Het Theaterjaarboek vroeg theaterminnend Nederland naar hun persoonlijke hoogtepunten van seizoen 2018-2019.
Hannah van Wieringen (toneelschrijfster)
’Twee stamelende mannen in een roeibootje, Damiaan De Schrijver en Matthias de Koning speelden Eg er vinden van Jon Fosse. Frascati 3 blauw van de rook, de welwillendheid en de onmacht. De halsstarrige zachtmoedigheid van het willen begrijpen van je vriend. De vraag of de grens van het begrijpen de zelfverkozen dood is.’
Piet Menu (artistiek leider Het Zuidelijk Toneel)
‘Een voorbeeldje van hoe theater en werkelijkheid elkaar kunnen beïnvloeden, vooral als Jetse Batelaan regisseert. Na afloop ging ik met mijn vierjarige dochter nog een drankje halen. Toen we een half uurtje later op de fiets zaten vroeg ze, om het helemaal zeker te weten: de voorstelling is nu afgelopen, toch?’
Maureen Teeuwen (actrice)
‘Na een scène met veel heftige muziek en luid geschreeuw vraag ik aan het publiek:
‘Vond u het mooi?’
Ik ben op alles voorbereid.
Het is stil in de zaal. Maar dan klinkt er een stem, midden in het duister:
‘Het was prachtig! Als het leven zelf!’
Flora Verbrugge (artistiek leider Sonnevanck)
‘Urland, Bobby Baxter. Het was mijn eerste Urland-ervaring, en trouwens ook mijn eerste Oerol-ervaring. Thomas Dudkiewicz, een fantastische speler die adembenemend mooi spreekt. In zijn eentje op een grasland in de natuur. Geweldig. Langzaam wordt het donker en stijgt de nevel uit de grond, terwijl hij zijn gruwelijke verhalen vertelt.’
Patrick Nederkoorn (cabaretier en theatermaker)
‘Bij een try-out voor mijn allereerste voorstelling in het Duits, zei een Duitse bezoekster na afloop: ‘Ik heb twee hele kleine foutjes gehoord, mag ik even je script zien?’ Na tweeënhalf uur gaf ze me een volledig gecorrigeerde versie van de tekst terug. ‘Kijk’, zei ze, ‘zo pünktlich zijn we.’
Karina Holla (theatermaker en actrice)
‘4 mei mocht ik de krachtige vrouwen van Svetlana Aleksijevits een stem geven.
In gedachte ga ik voor hen op de knieën.
‘Sterven is makkelijk, maar leven, wat wilden we leven.’
Ik lag op mijn buik.
Toen kwam dat moment:
door twee jonge zangers werd ik uit de dood opgetild.’
Jetse Batelaan (regisseur)
‘Ik zat op drie meter van drummer Will Guthrie bij de voorstelling All Around van Mette Ingvartsen. Heel langzaam werd de druk op mijn oren opgevoerd in een ritme wat maar geen ritme werd. Veel elementairder krijg je het niet. Iemand die beweegt, iemand die drumt en wij die eromheen zitten. Opheffingsuitverkoop in mijn hoofd.
Esther Duysker (toneelschrijfster)
‘Allemaal Mensen. Een kwetsbare poging tot samenkomen.
En voor eventjes voelde dat gelukt. Tijdens die allesomvattende, liefdevolle en bloedeerlijke monoloog van Florian Myjer.
Met daarna het besef dat ook wij allen in de zaal, kort erna onze eigen wegen weer zouden vervolgen. Dat het daadwerkelijke samen zijn, enkel voor die paar uur in de zaal van de stadsschouwburg bestond.’
Nicolas Mansfield (directeur Reisopera)
‘Vlakbij Wimborne Minster in Dorset, Zuidwest-Engeland, ligt Kingston Lacy: een door de National Trust beheerd landhuis met tuinen zoals je ze alleen in het Verenigd Koninkrijk tegenkomt.
Op een zwoele avond eind juli 2018 begint mijn theaterjaar in de tuinen daar met Shakespeares The Tempest door reizend theatergelschap The Chamberlains Men. Samen met rond vierhonderd medetoeschouwers besluit ik ter plekke dat dit de mooiste voorstelling is die ik dit seizoen ga zien.’
Tjeerd Posthuma (toneelschrijver)
‘Als recensent van niet bestaande voorstellingen moet ik zeggen dat ik geen hoogtepunten heb gezien in het afgelopen seizoen. Het zal allemaal wel weer aan mij hebben gelegen, maar in mijn fantasie bracht iedereen het er beroerd vanaf. En dieptepunten: ach, als je de hele tijd door een dal loopt moet je je misschien neerleggen dat het geen dal is maar een stuk polder dat diep onder het NAP ligt.’
Eva Line de Boer (regisseur)
‘Een herneming van de voorstelling Zeventien die ik maakte bij Het Zuidelijk Toneel – samen met vijf meisjes met een moslimachtergrond – speelde in Podium Mozaïek voor een intiem en vooral zeer uiteenlopend publiek. Het contact tussen de spelers en het publiek was heel direct en daardoor magisch en ontwapenend tegelijkertijd. Dit was onze allerlaatste keer Zeventien (geen van de spelers had nog die precieze leeftijd) en op die avond vielen alle puzzelstukjes samen.’
Maarten Heijmans (acteur)
‘Mijn favoriete theatermoment was tijdens de voorstelling Een antwoord op alle vragen van Laura Van Dolron. Helemaal op het einde kwam een fade out. Ik ging zo in de voorstelling op – en hoopte vurig, vurig dat dit betekende dat de pauze was aangebroken. Maar nee, het was voorbij.’
Joost Maaskant (acteur, performer, muzikant)
‘Bij ons theatrale concert Permanent Destruction waren, op een avond, heel veel tieners in het publiek. De tieners gilden keihard na elk nummer, zwaaiden met hun armen in de lucht en probeerden ons aan te raken. Ik heb zoiets nog nooit in mijn leven meegemaakt. Ik was op dat moment, in mijn hoofd, even Britney Spears.’
Johanna ter Steege (actrice)
‘Bij Showponies van Alex Klaasen zag ik een wervelende show, humoristisch, confronterend, relativerend en waanzinnig muzikaal. Alex neemt zichzelf als uitgangspunt en imiteert, ogenschijnlijk makkelijk, grootheden als Barbara Streisand. Omdat hij het persoonlijke weet te verbinden met wat hij speelt is het een feest om naar hem te kijken. Hij ontroert mij.‘
Jibbe Willems (toneelschrijver)
‘Tijdens De Futuristen op Oerol smeedde Mark Kraan als Lijer Reefspuit avond aan avond vierhonderd man tot een woest springende massa op de licht verwarrende, filosofische zomerhit Voel je Vrij, Koffie Verkeerd!. Let op: dit wordt het jaar van Mark Kraan.’
Maxine de Jongh (toneelschrijver in opleiding)
‘Tijdens de Operadagen zag ik de popopera Sylvia, waarin verschillende actrices dichteres Sylvia Plath belichaamden. Muzikante An Pierlé was voor mij Sylvia. Afgezonderd van haar kwartet dat op een afstand zat, met enkel haar krachtige en soms breekbare stem en piano werd zij de eenzaamheid die je in Plaths teksten leest.’
Soumaya Ahouaoui (actrice)
‘Terwijl de heetste zomer aanbreekt en de meeste mensen het land verlaten, spelen wij in Internationaal Theater Amsterdam Small Town Boy. Tijdens de laatste snelverkleding helpen we elkaar in de coulissen in grootse fashion jurken. Vervolgens trekt Leandro Ceder te hard aan de jurk van Florian Myjer, jurk scheurt half, onvergetelijke paniekgezichten, maar nog een paar seconde om op te gaan. Geen tijd, dan maar zo. Show must go on. Niks aan de hand.’
Lotte Dunselman (actrice)
‘Onlangs zag ik Doe de groeten aan de ganzen van Freek Vielen. Een voorstelling over de dood. Een kindervoorstelling, maar er zaten bijna alleen maar volwassenen in de zaal. Bijna niemand hield het droog, ik moest mijn best doen om niet in brullen uit te barsten. Ik schaamde me zelfs een beetje. Wat natuurlijk raar is want hoe mooi is het om te kunnen huilen in het theater.’
Timothy de Gilde (regisseur)
‘Tijdens een try-out van de jeugdvoorstelling Game Over van Theater Sonnevanck en Toneelgroep Oostpool begint een jong meisje te huilen en roept naar de acteurs; ‘Sorry hoor, maar jullie doen dit gewoon zo mooi!’.’
Don Duyns (toneelschrijver)
’15 september 2018, de première van Het verhaal van het verhaal in Theaters Tilburg. Omdat alle losse draadjes uit het brein van Jetse Batelaan (theaterlarven, immense cut-outs van Trump, Beyoncé en Ronaldo en abstracte objecten) samen kwamen. En omdat ik voor het eerst als medewerker aan een project (tekstbijdragen) echt niet wist hoe het publiek zou reageren. En nu reist Het Verhaal via Venetië en Barcelona naar Japan.’
Matijs Jansen (acteur, theatermaker)
‘Maartje Remmers, Walter Bart, Ramez Basheer en Ahmad Alharfi lukt het, tijdens het spelen van Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen in Jena, geen één (van de negen!) keer om niet de slappe lach te krijgen. In een hele kleine ruimte achter op het toneel verkrampen ze iedere keer op exact hetzelfde moment. Onderwerp van de scène, scène geschreven door George Tobal: poep en plas. Zo simpel en lollig kan het zijn.’
Jurriën Remkes (acteur)
‘Karina Holla die bijna een jaar geleden haar Theo d’Or in ontvangst nam en vooral hoe. Vond haar speech fantastisch! Heerlijk om te zien hoe zij daar die avond met veel humor een beetje pesterig op het podium stond, heel verfrissend. Ken maar weinig acteurs die zo raar, energiek, vol en expressief zijn.Haar speech die avond was een soort kleine van samenvatting van wat Karina allemaal is.’
Gable Roelofsen (muziektheatermaker)
‘Een seizoen van co-creatie. Common Chorale waarin welgestelde Maastrichtenaren en mensen uit onze stad die onder de armoedegrens leven samen een gelegenheidskoor vormen. En een door vmbo leerlingen uit de Bijlmer geschreven theaterstuk over het kolonialisme. Wie is baas? een schrijfweekend voor dit stuk. Jeugdpsychiater Glenn Helberg kwam praten met de jongeren. Hoeveel impact oude denkbeelden over wie of wat van waarde is hebben werd mij toen pijnlijk duidelijk.’
Daria Bukvić (regisseur)
‘Mijn‘brother from another mother’ Vanja Rukavina die als eerste Bosnisch-Nederlandse acteur een acteursprijs (Arlecchino) won voor zijn prachtige rol in The Nation. Ik heb die avond maar drie zakdoekjes volgehuild.’
Naomi van der Linden (actrice)
‘Toen de voorstelling Melk en dadels meteen na aanvang werd stilgelegd vanwege een kapotte microfoon anticipeerde actrice Fadua El Akchaoui bliksemsnel met een freestyle stand-up waarmee ze een uitverkocht DeLaMar liet lachen en zingen. Van een one-woman-show van deze vrouw zou ik een avond lang kunnen genieten.’
Jannemieke Caspers (toneelschrijfster)
‘De Orde (Chaos) van 2018 van Het NUT. Tijdens deze voorstelling (over wat echt is en wat niet en of dat uitmaakt), was er een moment waarin Greg Nottrot poogt echt te zijn, zonder te liegen of te spelen. Één stel besluit precies op dat moment vanuit het midden van de zaal de voorstelling te verlaten. Greg: ‘De voorstelling is nog niet afgelopen, hoor.’ Het stel klimt verder over benen van hun buren. Greg: ‘Jullie gaan toch… jullie vinden het helemaal niks.’ ‘Ja’, zegt het stel en vertrekt. Ik wilde naast Greg gaan staan en ze naroepen: ‘Er staat hier een mens. Een echt mens. Misschien was u dat vergeten’.’
Manoushka Zeegelaar Breeveld (actrice)
‘Twee hoogtepunten. A Seat at the table was de meest indringende ervaring. Prachtig verteld vanuit hoe we gezien worden en hoe we onszelf beleven. Of we nu uit Iran, Suriname of Curaçao komen. Zo universeel blijken persoonlijke zaken. In Decemberdagen (Oerol), waar ik zelf in speelde, was het overweldigend om hetzelfde gevoel te delen met zoveel verschillende mensen.’
Floor Houwink ten Cate (regisseur en dramaturg bij Nineties Productions)
‘Ik zag eens een filmpje van een live optreden van BB King en Gary Moore in een klein jazzcafé. Nog voor het einde van hun gitaarduet stond een bezoeker op van zijn stoel, balde zijn vuist en sloeg hem euforisch hoog de lucht in. Ik begreep hem, het concert was magisch. Ik zag eens tijdens het spelen van onze voorstelling Merkel iemand nog voor het einde van Benjamins laatste tekst opstaan van zijn stoel, hij balde zijn vuist en sloeg hem euforisch hoog de lucht in. Ik huilde, de voorstelling was geslaagd.’