend bewoners van Zuid, een derde van Rotterdam. Het OV-knooppunt wordt verlegd en het winkelcentrum krijgt later een facelift. Maar we zien nu al dat mensen zich niet tegen laten houden. Het pleintje voor ons theater stroomt geregeld vol en restaurants die zich hier inmiddels gevestigd hebben, voorzien zichtbaar in een enorme behoefte.’ 

Werkt het?
In september vorig jaar werd het nieuwe Theater Zuidplein – het uit 1954 stammende origineel schoof als het ware een eindje op – officieel geopend, stiekempjes alweer een klein kalenderjaar geleden. ‘Onder voorbehoud van corona zien we dat onze aanpak werkt. We zien reuring. Overdag komen mensen hier een boekje lezen of studeren, al of niet met een kop koffie of thee in de hand. Zij pikken dan informatie mee over onze voorstellingen.’

Na het proces jarenlang vanuit de tekentafel op haar gemeentelijke kantoorbureau te hebben gadegeslagen, is het fijn om te merken dat het ontwerp ook echt werkt, vertelt Matthijsse. ‘Ik heb het de afgelopen jaren ook vanaf mijn bureau bij theater Zuidplein en in vele gesprekken met gemeente, ontwikkelaar en architecten tot leven zien komen.’ De papieren werkelijkheid blijkt dus echt te bestaan. ‘We zijn er voor iedereen, maar dan zou je ook van niemand kunnen zijn. Daarom scherpen we ons profiel voortdurend aan. We willen blijvend midden in de maatschappij staan, van debat tot koffiedrinken. Het is en wordt hier een belevenis.’

foto Scagliola & Brakkee

Theater Zuidplein
Grote zaal: 600 stoelen
Kleine zaal: 250 stoelen
Zaal Z: 100 stoelen

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2021