Theatermaker Felix de Rooy wordt geëerd met een portret in de gangen van Internationaal Theater Amsterdam. Kunstschilder Cliff San A Jong vereeuwigde zijn boezemvriend: ‘Wij kennen elkaar al vanaf de Academie. Ik weet nog goed dat ik hem voor het eerst zag, geheel gekleed in het wit met een hoed en een flamboyante sjaal om. Je zag direct, dat is een kunstenaar!’
Felix de Rooy: ‘Ik moest een jasje aan, sneakers, en een pet op. Verder was het de bedoeling dat Raul Neijhorst, de fotograaf, mij zittend, en staand met een hand in mijn broekzak, zou fotograferen.’ De rollen zijn omgedraaid nu de regie niet in handen ligt van regisseur, documentairemaker, curator en beeldend kunstenaar Felix de Rooy(Curaçao, 3 november 1952), maar in die van zijn boezemvriend en collega kunstenaar Cliff San A Jong (Paramaribo, 30 juli, 1948). Felix: ‘Dit was de tweede fotograaf. Over de eerste fotosessie was Cliff niet tevreden. Het is prettig dat Cliff weet wat hij wil.’
Welke foto het is geworden, weet De Rooy niet, maar hij weet wel dat de foto als basis dient voor het portret waarmee hij wordt opgenomen in de ‘eregalerij’ van het Internationaal Theater Amsterdam (voorheen Stadsschouwburg Amsterdam). De Rooy: ‘Heel eervol dat ik deel mag uitmaken van de groep ‘groten’ uit de Nederlandse theatergeschiedenis.’ Met dit schilderij wil initiatiefnemer The Need for Legacy in samenwerking met Nederlands Theaterfestival en Internationaal Theater Amsterdam, meer kleur brengen in deze befaamde portrettengalerij. Zijn voorgangers: Rufus Collins, theaterfenomeen en medeoprichter van theatergezelschap en -opleiding De Nieuw Amsterdam (door Brian Elstak, 2021), en het Afro-Surinaamse Doe-theater, opgericht door Thea Doelwijt en Henk Tjon, (door Iris Kensmil, 2022).
Toen in maart dit jaar Wigbertson Julian Isenia en ondergetekende door The Need for Legacy werden benaderd met de vraag welke Zwarte theatermaker of acteur in 2023 geëerd dient te worden, kwam de naam Felix de Rooy als vanzelfsprekend bovendrijven. Over de vraag welke kunstenaar De Rooy zou moeten vereeuwigen, hoefden we in principe ook niet lang te bakkeleien. Uit het onderzoek voor de tentoonstelling Surinaamse School (2020, Stedelijk Museum) waar ondergetekende een van de gastcuratoren van was, kwam hun respect voor elkaars werk, kunstenaarschap en kameraadschap aan het licht.
Cliff San A Jong is al ruim 50 jaar kunstschilder en in mijn ogen een van de beste portretschilders van Suriname. Hij is een fijnschilder en werkt in een magisch realistische stijl. Het mooiste vind ik zijn werken waarin hij zijn Afro-Surinaamse en Aziatische (Chinese) roots combineert. Toen ik in 2019 bij hem op atelierbezoek was, net buiten Paramaribo, vertelde hij mij uitgebreid over de ontmoeting in Amsterdam met een van zijn helden: de vermaarde kunstschilder Carel Willink. Deze ontmoeting zou cruciaal blijken voor de rest van zijn carrière. Willink gaf hem tips en persoonlijk advies, daarnaast adviseerde hij Cliff een bepaald kunstboek aan te schaffen vol recepten voor het zelf maken van pigmenten, technieken om perspectief op te bouwen, en de geheimen van het scheppen van het perfecte hooglicht.
‘Wij kennen elkaar al vanaf begin jaren zeventig, toen we samen studeerden aan de kunstacademie in Den Haag’, laat Cliff San A Jong weten, ‘dat was voor mij mogelijk gemaakt door middel van een beurs van Sticusa.’ (Een Nederlandsestichting die van 1948 tot 1991 door de Nederlandse overheid de taak had gekregen culturele samenwerking tussen Indonesië, Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen te bevorderen.)
‘Felix heeft me ontzettend geïnspireerd met zijn politieke ideeën, zijn theaterwerk en zijn visie op het afbeelden van Zwarte mensen en hun cultuur. Ik weet nog goed dat ik hem voor het eerst zag, geheel gekleed in het wit met een hoed en een flamboyante sjaal om. Je zag direct, dat is een kunstenaar!’
Vrij snel, nog tijdens hun studententijd, vroeg De Rooy of San A Jong in een van zijn eerste films wilde spelen: Every picture tells a story (1978). Dit avontuur greep San A Jong met beide handen aan. Hij moest een beeldend kunstenaar, dus zichzelf, spelen. De Rooy: ‘Hij was een natuurtalent met een goede kop. Daarna heb ik nog een film met hem gemaakt, Ava & Gabriel (1990).’
Als ik San A Jong vraag hoe hij De Rooy als regisseur heeft ervaren zegt hij kort en krachtig: ‘Hij was streng, en als hij niet kreeg wat hij wilde, liet hij je dat weten.’ Als ik wederhoor pleeg bij De Rooy nuanceert hij: ‘Kijk, als je theater maakt, heb je tijd. Je hebt repetitieweken, je hebt tijd om je tekst te leren en zelfs tijd om te improviseren en zaken uit te proberen. Als je een film maakt, heb je die tijd niet. De teksten moeten in het hoofd zitten en licht, camera, alles moet kloppen. Zo’n productie is strak gepland en uitloop is vanwege de financiële consequenties ongewenst, helemaal als je een crew vanuit een ander land over laat vliegen.’
De Rooy en San A Jong zijn tot op de dag van vandaag kunstbroeders. In de ruim 50 jaar dat ze elkaar kennen, kwamen ze met regelmaat, voor een kortere of langere tijd, bij elkaar over de vloer. Als San A Jong Curaçao bezocht, verbleef hij bij Felix en werkten ze samen in zijn atelier. Omgekeerd was Felix ook altijd welkom in het atelier van San A Jong in Paramaribo. Het is ook niet de eerste keer dat San A Jong De Rooy heeft vereeuwigd. Zo was er een portret van De Rooy van de hand van San A Jong te bewonderen in de solotentoonstelling van De Rooy Apocalypse die van 22 april tot 2 september (2023) in Stedelijk Museum Amsterdam te zien was.(zie foto) Beide kunstenaars inspireren elkaar en delen hun passie voor Blackness, erotiek en spiritualiteit. De Rooy: ‘Wat ons verbindt is de fascinatie van de schoonheid van de schepping en het Zwarte lichaam. Cliff focust op het lichaam en de seksualiteit van de vrouw en ik op die van de man.‘
Als ik De Rooy vraag of hij zijn theateropleiding voor of na de kunstacademie heeft genoten, laat hij weten dat hij autodidact is op dat gebied. Iets dat ik niet wist en ik ook niet waarschijnlijk achtte, gezien zijn staat van dienst als gelauwerd en bekroond theatermaker en acteur. In de tijd dat hij samen met Norman Ph. de Palm een Black queer powercouple vormde, vanaf midden jaren tachtig tot midden jaren negentig, kon de Nederlandse theaterwereld niet om hen heen. De Rooy: ‘Samen schopten we de deuren van de witte theaterwereld open. We waren een force to be reckoned with.’ Als ik vraag of De Palm de liefde van zijn leven was, bevestigt De Rooy dat. Net zoals San A Jong was De Palm een van De Rooys muzen. De Rooy: ‘Of ik spijt heb van iets in mijn carriere of leven?’ Hij kijkt mij recht in de ogen en zet Piafs lijflied in: ‘Non, rien de rien. Non, je ne regrette rien…’
Foto: Felix de Rooy door Cliff San A Jong