Van welke docent heb je iets geleerd over hoe je kunstenaar moet zijn? Dat vroegen we aan enkele recent afgestudeerde theatermakers. Aan degenen die zij noemden stelden we dezelfde vraag.
Daphne Jacquelien Masé over Dwayne Toemere
Gevleugelde woorden ‘When they go low, we go high.’
Dit waren de woorden die Dwayne Toemere tegen mij zei, in de gang van de theaterschool, tussen de lessen door. Ik zat er op dat moment even doorheen. Hij vertelde dat hij het boek van Michelle Obama had gelezen, en dat deze quote van haar afkomstig was. Het idee erachter is dat wanneer iemand gemeen doet, je jezelf niet verlaagt naar hun niveau, maar er juist boven staat.
Het klinkt misschien als een cliché, maar de manier waarop Dwayne dit aan mij overbracht, voelde anders. Het was alsof hij een dringende boodschap had, iets wat hij móést delen. Vanaf dat moment begon ik de quote op mijn eigen manier te interpreteren. Het werd voor mij een leidraad om niet klakkeloos met de massa mee te gaan en me niet te ‘verlagen’ door stil te blijven. When they go low, we go high. Ik ga high door mijn behoeften en verlangens uit te spreken. When they go low, we go high. Ik ga high door me uit te spreken tegen de heersende meningen over de problemen in de wereld, door mijn stem te laten horen. When they go low, we go high. Ik ga high door de stem van de minderheid hoorbaar te maken, door op te komen voor hen die niet gehoord worden.
Als kunstenaar voel ik het als mijn plicht om mijn noodzaak levend te houden. Om verandering te omarmen, om nooit te berusten in stilstand, en om altijd zo hoog mogelijk te mikken.
Met alles wat ik nu doe, is het een vereiste om te kijken waar ik sta ten opzichte van de thematiek. De woorden van Dwayne uit dat gesprek op de gang blijven bij mij resoneren, met elke uitdaging die op mijn pad komt. Ze zijn een anker geworden in mijn makerschap.
Ik ben Dwayne dankbaar voor dit moment, want het heeft mij gevormd tot de persoon die ik nu ben. Ik ben gaan vliegen, hoger en hoger. When they go low, we all go high.
Dwayne Toemere over William Dashwood
Waardig door de wereld
William Dashwood was mijn docent op de mime opleiding. Hij gaf het vak ‘mime corporel dramatique’. Dat is een techniek ontwikkeld door Etienne Decroux in Parijs in het begin van de vorige eeuw, een techniek die in elke les op de mime opleiding wel een beetje naar voren komt. Maar van William leerden we de pure techniek. Hij heeft les gegeven op de opleiding vanaf begin jaren tachtig.
We trainden ons lichaam als een instrument met toonladders. Isolaties, rotaties en inclinaties van alle mogelijke gewrichten van top tot teen (letterlijk, we trainden ook onze tenen!), het hele lexicon, het was een schat aan kennis. Deze mime taal is wat ons als mimers verbindt.
Na de opleiding ben ik in 2013 gevraagd om de lessen van William Dashwood over te nemen toen hij met pensioen ging. Dat vond ik een enorme eer.
William en ik zijn altijd bevriend gebleven. Ik vind het een inspirerende man. Naast de mime techniek hebben zijn verhalen over studeren in Parijs en zijn eigen gezelschap in Engeland (en alle wilde avonturen) diepe indruk op me gemaakt.
In onze gesprekken wisselen we de laatste lees- en luistertips uit over theater, sporten en meditatie. Zijn eigenzinnige kledingstijl vind ik ook heerlijk. Schoenen met hoge hakken zijn voor William altijd al genderneutraal geweest.
De woorden grace and poise, gratie/elegantie en een evenwichtige houding, kwamen in het bestuderen van Decroux’ techniek telkens terug: in de manier waarop je je hand aanbiedt, in de manier waarop je je voeten plaatst of in de manier waarop je je nek en onderrug opstrekt aan het eind van een beweging. Deze grace en poisezijn mooie mental notes voor alle beweging. Die fascinatie en liefde voor zelfs de allerkleinste beweging zie terug in de manier waarop een mimespeler de beweging ‘vult’.
Grace en poise zijn ook een rol gaan spelen in de rest van mijn leven. Ze helpen me om met een waardigheid door de wereld te bewegen en met mensen om te gaan. Altijd met grace en poise.
Mime corporel heb ik weleens klassiek ballet voor mimers genoemd. Maar in tegenstelling tot ballet hoeft niet iedereen op het eind aan dezelfde standaard te voldoen. Je werkt met het lichaam dat je hebt en probeert telkens te verbeteren vanaf je eigen startpunt, jouw eigen zéro. Jouw vertrekpunt is jouw neutraal met jouw (fysieke) geschiedenis en de verhalen die daarbij horen daarin besloten. Want hoe meer je probeert een neutraal te bereiken hoe duidelijker onze verschillen en eigenheid worden. Dat vind ik een mooi gegeven.
Mime corporel is een lastig vak. Het is trainen, trainen, trainen voor een spiegel met een leraar als expert voor de groep. En in principe is de methode ook absoluut (je doet het goed of je doet het fout) en bijna wiskundig. Ik heb zelf ervaren dat dit flink doorbijten is.
Ook omdat de methode bedacht is in een andere tijd met een bepaald gedachtengoed, komen er allerlei vragen en problemen naar boven waarover we als mime gemeenschap zouden moeten blijven praten. Het gegeven van een ‘neutraal’ of zéro is een interessant gespreksonderwerp op zich. Door in gesprek te blijven met elkaar over de techniek en het gedachtegoed blijft de techniek zich ontwikkelen en blijft het relevant.
Het is de uitdaging om deze techniek als een uitnodiging te zien, om het ons eigen te maken en een mooiere beweger te worden ten opzichte van je eerdere zelf.
William Dashwood over Etienne Decroux
De schoonheid van de menselijke spirit
‘Mais c’est beau, ce que tu fais.’
Ik was verbaasd toen mijn leraar dit voor het eerst tegen me zei. Ik kon me niet voorstellen dat zoiets mogelijk was.
Étienne Decroux was een ‘martinet’, een strenge tuchtmeester. Dat klinkt extreem, maar hij had een helder gevoel voor humor en een enorme fascinatie voor beweging. Bij hem studeren was een vreugdevolle ervaring.
Bovenaan de lange lijst van dingen die me inspireerden tijdens mijn studie, staat enerzijds concentratie – en anderzijds het vermogen om te zien. Door zijn gedisciplineerde aanpak leerde ik me lang achter elkaar te concentreren. Zijn scherp observerende, analytische oog leidde mijn eigen visie: waar te kijken, hoe waar te nemen en hoe keuzes te maken.
De schoonheid van de menselijke spirit die tot uiting komt in de manier waarop iemand beweegt, die tot uiting komt in diens lichaamshouding, is een keuze. En bewegen met gratie en evenwicht is een vaardigheid die je kunt leren. Om iets te bereiken moet je doorzetten; vastberadenheid kun je ook leren.
In de woorden van Decroux:
‘Je hoeft niet te hopen om te ondernemen.
Het hoeft niet te lukken om te volharden.’
Het proces ging dieper, ik leerde dat hoe je beweegt invloed heeft op hoe je je voelt en vice versa. Dus dat wie je bent – je karakter, je zelfbeeld en je gevoelens over anderen – wordt onthuld door de manier waarop je je uitdrukt.
Decroux corrigeerde de bewegingen van studenten tot op de millimeter nauwkeurig, maar als ze dezelfde fout bleven maken, zei hij: ‘Hij begrijpt het niet’. Soms raakten studenten daardoor in de war omdat ze het intellectueel hadden begrepen, maar Decroux’ betekenis van begrijpen was, dat je in staat was om de beweging uit te voeren. ‘Begrijpen’ was een fysieke kwaliteit, geen mentale.
Tijdens een oefening werd duidelijk dat wanneer twee mensen een fysieke route identiek doorliepen, er toch altijd een verschil was. Hij schreef dit toe aan dynamo-ritme, de eigenschappen van het individu, waarbij je zou kunnen zeggen: ‘Ze doen allebei hetzelfde… maar deze doet het beter.’
Dus: intentie is alles, maar verbeelding is al het andere, en autosuggestie, het vermogen om een idee, gevoel of sfeer over te brengen terwijl je ogenschijnlijk helemaal niets doet, is een kwaliteit die niet aangeleerd kan worden.
Decroux zei vaak: ‘De mimespeler staat achter zijn eigen ogen’, wat betekent dat we onszelf nooit zien zoals anderen ons zien.
Je kunt mensen leren beter op te letten, ze leren acteren, ze leren goed te bewegen, maar je kunt ze niet leren interessante performers te zijn.
Als je bezig bent met het creëren van kunst, is het bovenal belangrijk om te doen waarin je gelooft zonder je zorgen te maken over hoe het publiek zal reageren. Hoge kunst is ongegeneerd elitair. Het kan niet door iedereen worden gewaardeerd zonder enige voorkennis. Dus om een mimespeler te zijn in puurste zin van het woord, kan het nodig zijn om te accepteren dat je een heel klein publiek zult hebben.
De roman The Tail of the Seahorse van William Dashwood is het verhaal over zijn studie bij Decroux in Parijs en verschijnt later dit jaar.
This Precious Jewel, the Body as Instrument van William Dashwood, is verkrijgbaar bij de Theaterboekwinkel en op Williamdashwood.nl.