Het Nederlandse jeugdtheater staat wereldwijd bekend om baanbrekende voorstellingen die inspelen op de actualiteit en het moeilijke onderwerpen niet uit de weg gaan. Eigenschappen die in theaterseizoen 2020-2021 tot het uiterste op de proef werden gesteld.
MENELAOS Tot de mensen hier willen wij zeggen: wij beloven u dat we zullen helpen om uw gebouwen weer op te bouwen, uw akkers weer om te ploegen en uw kinderen weer naar school te laten gaan.
Uit: Peer Wittenbols, Trojan Wars, HNTjong, geplande première 14 maart 2020 (geannuleerd). Nieuwe première 2 oktober 2021, gevolgd door een Nederlandse tournee.
Voorstellingen worden op het allerlaatste moment geannuleerd, grootschalige producties als de familievoorstellingen van Theater Rotterdam verdwijnen meteen uit de agenda en worden op zijn vroegst een jaar of nog later ingepland, spelen in het buitenland is al helemaal niet mogelijk.
Maar: online-bijeenkomsten en -festivals bieden wel weer de mogelijkheid om producties van hier naar waar dan ook in de wereld te brengen zonder daadwerkelijk te reizen. Begrippen als duurzaamheid en ecologische voetafdruk krijgen opeens een andere invulling. Andere voorstellingen kennen door een negatief reisadvies slechts een beperkt aantal speelbeurten in de eigen stad.
Landelijk bereik wordt minimaal, maar ook daar komt iets positiefs tegenover: meer en meer zoeken theatermakers verbinding en verdieping in de eigen regio. Het onmogelijke jeugdtheaterjaar biedt nog meer nieuwe perspectieven. Kan online theater ook een nieuw publiek voor zich winnen dat voorheen de weg naar het theater niet wist te vinden? Bijvoorbeeld voor een groep kwetsbare kinderen voor wie de prikkels live te heftig zijn?
Gezelschappen die uit principe juist een louter live-aanbod willen bieden als alternatief voor de gemakkelijke verleiding van smartphone en Netflix, moeten van het ene op het andere moment via streams daarmee proberen te concurreren. Makers blijven zich ondertussen voorbereiden op dat onzekere moment waarop wél weer iets mogelijk is – om niet zelden opnieuw teleurgesteld te worden. Achter de schermen staan de nog overgebleven marketeers voor de onmogelijke taak vanuit stilstand publiek naar het theater te trekken, om vervolgens toch weer te moeten annuleren. Besloten schoolvoorstellingen gaan niet door, vervolgens misschien weer wel en daarna toch weer niet.
*
Juni 2020. Voor het eerst in drie maanden is weer iets mogelijk in de theaters. In Odeon in Zwolle speelt Theater Gnaffel Assepoester in de bewerking van Roald Dahl. Al heeft poppenspeler Elout Hol er weinig zin in: ‘Iets leuks? In deze tijden?’ Maar hij laat zich overhalen door het enthousiasme van medespeler Mark Haayema en al snel blijkt dat juist hun poppentheater mogelijkheden biedt die gewone acteurs al maanden moeten ontberen: poppen kunnen ongegeneerd niezen (‘hè bah, besmet’), elkaar slaan, aan de haren trekken, samen dansen en ook elkaar vol op de mond zoenen.
Diezelfde maand presenteren de gemeente Breda (één van de eerste coronabrandhaarden van het land) en de Bredase culturele organisaties Stemming, onder leiding van Jack Timmermans van jeugddansgezelschap De Stilte. Niet louter een moment om te gedenken, en meer dan een jeugdtheatervoorstelling, is Stemming een indrukwekkende mengeling van dans, muziek en poëzie waaruit vooral ook hoop spreekt. Het lijkt de opmaat voor een wat een prachtige start van het nieuwe theaterseizoen moet worden, zeker met het door jeugdtheaterproducent Michael van Hoorne opgestelde kinderprotocol, waarbij ouders op anderhalve meter afstand moeten zitten, maar kinderen op de stoelen daartussen kunnen plaatsnemen. ‘Hierdoor kunnen we overleven, en belangrijker nog: we kunnen blijven produceren!’, meldt Van Hoorne verheugd. ‘We kunnen de theater- en cultuurliefhebber van de toekomst blijven vermaken, inspireren en verrassen. We doen niets liever dan dat.’
Floyd Koster en Henke Tuinstra spelen op hun beurt voor Het Filiaal Theatermakers behendig met ‘het nieuwe normaal’ in de kleutervoorstelling Raar 1.5. Zoekend naar een houding omarmen zij het op anderhalve meter van elkaar spelen om aan te geven hoe vreemd deze periode is, zeker voor kleuters voor wie al die afstandsregels iets raars voor louter de volwassenen zijn. Tegelijkertijd krijgen zinnen als ‘Ik ben bang voor de toekomst. Voor nare dingen, voor ziektes’, een zeggingskracht die ook zij begrijpen.
In september voegt Moniek Merkx bij Maas Theater en Dans met veel bravoure in De wilde keuken een element toe aan het theater: smaak. Wat begint als een diner mondt via de voorstelling uit in een creatief college dat ook gestreamd wordt. Centraal staat ons eten. Of meer precies: hoe we de verbinding met wat we eten zijn kwijtgeraakt met alle rampzalige gevolgen van dien. Zeer behendig mengt de voorstelling dans, muziektheater en film, en speelt ze nadrukkelijk ook met de rol en het perspectief van de toeschouwer – staan, onderuitgezakt zitten, rechtop zitten; louter ondergaan of actief deelnemen. Ook de ruimte voor en in het Maaspodium wordt in deze theatrale rondreis met behulp van belichting en rookmachines een avontuur.
Het al genoemde Gnaffel pakt in die maand uit met Van mij, een kleutervoorstelling rond de tekeningen en kindergedichten van Ted van Lieshout. De bewuste keuze daar vooral geen verhaal met een kop en een staart van te willen maken, maar meer associatief met de gedichten aan de haal te gaan, blijkt aan te slaan bij zowel de vierjarigen als hun ouders.
Het Laagland presenteert tijdens het Maastrichtse festival Musica Sacra (Bijna) Alles komt goed. Vier jaar eerder was al gekozen voor het festivalthema ‘aanvaarding en berusting’, maar de voorstelling over kwetsbare kinderen met een chronische ziekte voelt actueler dan ooit. Ook in het woordloze Verloren dingen van Het Filiaal Theatermakers speelt verlies en kwetsbaarheid een centrale rol. Zo zijn er meer voorstellingen die niet door de coronacrisis zijn geïnspireerd, maar daar wel een andere lading door krijgen. In oktober speelt Theater Sonnevanck het dolkomische Pakketje met waarin een ervaren pakketbezorger angstvallig vast wil houden aan alle regeltjes, maar zijn jongere collega daar soepeler mee om wil gaan. De onderliggende thematiek is te vinden in vele jeugdvoorstellingen: waar aanvankelijk de een vooral de ander commandeert en uitlacht, ontstaat langzaam een meer vriendschappelijke relatie tussen beide bezorgers.
De veelvuldig bekroonde trailervoorstellingen van Theater Sonnevanck en Toneelgroep Oostpool lijken ondertussen totaal onmogelijk – en dat zijn ze ook, want veel intiemer en in your face wordt jeugdtheater dan in de vrachtwagentrailer niet – maar andermaal blijkt geen enkele maatregel zo strikt dat makers daar niet een creatieve oplossing voor vinden. Crazy Stupid, de afscheidsvoorstelling van Flora Verbrugge over nihilisme en angst voor de toekomst, wordt in het najaar niet in de trailer, maar meer dan honderdmaal op schoolpleinen gespeeld. Leerlingen kijken naar de acteurs vanachter het raam van de eigen klas en horen hen via draadloze koptelefoons. Het letterlijk op de huid van de spelers zitten dat het spelen in de theatertruck zo bijzonder maakt ontbreekt, maar wordt in elk geval deels ondervangen doordat stemmen klinken als die in je eigen hoofd.
**
Oktober 2020, Schouwburg Hengelo. In de zaal dertig personen, veel versoepelingen zijn weer ingetrokken. ‘Ik denk dat dit het eerste moment in de geschiedenis is dat volwassenen evenveel over iets weten als kinderen’, zegt Birgit Schuurman als zij samen met Tarikh Janssen in Waarom is het stil in de stad? van Urban Myth terugblikt op de eerste lockdown. Komisch en al te herkenbaar voor het publiek, jong en oud, is de scène waarin toiletpapier en blikvoer wordt gehamsterd en daar serieus om wordt gestreden. Zeer actueel is de centrale vraag: hoe vertel je een verhaal als je zelf nog midden in dat verhaal zit? Het resulteert in een voorstelling die het verdient om als de hele coronacrisis tot de verleden tijd behoort, nogmaals gespeeld te worden, juist omdat kinderen dan in theatrale vorm terug kunnen blikken op – en lachen om – de bizarre situatie waarin zij verkeerd hebben.
In oktober gaat ook de jeugddansvoorstelling Stuk in première. Later dan gepland, niet vanwege een coronabesmetting maar door een blessure van een van de dansers. Oorspronkelijk wilde dansgezelschap 155 in samenwerking met eindregisseur Moniek Merkx juist een voorstelling voor de grote zaal maken met als werktitel Controle. Maar vallen en weer opstaan, opnieuw vallen en opnieuw opstaan vormt nu de rode draad van de voorstelling. Letterlijk, want de dansvloer wordt spekglad door het zeepsop dat de dansers er zelf over uitgooien. Daarop dansen kan eigenlijk niet, maar toch doen ze het. Het symboliseert hoe alle jeugdtheatergezelschappen ondanks alle beperkende maatregelen willen blijven spelen. Zwaarder is IK… eh ik waarin Het Houten Huis een man toont die door alle stress van het dagelijkse leven slecht slaapt en vastloopt in zijn hoofd. Veel speelbeurten kende die voorstelling echter (nog) niet.
Gelukkig zijn er dan ook voorstellingen te zien die niets met de actualiteit te maken hebben. In Wiedeedhet van BonteHond schreeuwt Anna Schoen weliswaar bijkans wanhopig uit ‘Houdt het dan nooit op?’, maar deze vrolijke whodunnit is losjes geïnspireerd door het langst lopende toneelstuk uit de geschiedenis, Agatha Christies The Mousetrap, en voegt daar vele nieuwe elementen en personages aan toe. Net als in eerdere genreverkenningen speelt René Geerlings nadrukkelijk met de verwachtingen van kinderen en ouders in zijn afscheidsvoorstelling. Ook in Tori van HNT jong staat de theatrale fantasie centraal en is de voorstelling zo vooral een kleurrijke viering van het spontane; het mengt de kracht van het verhalen vertellen met hiphop, breakdance en een heuse skateramp. Voor de allerkleinsten speelt Maas Theater en Dans die maand Doe eens lief, een vrolijke en veelkleurige oefening in goedmaken met veel breakdance, en Wijzer waarin twee ruziënde broers na het stukmaken van hun tablets aangewezen zijn op hun eigen fantasie. Ronduit feestelijk is Fantasia van Introdans met als fleurige blikvangers de nylonpakken die Alwin Nikolaïs veertig jaar eerder voorschreef voor Gallery.
Vermakelijk is de dwarse bewerking die Jibbe Willems voor de Nederlandse Reisopera maakt van Hans en Grietje, een van de bekendste sprookjes van de gebroeders Grimm en de basis van de opera van Engelbert Humperdinck. Hoewel opera bij uitstek een genre is dat slecht gedijt onder coronamaatregelen, met zangers en blaasinstrumenten als muzikale superspreaders, zit de opera voor jongeren in de lift. Holland Opera heeft een plek in de BIS verworven, de Nederlandse Reisopera werkt structureel samen met Theater Sonnevanck en ook De Nationale Opera presenteert jeugdopera’s tijdens het Opera Forward Festival.
***
Weer twee maanden later, december 2020, sluiten alle theaters en scholen hun deuren opnieuw. Artemis’ Het eind van het begin van einde dat in oktober 2020 in Antwerpen nog in première was gegaan, is opeens pijnlijk actueel: de voorstelling schetst een somber beeld van een toekomst zonder theater en verbeelding. Batelaan is nadrukkelijk geen voorstander van streamen van voorstellingen, maar Artemis lanceert Radio simetrA, een ‘radiofonische speeltuin’ en moedigt met Artemis@home kinderen aan Artemisvoorstellingen nieuw leven in te blazen door favoriete scènes tussen de gordijnen, op zolder of in de tuin na te spelen en te filmen.
Een collectief van 26 jeugdtheatergezelschappen verzamelt hun registraties op Podiumkids Thuis, de site die een jaar eerder juist in het leven was geroepen om ouders en kinderen een overzicht te bieden waar en wanneer welke voorstelling live is te zien. Het voelt alsof we terug bij af zijn, maar het jeugdtheater toont andermaal veerkracht. Het Laagland biedt rond de kerst het vrolijke De rode knop, een interactieve spelshow via Zoom waarbij drie kandidaten strijden om de gunst van de kijker. Al snel blijken alle kandidaten zo hun eigenaardigheden te hebben en wordt duidelijk dat een snel oordeel vellen zonder het achterliggende verhaal te kennen misschien werkt in een spelletje, maar dat de wereld om ons heen om meer aandacht en geduld vraagt. Gestemd kan er ook worden bij Intergalactic Superspace Songfest van Maas Theater en Dans, dat in mei het songfestival in haar thuisstad Rotterdam niet aan zich voorbij laat gaan. Naast buitenissige kostuums en muzikale uitspattingen ook hier nadrukkelijke verwijzingen naar actuele thema’s als xenofobie en diversiteit.
Bewust sprookjesachtig is Een lied voor de maan, de jeugdopera van Mathilde Wantenaar naar het boek van Toon Tellegen, die online in première gaat tijdens het Opera Forward Festival van De Nationale Opera. Ook Donderbuikjes van Kwatta, oorspronkelijk gemaakt voor de onderbouw van het basisonderwijs, is licht. Op speelse wijze maakt de voorstelling kleuters duidelijk dat al die regeltjes waar ze, zeker als ze voor het eerst naar school gaan, mee te maken krijgen, misschien wel zijn zoals het hoort, maar dat je van je altijd maar te gedragen buikpijn krijgt of heel boos kan worden. Voor een oudere doelgroep maakt Danstheater AYA Matties, een portret van vriendschap in dans.
De nieuwe lockdown wordt ondertussen door Studio Brei ingezet voor een community project, waarbij tweehonderd mannen en vrouwen wanden, vloeren en objecten haken en breien, met verhalen en tekeningen van negentig kinderen als inspiratiebron. De Minotaurus, een monsterlijk labyrint gaat bijna een jaar later in augustus 2021 in première op Theaterfestival Boulevard, en is alleen toegankelijk voor kinderen, maar gelukkig wordt voor enkele recensenten een uitzondering gemaakt, met als resultaat lovende besprekingen.
Zware onderwerpen worden ook online niet geschuwd. Zo laten regisseur Timothy de Gilde en schrijver Lowie van Oers zich inspireren door de ‘incel-beweging’ voor Recht van DOX. De makers focussen niet louter op het verwerpelijke gedachtegoed daarachter, maar nemen het onderwerp ruimer. Het resulteert in een energieke voorstelling over eenzame adolescenten die vastlopen in hun eigen hoofd en daardoor het perspectief op zichzelf en de ander verliezen. Door de nieuwe schoolsluitingen krijgt de stream extra relevantie. Het Laagland brengt The Suicide Sisters een bewerking van Jeffrey Eugenides’ The Virgin Suicides, maar weet die opmerkelijk licht te houden. Zelfdoding is ook het thema van Sarah’s partijtje van regisseur Jessie L’Herminez bij de Toneelschuur, niet als voorstelling maar als podcast. Uitgangspunt is 4.48 Psychosis, de laatste toneeltekst van Sarah Kane. L’Herminez schreef samen met de jongeren het script voordat alle theaters voor het eerst gesloten werden en verwijst dus niet naar de coronacrisis, maar is pijnlijk actueel als uit meerdere onderzoeken blijkt dat met name jongeren meer psychische klachten ervaren door schoolsluitingen en het gebrek aan sociale contacten.
Theater na de Dam vindt in mei ook louter online plaats. Het Laagland toont Het vergeten gras over het bombardement op Sittard tijdens een benefietwedstrijd op 19 november 1944, toen Sittard al was bevrijd. De samen met plaatselijke jongeren gemaakte bewegingsvoorstelling herinnert niet alleen aan de noodlottige gebeurtenissen van toen, maar koppelt die aan onschuldige slachtoffers, onder wie vaak kinderen, die ook vandaag de dag omkomen in oorlogsgeweld. Diezelfde maand brengt Theater Sonnevanck met Club Z een activistische klimaatkomedie met de vaart van een Netflix-serie. Luchtiger is de kolderieke dansvoorstelling Het verhaal van Anders van Danstheater AYA waarin gespeeld wordt met vooroordelen en aangeleerd gedrag.
****
Wanneer de theaters – nog altijd met vele beperkingen – begin juni weer open mogen, presenteert Kwatta na het bekroonde Jabber opnieuw een voorstelling in een verzonnen taal van Jibbe Willems: Blote konten. Daarin drie kinderen met een hele strenge vader, maar we leren dat hij ‘superdroeftig en drieftig’ is sinds hun moeder is overleden. Met Blote konten laat Kwatta opnieuw zien dat het kan: een zwaar onderwerp als de dood van een ouder niet uit de weg gaan, maar zo vertalen dat zowel de vier- als de vijftig-, de elf- als de tachtigjarige en elke leeftijd daartussen vermaakt én geraakt wordt. Timothy de Gilde maakt voor de Toneelmakerij met De drie biggetjes en het wolfspak een vrolijke bewerking van het bekende sprookje, net zoals het Wilminktheater uitpakt met de kleurrijke familievoorstelling Vreemde Vogels naar het boek Johannes de parkiet (2018) van Mark Haayema.
In theatermagazine Scènes is Peter van der Hoop van Stip theaterproducties dan voorzichtig optimistisch en ziet ook kansen: ‘Als sector moeten we nu nadenken of we niet flexibeler, bijvoorbeeld per kwartaal kunnen programmeren. Dat vergt een hele andere werkwijze, met name voor de marketing. Het idee dat je een brochure uitbrengt in maart voor het hele volgende seizoen werkt nu niet meer. Die trend is al langer zichtbaar, maar door de coronacrisis zijn mensen er gewend aan geraakt nog minder ver vooruit kaarten te kopen.’ Hij concludeert: ‘Ik denk dat het over twee jaar weer normaal is, vooral doordat het vóór de theatersluitingen heel erg goed ging met het Nederlandse jeugdtheater. Als we deze crisis tien jaar geleden hadden gehad, zou de klap veel groter zijn geweest.’
LIJF010 van Maas Theater en Dans is die maand geen voorstelling, maar een wandeltocht die voert langs acht portretten in Delfshaven, met als begin- en eindpunt het Maaspodium. Bij elk portret voert het scannen van een QR-code naar een kort filmpje waarin Rotterdammers iets vertellen over hun lichaam en daarop gebaseerde liedjes. De keuze voor het lichaam is bewust: Giampaolo en Merkx willen juist het hele lijf centraal stellen in een tijd dat we lang vergaderen, onderwijs volgen en zelfs sociale contacten onderhouden achter een laptop of tablet. Indruk maakt Jacqueline van Kuilenburg, danser bij Misiconi Dance Company dat voorstellingen maakt met dansers met een fysieke beperking: ‘Ik zet mijn voeten naast mijn bed. Eerst de linker, dan de rechter. Plat op de grond. Stevig. Elke ochtend.’ Haar veerkracht en doorzettingsvermogen kenmerkt de hele theatersector en zeker het Nederlandse jeugdtheater.
In diezelfde onzekere periode nemen artistiek leiders afscheid en worden ze opgevolgd door veelbelovende jonge makers. En alsof er niets aan de hand is, vergadert op de achtergrond de nieuwe commissie jeugdpodiumkunsten van de Raad voor Cultuur over verruiming van de BIS, beoordeelt daarbij bekende en nieuwe aanvragers om weer enkele maanden later de noodzakelijke geworden corona-addenda te moeten behandelen. Jetse Batelaan, artistiek leider van Theater Artemis, schrijft dan: ‘Op een rare manier kan je zeggen dat we met ons werk onszelf en ons publiek onbewust al aan het voorbereiden waren op deze pandemie. Dat alle zekerheden en wetmatigheden plots overhooplagen, kwam ons eigenlijk wel bekend voor. Was dat niet precies wat we met onze projecten en voorstellingen al ontelbare keren geoefend hadden?’
Foto: Kamerih en Budwilowitz