Malou:
Deze rol is iets helemaal anders, heb ik tegen ze gezegd. Deze rol begint niet op papier, niet in de verbeelding. Ze begint met een beeld, met een voorbeeld, een televisievoorbeeld. Ze hebben haar, ze hebben mij, die hele Birgitte Nyborg allemaal allang gezien. Iedereen heeft alles allemaal allang gezien. Ze gaan me vergelijken, heb ik tegen ze gezegd. Dat is mijn werkelijke tragedie. Mijn werkelijke rol. Een vergelijking. Snappen jullie dat dan niet? Dat ik iemand nadoe. Vanaf de allereerste publiciteitsfoto doe ik iemand na. Een collega.

Nee hoor, je vergist je, hebben ze toen tegen mij gezegd. Het is gewoon een rol. Gewoon een nieuwe rol. Alles net als vroeger. Een kritische vrouw. Dat weet je toch nog wel? Een mooie maatschappijkritische vrouwenrol. Dat wilde je toch zo graag? Een grote moderne gecompliceerde hoofdrol. Echt iets voor jou. Een vrouw die werk en privé niet weet te combineren. Een thema waarover nergens in de wereldliteratuur repertoire te vinden was. Geëngageerd, zeiden ze. Emancipatoir. Alles zoals vroeger. Kom op, wat ben je toch veranderd! Doe nou niet ineens zo raar!

Het grootste probleem is hoe ze denken. Nee, ik zeg het verkeerd: het grootste probleem is hoe ze zeggen dat ze denken. Ze zeggen dat ze nog steeds denken, zoals ze toen dachten. Maar het is niet zo. Want ze denken er inmiddels iets bij. Ze denken dat het het denken van vroeger moet blijven, erbij. Is het nog wel hetzelfde denken, denken ze. Is het nog wel hetzelfde denken? En ze denken dat het nog steeds hetzelfde denken is, dat er niets is veranderd, omdat ze zich het oude denken nog zo goed kunnen herinneren. Maar zoals ze toen dachten – dat weet ik zeker – denken ze niet meer.

Hoe zorg ik ervoor dat ik er niet met de dag verder in wegzak, in hun nieuwe denken dat zich voordoet als oud? Hoe zorg ik ervoor dat ik bij mezelf blijf en kan blijven zeggen: ja, dit zijn mijn eigen woorden en ideeën, en deze zijn duidelijk al een keer gebruikt, deze zijn eigenlijk gewoon gestolen. Ondanks dat ze me steeds proberen te verwarren en gerust te stellen. Is dat trouwens het begin van nieuwe tijdperken, dat je elkaar begint gerust te stellen over dingen die in het verleden nog zo ongemakkelijk waren?

Hoe zorg ik ervoor dat ik aan mijn eigen eisen blijf voldoen en niet aan die van de economie, van de publiciteit, van het gemak, van de capitulatie? Hoe zorg ik ervoor dat ik niet ook zo zogenaamd onopvallend slim en calculerend begin te worden? Van het uitspreken van deze vragen gaat al meteen een politieke werking uit. En dat is goed. Ze inspireren. Ze gaan me helpen in mijn rol. Dat weet ik zeker. Mijn authenticiteit gaat me helpen in mijn rol. Mijn authenticiteit is mijn rol. Mijn authenticiteit ga ik spelen. Mijn authenticiteit is politiek. In dat stuk waarin de politiek zelf metafoor is. Kom maar kijken en vergelijk maar. Vergelijk me maar. Vergelijk me maar eens met mezelf!

Vanaf nu schrijft theatermaker en schrijver Willem de Wolf in elk nummer van Theatermaker een ongevraagde monoloog voor een acteur of actrice.

Dossiers

Theatermaker september 2015