Als u wilt zien hoe in de jaren zeventig van de vorige eeuw cabaret in Nederland er uit kon zien (of in beeld werd gebracht), zoek dan op YouTube naar De oude school van Don Quishocking, uit het programma Zand in je badpak (1973). U ziet mannen en één vrouw in smetteloze kostuums en op gympen, gezeten op smaakvolle, smetteloos witte plateaus. Achter de hoger geplaatste piano zit Pieter van Empelen, dertig op dat moment, de componist die de vaak gelauwerde dichtregels van Willem Wilmink op veel bekroonde muziek zette.
Het was, zoals zo vaak, de subtiele muzikale uitzwaaier die de kers op deze nostalgische taart vormde: het exotisch pingeltje onder de topografie van ‘ons Indië’, die wij babyboomers in onze oude scholen nog uit het hoofd moesten opdreunen op het ritme van meesters aanwijsstok: ‘Bali, Lombok, Soemba, Soembaja, Floris, Timor, enzovoort’. ‘Pieters muziek raakte precies aan de woorden’, zei zijn cabaretbendelid Fred Florusse bij Van Empelens plotse dood op 3 september jongstleden.
Hij had elektrotechniek gestudeerd in Eindhoven. Tijdens een studie Nederlands in Amsterdam is hij de latere makkers van Don Quishocking én Willem Wilmink tegen het lijf gelopen. Na tien jaar was de koek wel zo ongeveer op. Maar Don Quishocking herrees vaak uit zijn as, en vaak was Van Empelen er dan weer bij. Zoals bij Kaltes Grauen in 1985, de prachtige hommage aan het cabaret Die Pfeffermühle van (onder anderen) Erika en Klaus Mann. Hij regisseerde het vroege solowerk van Youp van ’t Hek en gaf les aan de legendarische Academie voor Expressie van Wanda Reumer.
Zijn technische studie bezorgde hem alsnog een tweede kunstenaarsleven, na het cabaret. In de overlijdensadvertenties werd hij uitbundig bedankt voor zijn denkwerk en coördinatie-arbeid bij de bouw van zowel het Cobra-museum in Amstelveen, alsook de (ver)bouw van de Hermitage in Amsterdam.