Majd Mardo gaat voor grote rollen. Deze zomer is hij te zien in de grootschalige ITA-voorstelling The Damned in het Amsterdamse Bostheater. ‘Ik wil geen pion zijn in het diversiteitsbeleid van ITA. Zet mij maar op het voortoneel.’

‘Weet je wat ik tegen Ivo zei toen ik bij hem op auditie mocht komen? ‘Hè hè, eindelijk bij de koningin op audiëntie.’ Majd Mardo grijnst. De anekdote is typerend: hij is een ambitieus toneelspeler die niet op zijn mondje is gevallen. Sinds 2017 zit hij in het vaste ensemble van Internationaal Theater Amsterdam, waar hij deze zomer de hoofdrol speelt in de grootschalige openluchtvoorstelling The Damned, in regie van Ivo van Hove.

De voorstelling, gebaseerd op de gelijknamige film van Visconti, gaat over een vooraanstaande familie die een machtig bedrijf in de staalindustrie runt tijdens de opkomst van het fascisme in Duitsland. Van Hove maakte de voorstelling in 2016 bij de Comédie-Française als openingsvoorstelling van Festival d’Avignon. Vanaf half juni staat de Nederlandse remake die hij bij ITA maakte ruim een maand in het Amsterdamse Bostheater.

Mardo speelt daarin Martin von Essenbeck, een ‘verwend rijkeluiskindje’ dat als wettelijke erfgenaam van de staalfabriek ineens wordt geconfronteerd met het reilen en zeilen van een enorm familiebedrijf, en gedwongen wordt tot politieke stellingname. Kan je jezelf als staalmagnaat in tijden van opkomend fascisme uitspreken tegen de regering? Zeer actueel, volgens Mardo: ‘Je zou het zo op Poetin en zijn oligarchen kunnen plakken. Daar zit je dan, in Rusland: keer je je tegen je regering uit moreel besef, of ga je er volgzaam in mee? Ik denk dat het best ingewikkeld ligt.’ 

Tegelijkertijd ligt de nadruk van de voorstelling niet op het politieke aspect, maar op het intermenselijk drama, benadrukt Mardo. ‘Dat is onlosmakelijk verbonden met Ivo’s voorstellingen. De politieke context is een gegeven, maar de onderlinge interactie geldt als leidraad van het drama. Neem de relatie tussen mijn personage en zijn moeder. Martin is een ontzettend moederskindje, maar zij heeft hem daartoe gekneed. Ze heeft hem met haar liefde in haar macht, heeft hem bewust dom en klein gehouden, zodat ze hem te allen tijde kan besturen. Dat is als acteur fantastisch om mee aan de slag te gaan: waar houdt de liefde voor mijn moeder op, op welk moment heb ik door dat zij me gebruikt? Of wist ik dat eigenlijk allang en vind ik het wel prima?’

Mardo houdt van het uitspelen van grote, intense emoties. Bij ITA, en specifiek bij Van Hove, krijgt hij daar alle ruimte voor: hij maakte indruk in onder meer Een klein leven (2018), Age of Rage (2021) en Gevechten en metamorfosen van een vrouw (2021). Hij houdt van Van Hoves werkwijze, die na één dag aan tafel met zijn spelers de vloer opgaat en het ze in vol ornaat laat onderzoeken: ‘Na anderhalve minuut lezen ben ik al helemaal murw geslagen.’ Videomateriaal van de Franse versie, waarin Christophe Montenez zijn personage speelde, heeft Mardo snel opzijgelegd. ‘Nee, dat blokkeert. Nog voordat hij een woord had gezegd was ik al onzeker. Laat mij het zelf maar uitzoeken.’

Van Hove, die haarscherp de motieven van zijn personages kan duiden, helpt hem bij die zoektocht. ‘Aanvankelijk heb ik mijn rol benaderd als een heel bewust en berekenend personage. Maar Ivo zei: nee, hij is juist heel bleu. Hij weet eigenlijk niet zoveel, en precies dat maakt hem roekeloos. Zo had ik er nog niet naar gekeken, maar het maakt hem veel sympathieker: hoe naar hij uiteindelijk ook is, er schuilt een kern van verlorenheid achter die ik in eerste instantie niet had gespeeld. Dat roept hopelijk ook een mate van mededogen op, een zachte blik. Ik hoop niet alleen maar een klootzak-in-wording te spelen.’

Majd Mardo (1989) vluchtte op achtjarige leeftijd met zijn ouders en zus vanuit Syrië naar Nederland. Na anderhalf jaar in een asielzoekerscentrum in Drenthe te hebben gewoond, verhuisde het gezin naar Groningen. Daar had hij zijn eerste ervaringen met toneellessen: hij ging naar de jeugdtheaterschool en volgde later een mbo-theateropleiding. Uiteindelijk belandde hij op de Toneelacademie in Maastricht, waar hij in 2013 afstudeerde.

Hoe ben je in aanraking gekomen met toneel?

‘Ik heb altijd al acteur willen worden, al toen ik in Syrië opgroeide. Maar eenmaal in Nederland werd dat echt een missie. Dat kwam aanvankelijk omdat ik de taal machtig wilde worden. Ik dacht: als je toneelspeelt dan ben je baas van de taal en sta je in het middelpunt van de aandacht. Dus ergens vanuit een soort underdogpositie: ik wilde aansluiting vinden met dit land en de kinderen om me heen.’  

Je hebt op jonge leeftijd al moeten leren om te transformeren.

‘Als je naar een ander land gaat, waar je niet veel mensen tegenkomt die eruitzien zoals jij, word je onherroepelijk geconfronteerd met ongelijkheid. Het vermogen om me aan te passen, een soort kameleon te zijn, voelen wat er in de ruimte van je wordt verwacht en daarop proberen in te haken, heb ik me daardoor al vroeg eigen gemaakt. Het feit dat ik nu zeg ‘Ik ga hier staan, jullie gaan zitten, houden je bek en kijken naar mij’ is daar onlosmakelijk mee verbonden. Nu zie ik dat als voordeel, maar het komt voort uit een trauma: uit afwijzing, het niet worden opgenomen in de samenleving.’

Heb je het gebrek aan representatie als remmende factor ervaren in je toneelschooltijd?

‘Eerder juist als bemoedigend: als anderen het niet is gelukt, zal het mij wel lukken. Maar zo’n houding vraagt ook om blinde vlekken. Als ik in die tijd echt open zou hebben gestaan voor hoe het eraan toeging in het theaterveld, zou ik lamgeslagen zijn geraakt van het onrecht. Dus ik heb het racisme in mijn toneelschooltijd eigenlijk niet willen zien, ik wilde vol voor mijn doel gaan en heb daardoor die tijd voor een deel met oogkleppen op beleefd.’

‘Ik wilde het in die tijd dus ook heel bewust niet over racisme of mijn ervaringen met vluchten hebben. Ik dacht: nu even niet, ik moet nu dit doen. Waarschijnlijk omdat ik bang was dat er anders te veel wantrouwen en woede zou ontstaan, en dat zag ik als ruis voor dat doel.’ 

Na je afstuderen veranderde dat. 

‘Toen had ik wel de tijd en ruimte om daarmee bezig te zijn. Maar dat maakte me ook behoorlijk depressief. Het was een belangrijke en ook zware periode: ik leerde mijn omgeving en mezelf beter kennen, kon beter duiden waarom ik soms bijvoorbeeld uit het niets heel boos werd. Waar ik aanvankelijk dacht: zo, het is niemand gelukt, maar mij wel, dacht ik gaandeweg steeds meer: waarom is het niemand gelukt, en mij wel?’

‘Op een gegeven moment ga je alles in twijfel trekken. Heb ik deze positie vanwege mijn eigen talent, of is dat voortgekomen uit de tendens van deze tijd, waarin diversiteit en inclusie ineens belangrijker worden? Die twijfel maakt het extra ingewikkeld.’

Zes jaar geleden zei je in dit blad dat je had besloten je te focussen op rollen waarbij je afkomst niet het uitgangspunt is.

‘Ik was toen net gecast als Macbeth bij de Toneelmakerij, en het was helemaal niet gangbaar dat acteurs met een andere afkomst gecast werden voor personages die niets met die achtergrond te maken hadden. Nog steeds overigens, vergis je niet: Daniël Kolf speelt in The Damned de zoon van Steven Van Watermeulen. Daniël vroeg me laatst of dat niet raar is, dat hij als zwarte acteur de zoon van een witte acteur speelt. Dat hij zich dat nog steeds afvraagt, is natuurlijk heel veelzeggend. Ik hoop dat we naar een situatie toe bewegen waarin huidskleur en afkomst er niet meer toe doen, maar daar zijn we duidelijk nog niet.’

‘Nog altijd word je als buitenlander of als iemand met een Midden-Oosters uiterlijk toch vooral op agressievere rollen gecast: personages waar veel woede in zit, die vaak in de criminaliteit verwikkeld zijn. Dat is het dominante narratief van de afgelopen decennia en daar heb ik last van. Er is zo weinig wat tegenover immens populaire series als Mocro Maffia wordt gezet. Je ziet die jongens nooit in een andere hoedanigheid. Wat je daardoor krijgt is een soort herkenningsporno: je ziet waar je bang voor gemaakt bent, wordt daarin bevestigd en dat geeft tegelijkertijd een soort kick. Daar moeten we voorzichtig mee zijn. Dat is schadelijk voor de beeldvorming, en resulteert erin dat mensen met een andere afkomst minder snel worden uitgenodigd voor huisbezichtingen of sollicitaties, tot aan dat hele belastingschandaal toe. Diversiteit en inclusiviteit is niet zozeer woke, maar een must om samen te kunnen leven.’

Toen je bij ITA kwam zei je tegen Ivo van Hove: ik wil wel toetreden, maar dan wil ik ook grote rollen spelen, anders ben ik weg.

‘Enerzijds moet je als acteur in een soort delirium leven. Je moet jezelf en je publiek voortdurend wijsmaken dat je het kan, terwijl je daar nog niet zeker van bent: je hebt een bepaalde mate van overmoed en zelfbedrog nodig.’ 

‘Maar het kwam ook deels voort uit die underdogpositie, want die is ook empowering: je hebt het gevoel dat je jarenlang iets tekort bent gekomen en dan claim je je positie. Ik dacht: prima dat iedereen zich nu realiseert dat de boel diverser moet worden, maar dan ga ik niet als een soort gekleurde pion ergens achterin staan. Dan wil ik ook op het voortoneel, in grote rollen.’

Bij ITA worden inmiddels voorzichtig stappen gezet naar een meer diverse organisatie, zowel voor als achter de schermen.

‘Zeker, en dat is mooi, maar dat had ook twintig jaar geleden gekund. Dat wringt soms. Ik wil maar zeggen: we hoeven er niet té blij mee te zijn. Soms hou ik tijdens discussies ook mijn mond, ik heb niet altijd zin om op de barricaden te gaan voor iets wat twintig jaar geleden had moeten gebeuren, denk ik dan.’ 

‘Vroeger, vlak na mijn afstuderen, deed ik dat wel. Na die jaren op school waarin ik mijn mond had gehouden dacht ik: nu ga ik er iets over zeggen.’ 

Bijvoorbeeld met Nobody Home, waarin je eigen vluchtverhaal centraal stond.

Nobody Home maakten we destijds bijna met fluwelen handschoenen, zodat ‘men’ – het witte theaterpubliek – niet op de tenen getrapt zou zijn. Ik zou de voorstelling nu veel harder maken, meer in your face en like it or not. Toen waren we ook heel erg bezig met: hoe krijgen we de witte kijker zo ver dat-ie überhaupt blijft zitten en meegaat met dit verhaal? Dat is natuurlijk de omgekeerde wereld, maar ook tekenend voor die tijd.’

Foto: Anne-Reinke

The Damned van ITA / Bl!ndman / Amsterdamse Bostheater / Comédie-Française / Ivo van Hove
Te zien van 15 juni t/m 23 juli
www.ita.nl

Dossiers

Theaterkrant Magazine zomer 2022