Met het ongemakkelijke kunstproject There Will Be Light betrad ‘beroepsprovocateur’ Julian Hetzel het complexe terrein van de economische handel in hoop. Een jaar lang betaalde Studio Julian Hetzel drie ‘winnaars’ een basisinkomen van 1250 euro per maand. Zij waren geselecteerd door een jury van dak- en thuislozen uit een groep van ruim 200 sollicitanten. Een terugblik: ‘Nu ik voor het eerst geld had voelde ik pas hoe bizar arm ik was. En misschien altijd wel zal zijn.’
‘Wanneer ik als kunstenaar vijftienduizend euro van onze culturele subsidie uitgeef aan een groot decor, vindt iedereen dat vanzelfsprekend. Besluit ik hetzelfde bedrag een jaar lang te spenderen aan een persoon in een kwetsbare situatie, om diegene een perspectief te gunnen, fronsen mensen hun wenkbrauwen. Waarom zou dit niet onder een kunstproject kunnen vallen?’ Regisseur, performer en beeldend kunstenaar Julian Hetzel (42), opgegroeid in de bergen van het Zwarte Woud in Duitsland en tien jaar geleden – na een studie visuele communicatie aan de Bauhaus-Universität Weimar – afgestudeerd aan DasArts in Amsterdam, verbaast zich over de juridische, financiële en arbeidsrechtelijke bochten waarin zijn Studio zich heeft moeten wringen om tijdens het artistiek-sociale experiment There Will Be Light (2022-2023) geld van fondsen daar te krijgen waar het volgens hem nu het meeste impact kan hebben: als basisjaarinkomen voor een worstelend iemand die hierdoor de rust krijgt na te denken over een ander toekomstperspectief. ‘Van ons wordt verwacht een waardevolle bijdrage te leveren aan de maatschappij door actuele en urgente voorstellingen te creëren die impact hebben. Daarom willen wij op theatrale manier aandacht vragen voor het sociaal-maatschappelijke idee dat iedereen onvoorwaardelijk een basisinkomen verdient, niet als gunst maar als fundamenteel recht.’ Een uitspraak die tijdens de voorstelling meermaals wordt herhaald, door de buiksprekende performer Christine van Stralen. ‘We willen publiek laten nadenken over de psychosomatische gevolgen van de inkomensongelijkheid in Nederland. Wie iedere dag moet knokken om rond te komen heeft niet de tijd en mentale ruimte zich een alternatieve toekomst voor te stellen’, zegt Hetzel bij de start van There will be light.
De theatermaker, in 2017 voor The Automated Sniper bekroond met de VSCD-Mimeprijs, is natuurlijk ervaren en geraffineerd genoeg om niet zomaar ‘gratis geld’ uit te delen – in het kader van wat een ongemakkelijk, publiek toegankelijk wedstrijdconcept zal zijn, ingebed in een marathonperformance door vier spelers.
Openbare afvalrace
In het voorjaar van 2022 streden in drie steden (Den Haag, Utrecht en Groningen) een week lang iedere dag tien ‘armlastige’ kandidaten – ze hadden zich vrijwillig aangemeld – publiekelijk om als dagwinnaar uit de bus te komen. Op de achtste dag, tijdens een Grande Finale, namen de zeven dagwinnaars het onderling tegen elkaar op, wederom voor het oog van toeschouwers, die onderwijl ook konden kijken naar een soort luie strandscènes van vier professionele performers.
Tijdens die openbare afvalrace, gesitueerd in een glazen kubus met spiegelruiten, probeerden alle kandidaten die ene hoofdprijs van 15 duizend euro in de wacht te slepen. Die werd drie keer uitgereikt: in Den Haag, Utrecht en Groningen (totaal 45 duizend euro). ‘Het had geen zin te kiezen voor een loterij. Dan moest er over het gewonnen bedrag een grote som kansspelbelasting betaald worden’, licht Hetzel toe.
Uiteindelijk besloot hij met zijn Studio-medewerkers, in overleg met Collectief Kapitaal (een initiatief van ervaringsdeskundigen met basisinkomens), de drie winnaars via een legale constructie twaalf maanden te betalen voor het performen van hun dagelijks leven. Dat was de enige tegenprestatie voor een jaar lang ademruimte: ‘a durational performance called life’. Geld als reservoir van rust. ‘We wilden hoop en uitzicht bieden, zodat deze mensen uit hun overlevingsstand konden treden en door financiële stabiliteit hun blik eindelijk eens konden richten op een stip op de horizon, achter hun muur van wanhoop.’ Niet voor niets lag de arena van There Will Be Light vol met zand en strandspullen en hulden vier performers (Louis van der Waal, Christine van Stralen, Niek Vanoosterweyck en Agat Sharma) zich luierend in opblaasbanden en megaschelpen: het binnenstrand verbeeldde het relaxte perspectief op een zonnigere horizon. Terwijl de performers tijdens entr’actes teksten declameerden over economie, armoede en basisinkomen, werd iedere kandidaat in de kubus twintig minuten lang zicht- en hoorbaar ondervraagd door een jurylid. ‘Just do nothing’ stond er te lezen op het shirt van een van de juryleden, als aanmoediging om rust te nemen en vooruit te kijken. Een geëxalteerde bedrijfsvideo over sollicitatietips (‘How to tackle every jobinterview’) bracht kandidaten en publiek bij binnenkomst in de stemmige sfeer van een selectieproces.
Dak- en thuislozen
Hetzel besloot nog een stap verder te gaan en niet zelf op de stoel van de jury te gaan zitten maar het selectieproces in handen te geven van lokaal geworven dak- en thuislozen. ‘Als er mensen zijn die ervaring hebben met het verschil tussen niets en iets, tussen de onrust van een dagelijkse zoektocht naar geld en het perspectief van een maandelijks inkomen, zijn zij het. Zij kunnen goed beoordelen hoe groot de mentale vrijheid voelt als je niet langer een gevangene bent van het hier en nu.’
Drie keer bestond het selectiepanel uit mannen zonder woon- of verblijfplaats, of in ieder geval met ruime ervaring met een leven op straat. Samen met Hetzel bedachten ze relevante vragen. Ze kregen ook ruimte om naar eigen inzicht de kandidaten nog wat verder door te vragen over hun motivatie om mee te doen, hun persoonlijke situatie en hun (financiële) wensdromen. ‘Wie ben je? Wat is je duurste bezit? Wat is je eerste herinnering aan geld? Hoeveel heb je gespaard? Waarom denk je dat jij het geld verdient? Wat ga je doen met
15 duizend euro?
Het klinkt cru om mensen zonder inkomen en vaste woon- of verblijfplaats grote sommen geld te laten uitreiken en te laten luisteren naar financiële toekomstfantasieën, terwijl ze zelf geen rode cent te makken hebben, en afhankelijk zijn van charitas en gebedel. Een van de juryleden in Utrecht gaf aan dat de verantwoordelijkheid één iemand te kiezen uit meerdere wanhopige mensen hem in het begin ook wel pijn deed. Maar in Den Haag hadden veertiger Miquel, zestiger Ruud en de Slowaakse broers Branislav (35) en Stanislav (31) daar geen moeite mee. ‘We krijgen goed te eten en te drinken en betaald voor onze inzet. Bovendien worden we serieus genomen.’ Hetzel staat nog steeds achter de keuze van dit juryformat. ‘Deze mensen kunnen beter dan wie ook inschatten waar zo’n maandelijks bedrag de meeste impact heeft en wie het geld verdient. Bovendien bevonden zij zich nu eens in de machtige positie om te kiezen wiens leven ze met geld zouden kunnen veranderen. De omgekeerde wereld.’
Straatervaring
Ruud heeft een werkend leven achter de rug als chauffeur voor de Amerikaanse ambassade – toevallig dezelfde plek waar in Den Haag There Will Be Light plaatsvond, in de exporuimte van WEST museum voor hedendaagse kunst. Hij kwam door een scheiding op straat terecht. Maandenlang bivakkeerde hij ongezien in een tentje in de struiken van de ambassade. ‘Iedereen kan zo’n sociale val overkomen. Ik weet hoe groot het contrast voelt tussen de rijken die ik vervoerde en de lotgenoten die ik bij de Soepbus trof.’
De Slowaakse broers zijn sinds het verlies van hun vader in hun vroege jeugd op elkaar aangewezen. Een leven op straat bevalt hun wel, zeiden ze lachend tijdens een pauze in Den Haag, een paar blikken bier onder handbereik. ‘Maar nu zijn we nog jong en kan ons lichaam dit nog aan. We weten van anderen hoe snel je veroudert op straat en hoe lastig het dan wordt.’ Miquel – zes jaar straatervaring – is de beste prater van het stel. Inmiddels heeft hij weer werk als producer van artiesten. Waarom hij meedoet? ‘Put your money where your mouth is. Iedereen praat over wat beter zou moeten voor mensen die buiten de maatschappij vallen. Maar wie doet echt iets? Wij zijn ervaringsdeskundig en weten hoe moeilijk het is een stap in de goede richting te kunnen zetten.’ Bovendien, weet hij, is geld niet altijd de sleutel tot verandering. ‘Soms ligt de oplossing binnenin iemand. Dan moet iemand van binnen durven te veranderen of iemand anders helpen om zichzelf beter te voelen.’ Ook nu nog vraagt Studio Hetzel met enige regelmaat aan de Surinaamse Miquel of hij panellid wil zijn in discussies over armoede, zoals tijdens de interviewvierdaagse ‘The Land of Plenty’ en het debat ‘The Future of Democracy’, beide in De Balie in Amsterdam.
‘This project is fucking weird’
Op de laatste zondag van april 2022 moesten deze mannen, tijdens de Grande Finale gezeten op hoge scheidsrechtersstoelen in de voormalige ambassade in Den Haag, kiezen tussen onder anderen een Iraanse conservatoriumstudent die gratis muziek voor achtergestelde gemeenschappen wilde gaan maken, een voormalige soldaat die ziek was van alle stress en hoopte te kunnen focussen op een positieve toekomst en de spiritueel ingestelde Eva, zonder vast inkomen, die haar naam (‘zij die schijnt’ en ‘de leven gevende’) in praktijk wilde gaan brengen door het geld te delen en te investeren in ‘de kunst van het geven’.
Nadat vier kandidaten door de jury waren weggestemd, liep de spanning in de kubus hoog op. ‘This project is fucking weird’ riep één kandidaat. Een ander moest huilen van de zenuwen. De bank-surfende Eva won. De jury vond haar het meest empathisch. Zo blij en emotioneel als ze was, zei ze na afloop, in tranen, het toch ook moeilijk te vinden de prijs te accepteren: ‘Ik ken Syrische en Oekraïense vluchtelingen die het zo veel harder nodig hebben.’ Ze had nog overwogen de prijs met de twee andere, laatste overblijvers te delen. Maar dat stond het concept niet toe. Bovendien was dat ook weer oneerlijk tegenover de andere vier finalisten. Eva hoopte dat ze door de financiële rust minder paniekaanvallen zou krijgen en benadrukte hoe dan ook het geld in anderen te investeren. Hoe, lichtte ze niet meer toe. Later verkoos ze anoniem te willen blijven.
Een zieke gameshow?
Een aantal critici stelt ethische vragen bij het concept van There will be light: is het niet een ratrace voor stakkers? Zelfs de winnaar in Utrecht, Maia Bolier (34), plaatst er nog steeds kanttekeningen bij: ‘Ik houd wel van kunst die wringt maar je speelt toch een spel met de hoop van wanhopige mensen. Ik ging er ook met gemengde gevoelens heen. Ik kende Julian als kunstenaar, ik ben zelf ook performancekunstenaar, maar ik wist niets van het te winnen bedrag. Ik deed mee uit nieuwsgierigheid. Als ik het niet zou doen, zou ik nooit hebben geweten of ik had kunnen winnen.’ De Grande Finale, zegt ze, in die kubus met spiegelruiten, vond ze afschuwelijk om mee te maken. ‘Je voelt je dan echt onderdeel van een zieke gameshow. Ik was in paniek toen ik won. Ik voelde mij schuldig ten opzichte van de juryleden. Zouden zij er ook beter van zouden worden’. Toch heeft de winst haar later enorm geholpen, zegt ze nu (zie inzet).
Hetzel, die met eerdere projecten als het bejubelde Schuldfabrik (2017) ‘de economie van schuld’ ter discussie stelde, wil juist vragen stellen bij, wat hij noemt ‘the big behind’: onzichtbare, economische machtsstructuren die eigenlijk de maatschappij reguleren. ‘Als we het systeem willen veranderen, moeten we niet alleen out of the box denken maar onderzoeken hoe alles erachter functioneert. Daarom wil ik in There Will Be Light de economie van hoop juist ter discussie stellen. Hoop is een overlevingsmechanisme. Maar hoop ligt vaak ook buiten je macht. Hopeloosheid is niet het gebrek aan hoop maar het gebrek aan ruimte een nieuwe toekomst voor te stellen.’
Zelf heeft Hetzel in ieder geval een verrassend nieuw, hoopvol toekomstperspectief: in het najaar wordt hij vader. En in het voorjaar van 2024 gaat hij bij Theater Artemis in Den Bosch zijn eerste jeugdvoorstelling maken: Diarree is mijn lievelingskleur (8+), over hoe je schoonheid kunt laten ontstaan door eerst iets kapot te maken. ‘En There Will Be Light gaat zo goed als zeker op toer naar Duitsland, Kassel waarschijnlijk, en Zwitserland. Dat betekent dat we daar fondsen moeten werven, dak- en thuislozen moeten opzoeken en een sollicitatieproces moeten opzetten voor deelnemers die geen hoop meer zien.’
foto Nosh Neneh. Publiciteitsfoto There Will Be Light van Julian Hetzel
Winnaar Groningen: Jovannah Bär (26)
‘Ik had gehoopt het te kunnen sparen maar ik heb er echt van geleefd. Ik heb hierdoor eindelijk mijn lichaam leren kennen en ontdekt dat ik een ziekte heb waardoor ik snel moe ben, niet omdat ik uitgeput was en niets kon. Ik ben op mijn vijftiende uit huis geplaatst en heb altijd hard moeten werken in vermoeiende baantjes, daarmee stond ik mijn eigen ontwikkeling in de weg. Ik ben in dit jaar meer gegroeid dan in de zes jaar hiervoor. Ik heb een veel stevigere mentale basis ontwikkeld. Ik heb meer vertrouwen gekregen in dat het wel goed gaat komen met mij. Het voelde alsof de wedstrijd voor mij was gemaakt. De Grande Finale ging over toegang tot voedsel, drinken en ademruimte. Dingen waarvoor ik mijn leven lang zo mijn best had moeten doen. Het was een bevrijding eens te mogen winnen in het leven. Het basisinkomen betekende ook veel meer dan snelle hoop. Het heeft gezorgd voor fundamentele hoop. Ik heb eerder een dichtbundel uitgebracht: Seasoned Eyes are Beaming, vrij vertaald ‘Doorgewinterde ogen stralen’. Nu kan ik ook dichtkunst en mijn kunstenaarschap weer oppakken, dat is gericht op mensenrechten en klimaatbewustzijn. Kijk maar op mijn site art-in-coexistence.com. Ik zou iedere drie maanden gebeld worden door Studio Julian Hetzel maar dat is niet gebeurd. Ach ja, geeft niet. Gratis geld is echt heel leuk.’ (foto Oostblok Media)
Winnaar Utrecht: Maia Bolier (34)
‘Ik leef volledig buiten het systeem. Vanaf mijn vijftiende woon ik gekraakt, doe ik aan klikoduiken, schuim ik containers af en leef ik van solidariteit. Ik werk een beetje als performancekunstenaar, maar ik ben een stuk minder succesvol dan Julian Hetzel. Ik wilde altijd graag een volkstuintje kopen om daar een atelier te bouwen en workshops te geven, bijvoorbeeld aan vluchtelingen. Toen ik won dacht ik echt dat volkstuintje te kunnen kopen. Maar € 1250,- is niets als je binnen het systeem wilt leven. Alles is zo duur. Ik kon helemaal geen grond kopen. Ik merkte ook dat mensen die het wisten plots minder gaven voor mijn workshops op vrijwillige bijdrage. Dat is zo raar, alsof mijn werk minder waarde werd. Bovendien moest ik eerst mijn zieke vader helpen, hij is een gekke oude man en nadat hij twee auto’s kapot had gemaakt, kon ik nu voor hem een tweedehands autootje kopen. Ook heb ik na zes jaar mijn moeder kunnen opzoeken in Australië, omdat ik eindelijk een vliegticket kon kopen en cadeautjes kon meenemen. Toch, nu ik voor het eerst geld had, voelde ik ook hoe bizar arm ik eigenlijk was. En waarschijnlijk ook altijd zal zijn, want ik zal altijd buiten het systeem blijven leven. Daarom heb ik er niet aan proberen te wennen. Ik heb alleen één keer Thais eten van Thuisbezorgd besteld. Voorheen keek ik alleen maar naar al dat lekkers. Nu kon ik het eindelijk eens aanklikken. Maar ik wist heel goed, dit is tijdelijk. Ik ben er wel heel dankbaar voor. Ik zat in een burn-out door alle stress rond mijn vader. Nu heb ik eindelijk rust kunnen creëren. En kan ik mij weer op mijn workshops richten.’ (fotograaf onbekend)