Ruim twee jaar na de laatste voorstelling maakt DNA een doorstart als DNA Next! In plaats van een nieuwe artistiek leider te zoeken voor het gezelschap koos het bestuur ervoor  door te gaan als talentontwikkelingsplatform met een nieuwe jaarlijkse stimuleringsprijs: The Next!

De Nieuw Amsterdam (DNA) werd in 1986 opgericht door Rufus Collins en Henk Tjon en stond destijds te boek als de eerste gesubsidieerde ‘multiculturele’ theatergroep van Nederland. Het gezelschap wilde ‘theater maken zoals de Kalverstraat eruitziet’, aldus Collins: kleurrijk en levendig. In de jaren negentig werd talentontwikkeling een steeds belangrijkere pijler en werden er twee vooropleidingen opgericht: ITS DNA en DNA LAB.

Maar in 2009 verloor het gezelschap haar structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten en verdwenen de vooropleidingen. In 2017 bracht ook de gemeente Amsterdam een negatief subsidieadvies uit. Het gezelschap kwam bij het Fonds Podiumkunsten op de b-lijst en kreeg op de valreep nog één jaar geld. Het gezelschap haalde echter de prestatie-eisen niet, mede door het vertrek van artistiek leider Sabri Saad El Hamus. Na de tournee van Salaam Jeruzalem valt het stil rondom DNA.

Doorstart

Maar afgelopen najaar werd bekend dat het gezelschap een doorstart maakt als talentontwikkelingsplatform DNA Next! Niet meer als gezelschap met een artistieke kern, maar met de jaarlijks uit te reiken stimuleringsprijs The Next! (van maximaal 25 duizend euro) zou het bestuur haar missie – het stimuleren van inclusiviteit en diversiteit binnen de podiumkunsten – optimaal uitdragen. Op basis van een open inschrijving konden tot 1 december 2019 plannen worden ingediend.

‘Na het vertrek van Sabri hebben we als bestuur ruim de tijd genomen om alle mogelijkheden te onderzoeken: van verdergaan op dezelfde voet tot opheffen’, vertelt bestuursvoorzitter Jeroen Pliester. ‘We zochten naar mogelijkheden om echt verschil te maken als gezelschap met onze specifieke achtergrond en insteek. En net als bij de oprichting destijds zochten we naar een vernieuwende manier om dat te doen.’

Het bestuur is onder meer gaan praten met Jörgen Tjon A Fong, artistiek leider van Urban Myth en Liet Lenshoek, artistiek leider van Likeminds. Tijdens die gesprekken kreeg het idee van een stimuleringsprijs vorm. Pliester: ‘Waarom zouden we de middelen die we beschikbaar hebben niet gebruiken om meerdere talenten te helpen ontwikkelen? Zo oefen je maximale impact uit op het gebied van diversiteit en inclusiviteit, vanuit ons eigen dna. Eigenlijk kwamen we dus weer uit bij de roots van het gezelschap.’

Partners

Het bestuur stelde een jury samen om de plannen te beoordelen. Die bestaat uit Tjon A Fong en Lenshoek als de twee vaste juryleden. Ze worden bijgestaan door een afgevaardigde uit het bestuur (in 2020 is dat Pliester) en een aantal wisselende juryleden om diverse achtergronden en disciplines te vertegenwoordigen (dit jaar zijn dat theatermaker Enkidu Khaled en juryvoorzitter Hanneke Groenteman).

Vanwaar de beslissing om niet als gezelschap door te gaan? Tjon A Fong: ‘Juist vanwege groepen als Urban Myth, Likeminds en Well Made Productions, heerste bij het bestuur de vraag of er eigenlijk wel behoefte is aan nog een ensemble in het culturele palet.’ Het gedachtegoed van DNA kan nu terugkomen in de verschillende makers die zijn aangetrokken binnen het jurypanel, denkt Tjon A Fong. Doordat Urban Myth en Likeminds zich als vaste partners aan de prijs gecommitteerd hebben, wordt de missie van DNA volgens hem gewaarborgd.

Bovendien is The Next! daardoor meer dan alleen een geldprijs. De winnaar mag ook rekenen op de expertise van die partners. ‘De netwerken en de kennis van Urban Myth en Likeminds worden niet alleen meegenomen in het selecteren van de kandidaten, maar ook in de verdere begeleiding als de prijs eenmaal is toegekend – mocht daar vanuit de winnaar behoefte aan zijn.’

Met een jaarlijks wisselende jury profileert DNA Next! zich als organisatie zonder vaste artistieke kern. Volgens Tjon A Fong zijn hij en Lenshoek, als enige twee vaste panelleden, zeker niet te verwarren met een artistieke kern. ‘Wij zijn de partners waarmee de prijs ontwikkeld wordt. Maar uiteindelijk is het bestuur verantwoordelijk voor het artistieke beleid van DNA Next! Het bestuur heeft gekozen voor deze prijs, voor mij en Liet en – in samenspraak met ons – voor de andere panelleden.’

Eigen interpretatie

De prijs is bedoeld voor nieuwe projecten – van jong talent of van gevestigde makers die een nieuwe weg willen inslaan – die zich expliciet profileren op het gebied van diversiteit en inclusiviteit. Begrippen die bewust oningevuld blijven, legt Tjon A Fong uit. ‘We willen juist dat de makers daar hun eigen interpretaties aan geven. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat er een kloon van Likeminds of Urban Myth opstaat, of dat specifiek onze definitie verder uitgedragen wordt. Ik zie bijvoorbeeld veel jonge makers die diversiteit niet benaderen als een probleem dat opgelost moet worden, maar als een gegeven binnen hun makerschap. Daardoor putten ze uit andere referentiekaders.’ Pliester benadrukt bovendien dat er niet alleen op culturele diversiteit wordt ingezet, maar ook op diversiteit in bijvoorbeeld leeftijden of gender.

Trackrecord

Tjon a Fong hoopt makers tegemoet te kunnen komen die niet logischerwijs binnen de kaders van de fondsen vallen. ‘Er wordt door de subsidiefondsen vanzelfsprekend steeds meer gekeken naar je track record. Heb je dat nog niet, dat heb je een probleem. Daardoor merk je dat nieuwe makers met een cultureel diverse signatuur de afgelopen jaren moeite hebben gehad om hun plek te vinden. Productiehuizen waar diversiteit centraal staat, zijn er niet meer.’

Zo’n nieuwe prijs kan bovendien werken als hefboom, hoopt hij. ‘Als een fonds ziet dat er al wel wat geld beschikbaar is voor een project, is er een grotere kans dat ze instappen. Zeker als de winnaars gebruik mogen maken van de expertise van Urban Myth en Likeminds. Maar dat betekent expliciet niet dat wij coproducenten zullen worden. We bieden kennis en netwerk aan.’

‘Een stad als Amsterdam is, volgens onderzoek van de Vrije Universiteit, een stad van minderheden geworden, er bestaat niet één dominante groep meer. Juist in dit tijdsgewricht is het belangrijk om makers te vinden die al hun eigen identiteiten vormgeven op het toneel, zodat we samen een nieuw vocabulaire ontwikkelen.’

Continuïteit

De aanmelding voor de eerste editie van The Next! is op 1 december 2019 gesloten. Een getal kan hij niet noemen, maar volgens Pliester geeft het aantal inzendingen alle vertrouwen dat ze een goede weg zijn ingeslagen met deze prijs. Het panel gaat de plannen lezen en in februari of maart wordt er – kort voor de bekendmaking van de uiteindelijke winnaar – een shortlist naar buiten gebracht.

De prijs wordt nu gefinancierd vanuit het in de loop der jaren opgebouwde eigen vermogen dat het gezelschap nog over had. Met de beschikbare middelen kan de prijs ‘zeker meer dan twee jaar vooruit’, meldt Pliester. Er liggen op dit moment geen plannen om daarna weer subsidie aan te vragen. ‘Op de lange termijn hopen we één of meerdere partnerships aan te gaan om de continuïteit van de prijs te waarborgen. We zien onszelf dus vooral als kickstarter. Maar het is nu nog te vroeg om daar uitspraken over te kunnen doen. We zijn met iets nieuws en avontuurlijks bezig. We hebben ons getransformeerd, er zijn voorzichtige ideeën voor de toekomst, maar we willen eerst de jaarcyclus doorlopen.’

Foto Filip Mertens

Dossiers

Theatermaker januari 2020