Stop de tijd! Alles uit je handen laten vallen en dit boek over octopussen lezen.
Nou. Ik –
Ik heb nog nooit zoiets gelezen.
Okee, wat –
Ik overweeg een aquarium.
Wat, thuis?
Ja. Ik overweeg een aquarium en een octopus.
Maar niet echt toch?
Nee zielig, ik zou hem wel Peter Godfrey-Smith kunnen noemen.
De octopus?
Hij schreef een hybride tussen filosofie en mariene biologie. Het zoomt in op de octopus en bewustzijn, het is op zoveel verschillende manieren bevrijdend, het heet Other Minds, the Octopus and the Evolution of Intelligent Life.
Dank u, staat genoteerd.
We staan op de wachtlijst, toch?
We hebben een nummertje.
Enige kans?
We zijn nummer drie.
Hee Jip?
Ja, Janneke?
Als je één ding mocht kiezen om door te geven aan de volgende generatie, wat zou dat zijn?
Dit boek!
Nee, groter, iets groters nog, om door te geven.
Zwarte Piet?
Nou! Je weet –
Ja, weet ik. Maar je moest wel lachen.
Jouw gebruikelijke ambiguïteit is ongepast als het over –
Ja weet ik, eh, vriendschap?
Niet sentimenteel!
Ja, jij zegt één ding –
Ja, maar terwijl jij over zeevruchten leest probeer ik iets te schrijven over wat we moeten behouden en beschermen. Ik probeer iets te formuleren over wat er weg kan, en wat we beslist zouden moeten willen behouden en hoe we –
– En dat is nogal veel.
Dus ik maak er voor nu even één ding van.
Okee, één ding.
En zonder moralisme graag.
Nog eisen ook.
Van het moralisme is wel het allerergste dat het zo saai is.
Daar ga je weer, je –
God, wat zijn de moralisten saai, je hoeft niet naar hun voorstellingen, je kunt het uittekenen. Je weet al dat ze prima narcistisch gaan zeggen: narcisme hoort niet. Of: de ander is ook een mens. Joe, ik dank je de koekoek, ja.
Geeft niet, maar kom maar wel even van je stokpaardje. En saaiheid is ook een kwaliteit die jij nogal onderschat, snorkel.
Jawel. Maar het ligt dusdanig in de aard van toneelmaken besloten, het dionysische van de ander, de stasis van het apollinische. Dat ik er, ja, lacherig van word, als mensen zich het bewustzijn van de traditie waarbinnen ze opereren niet –
Ja. En ik rol niet met mijn ogen.
Nou, doe nou maar, één ding.
Okee, even zien.
En niet ‘liefhebben’ zeggen, hè.
Nee, niet liefhebben.
En niet ‘de volledige werken van Anton Tsjechov’.
Ik denk na, stil even –
En niet ‘koffie’ of ‘cantaloupe’ of ‘tongzoenen’ zeggen, hè.
Hallo, gaat-ie, mag ik ook nog iets niet zeggen?
Ja, sorry.
Maar niet ‘dansen’ zeggen.
Stil.
Ja.
(Stilte)
Bewustzijn.
Bewustzijn?
Ja.
Dat wil je doorgeven?
Ja.
Bewustzijn?
Ja. Als in: klaarte, ontvankelijkheid.
Ik weet wat bewustzijn betekent.
Nou dat.
Maar.
Hoe doe je dat?
Hoe geeft niet.
Maar we –
We moeten in ieder geval ook het octopussenboek lezen.