In het kader van het project Sustainable Theatre reflecteren twee jonge makers op een autobiografisch werk van choreograaf Jérôme Bel. Het Holland Festival nodigde Maria Magdalena Kozłowska (Nederland/Polen) en Pankaj Tiwari (Nederland/India) uit de bestaande solo te representeren.Centrale vraag: wat  waren de waarden van de conceptuele kunstenaars uit de jaren negentig en wat leeft er onder de generatie van nu?

Vanuit het statement niet meer te willen reizen bedachten theaterregisseur Katie Mitchell, choreograaf Jérôme Bel en Théâtre Vidy-Lausanne het project ‘Sustainable Theatre’ waarin twee voorstellingen toeren in de vorm van scripts, tekst en een set regels. De uitvoering van de voorstelling wordt in ieder land op een duurzame manier door een lokale cast en crew tot stand gebracht. Vorig jaar toonde het Holland Festival al een bewerking van Mitchells A Play for the Living in a Time of Extinction door Floor Houwink ten Cate. Dit jaar presenteren Magdalena Kozłowska en Pankaj Tiwari Jérôme Bel.

Eind jaren negentig, in een tijdsgeest waarin alles mogelijk was, explodeerde het werk van dit recalcitrante icoon. Samen met choreografen als Xavier Le Roy, Maria Ribot, Raimund Hoghe, Boris Charmatz vormde Jérôme Bel een generatie vernieuwers die de conceptuele dans op de kaart zette. Wat hen bewoog? Reflectie, intellectualisme, anti- institutionalisering, de samensmelting van lichaam en object – het laatste is er nog niet over gezegd.

Bels solo Shirtology (1997) werd een springplank naar het eerste, grote, internationale succes. Daarna volgde The show must go on (2001), een performance die vorm kreeg in 1999 tijdens een residentie in Theater Gasthuis in Amsterdam. Hoe kan theater overleven naast media als televisie, film en internet, vroeg Bel zich af. Waar in Shirtology een serie over elkaar aangetrokken T-shirts de voorstelling leidden, waren het in The show must go on popsongs.

Consequent zet Bel in zijn voorstellingen het westerse neokapitalisme tegenover de glamour en het plezier van dansen. The show must go on werd zijn grootste succes, hij reisde er jarenlang de wereld mee rond. Geleidelijk transformeerde de focus. Met Disabled Theater (2012) – een samenwerking met de verstandelijk beperkte performers van het Zwitserse Theater Hora – was hij zijn tijd vooruit als het gaat om inclusie. Daarna volgde Gala (2015), een voorstelling met een grote intergenerationele cast van professionals en amateurs, die op ingenieuze wijze de dansgeschiedenis verwerkte. Daarnaast creëerde Bel een imposant aantal solo’s met (en genoemd naar) bekende professionals als Lutz Förster (2009) – decennialang danser van Pina Bausch, en ontwikkelde hij met Pichet Klunchun het duet Pichet Klunchun and myself (2005), waarin de culturele uitwisseling tussen Oost en West onderwerp was. Net als andere voorstellingen reisde dit werk langs talloze festivals.

Goedenavond iedereen in…… Wees welkom in Theater…. Ik heet Jérôme Bel. Ik ben alleenstaand en ik heb een dochter van 16 jaar. Ik ben 57 jaar. Ik woon in Parijs en ik word geïdentificeerd als choreograaf. 

‘Kun je je voorstellen wat er gebeurt als ik deze tekst uitspreek; een donkere man uit een totaal andere culturele context?’ Aan het woord is Pankaj Tiwari. ‘Het is meteen een comedyshow.’ Samen met Maria Magdalena Kozłowska is Tiwari gevraagd een versie van de ‘auto-bio-choreo-grafie’ Jérôme Bel te ontwikkelen. Leidend is het script met de tekst en de vele videofragmenten van Bels werk daarin, waaraan de twee zich vast moeten houden. Daarnaast mag er niets nieuws worden aangeschaft. De twee makers volgden beiden de master DAS Theatre en ontwikkelden enkele projecten samen; parallel daaraan maken ze ook ieder hun eigen werk.

Tiwari komt uit de stad Balrampur niet ver van de grens met Nepal. Hij studeerde lang en volgde zes uiteenlopende masters. Hij lacht een beetje sceptisch als hij vertelt dat dit hem de kans gaf ook zijn theaterwerk te ontwikkelen. ‘Ik werkte hard om op universiteiten verspreid over India te kunnen studeren, want ik kom niet uit een welgesteld gezin. Eenmaal binnen is het een manier van leven. Ik volgde de masters en ontwikkelde parallel daaraan mijn theaterpraktijk; er waren wat financiële middelen, er was ruimte en er was een context. Met mijn tutors ging ik in dialoog over het werk.’

Het pad van Maria Magdalena Kozłowska liep anders. Op jonge leeftijd was ze al actief in een theatergroep. Muziek is haar grote liefde, de stem in het bijzonder. Ze was lid van een band, ontwikkelde een hartstocht voor experimentele kunstvormen en zocht de dialoog met beeldende kunst en performance. In haar geboortestad Zielona Góra, op de grens met Duitsland, miste ze echter voeding, dus verhuisde ze naar Warschau waar ze zich verdiepte in de dans en andere kunstvormen. Met regelmaat trad ze op in galeries en grote musea. Daarna volgde de stap naar Amsterdam, waar ze inmiddels onder de vleugels van Frascati Producties werk ontwikkelt. ‘Stem en opera vormen de kern van mijn werk. Ik vertrek vaak vanuit een monoloog of speech en werk veel samen met vrouwen, want de stem van de vrouw kent weinig representatie in de Oost-Europese context.’

Veel van de projecten die Kozłowska en Tiwari samen ontwikkelen, gaan expliciet over de interactie met het publiek. Uit een residentie in de Gessnerallee in Zürich vloeide bijvoorbeeld het project The Listeners voort, samengesteld door Tiwari tijdens de pandemie: ‘In deze performance zitten we in een ruimte. Liefst één die op een tempel lijkt, zoals ook het theater eigenlijk. We zijn geblinddoekt en luisteren naar wat één iemand te zeggen heeft gedurende een volledige werkdag van acht uur.’ Het project werd ook opgevoerd in Amsterdam. Kozłowska: ‘We komen beiden uit een totaal andere context en zijn voortdurend in onderhandeling, niet alleen met elkaar maar ook met onze curatoren en ons publiek. We zijn geïnteresseerd in de rol die de kunstenaar heeft in de gemeenschap.’

Ze ontvingen het script en een video van de performance. Daarna vertrokken de twee een maand naar India. Kozłowska: ‘We begaven ons in een andere wereld en konden met meer afstand kijken naar het project. Hoe verhouden we ons tot dit werk? Wij zijn kunstenaars van een hele andere generatie, en wij zijn individuen maar werken ook samen. Dat is allemaal onderdeel van de bewerking, het is een soort driehoeksverhouding geworden.’ Tiwari: ‘Als het Holland Festival je uitnodigt, is het heel moeilijk om ‘nee’ te zeggen. Los daarvan heb ik de instituties nodig om een werkvisum te krijgen. Maar bij het lezen van het script zag ik voldoende ruimte om het aan mijn werk te koppelen. Ik vertrek vaak vanuit het thema duurzaamheid, maar interpreteer het begrip anders dan veel Europeanen. Dit is mijn kans om te vertellen hoe ik erover denk.’

‘Het spel van representatie en identiteit is altijd onderdeel van mijn werk en ik verheug me erop om ook mijn perspectief in te brengen, want mijn achtergrond en realiteit zijn zo anders dan die van deze bekende man uit Frankrijk’, vult Kozłowska aan. ‘Ik ben geen actrice, ik ben een maker. Ik vertel zijn verhaal, maar maak ook het mijne. Ik ben me heel erg bewust van de woorden die mijn mond gaan spreken. Het zijn Bels woorden en onze lippen spreken ze uit. Het is ook politiek. Dit project is veelomvattend; het gaat niet alleen over Jérôme Bel en ons: het gaat over duurzaamheid; over de rol van theater, over het bouwen aan een community; over betekenis geven. Wat kan theater betekenen in de hitte van een klimaatcrisis? In die discussie zijn verschillende waarheden.

Tiwari: ‘Vliegen genereert slechts 2,3 procent van de CO2 uitstoot. 95 procent van het probleem betreft vervuiling door bedrijven; dezelfde bedrijven sponsoren theaterfestivals, die op hun beurt gaan beweren hoe slecht vliegen is. We hebben een systeemprobleem en we geven het individu de schuld. Waarom praten we daar niet over? Ik ben de eerste van mijn familie die gevlogen heeft. Als kunstenaar is het onze taak om een dialoog te creëren en te faciliteren. We moeten de hypocrisie onder ogen zien.’ ‘We zijn allemaal hypocriet en dat is niet erg, dat inzien is al een stap’, vult Kozłowska aan. ‘Duurzaamheid gaat over wat we de volgende generatie kunnen bieden; om het vinden van andere structuren en andere vormen van cureren.’

‘Toen ik naar DAS Theatre kwam waren de condities mager’, vervolgt Tiwari. ‘Een jaar lang sliep ik bij anderen. In mijn afstudeerproject realiseerde ik daarom een ‘school’. Ik huurde een grote tent, die ik inrichtte voor mezelf en vier andere kunstenaars. Ik gaf ze een huis, voedsel en het budget dat ze nodig hadden. Als de basiscondities goed zijn, kun je gaan nadenken over ideeën.’ Kozłowska: ‘Dit gaat over duurzaamheid als artistieke noodzaak. We zijn te afhankelijk van instituten, dat is ook een onderwerp van duurzaamheid. Waarom maakt de opera niet vijf kleinere werken met jonge kunstenaars, in plaats van altijd maar die immense machine van grote, onbetaalbare producties? Duurzaamheid is ook kansen creëren voor jonge mensen, die iets anders te vertellen hebben. Het veld uitdagen, meerstemmigheid.’

Kozłowska: ‘Elk land of deel van de wereld heeft andere behoeftes. We kunnen de discussie globaliseren, maar dan verliest het gesprek zijn betekenis. Wij zijn een andere generatie en representeren een andere tijd dan Jérôme Bel. Hij was zijn tijd ver vooruit, een pionier. Met veel gevoel voor humor brak hij de dans open. Ik heb daar veel respect voor, maar je kunt niet blijven hangen in die aanbidding. Wij opereren anders. In ons werk weegt het politieke engagement zwaarder en volgt de vorm. Zijn werk ontstond in het meest welvarende tijd van Europa. Nu moeten we dealen met de realiteit van klimaatcrisis en wankelende democratie.’

‘Er is veel melancholie en sentiment onder kunstenaars en minder egocentrisme’, vervolgt ze. ‘Het idee dat je ‘alles’ bent en ‘alles’ kunt doen, dat is er niet meer en daar worden we soms pijnlijk mee geconfronteerd. Hadden we die euforie nog maar, Jérôme Bel was gezegend! Maar het is een privilege om je aan iemand als Bel te kunnen meten. Dit is het begin van een doorlopend gesprek, met hem en hopelijk straks ook met andere kunstenaars.’

 

foto Gala van Jerome Bel door Anna van Kooij

Jérôme Bel door Maria Magdalena Kozłowska, Pankaj Tiwari, Théâtre Vidy-Lausanne, Frascati Producties.
13 en 14 juni in Theater Frascati, Amsterdam.

Dossiers

Theaterkrant Magazine juni 2023