De Zuid-Afrikaanse videokunstenaar William Kentridge keert terug naar het Holland Festival om Alban Bergs onvoltooide meesterwerk Lulu te ensceneren. Hij werd aangetrokken door de stomme film die componist Alban Berg voorschreef in de enscenering van zijn werk.

De Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge werd bekend met zijn animatiefilms, houtskooltekeningen en installaties en is daarnaast werkzaam als opera- en theaterregisseur. Zijn beeldend (video)werk en zijn theater staan deze zomer naast elkaar in Amsterdam.

In het Amsterdamse Filmmuseum EYE is nog tot en met 30 augustus de grote overzichtstentoonstelling If We Ever Get To Heaven te zien, met diverse van zijn installaties. Speciaal voor de centrale ruimte in EYE maakte Kentridge de ruim vijfenveertig meter lange, slangvormige processie More Sweetly Play the Dance,geïnspireerd door de eindeloze reeks beelden die we allemaal dagelijks tot ons krijgen van mensen op de vlucht. Door de wandelroute gaat de bezoeker eerst tegen de stroom in, maar loopt gaandeweg met de processie mee, die deels ook een bijna feestelijk karakter heeft. Met dit werk borduurt Kentridge voort op zijn eerdere video-installatie The Refusal of Time, waarin hij een bonte kakofonie van beelden en geluiden toonde die niet synchroon leken te lopen. Twee metronomen gaven steeds meer ritmes aan, terwijl tegelijkertijd een merkwaardige processie gaande was. Er wrong iets, maar tegelijkertijd was de installatie onderhevig aan een strakke interne logica.

Femme fatale

Tegelijk met zijn aanwezigheid in EYE regisseert Kentridge bij De Nationale Opera Alban Bergs tweede grote opera Lulu, na het korte multimediawerk Telegrams from the Nose (2010) en de kameropera Refuse the Hour (2012) de derde regie waarmee hij het Holland Festival aandoet. Het is een opera die enerzijds geheel volgens de dodecafonie (of twaalftoonstechniek) is gecomponeerd, maar tegelijkertijd net als traditionele opera’s wemelt van duidelijk afgebakende aria’s en duetten. Het scharniermoment in de opera is een nog geen vier minuten durend stuk filmmuziek. Berg schrijft een zwijgende film als interlude voor, waarin een jaar uit het leven van Lulu wordt samengevat. Toont het deel ervoor Lulu vooral als femme fatale die onmogelijk kan voldoen aan het beeld dat de bonte optocht van aanbidders van haar heeft, daarna volgt de totale fragmentatie van Lulu en iedereen rondom haar.

Alban Berg overleed in 1935 voordat hij zijn opera kon voltooien, en nadat Schönberg en Zemlinsky bedankten voor de eer om het werk te voltooien besloot Bergs weduwe Helene dat te verbieden. Pas na haar dood voltooide de Oostenrijkse componist en dirigent Friedrich Cerha de orkestratie van de derde akte, die in 1976 onder leiding van Pierre Boulez haar wereldpremière beleefde. De opera Lulu werd al vele malen opgevoerd in Nederland, maar de door Cerha gecompleteerde versie was enkel nog in Scheveningen te zien (in een versie door De Nederlandse Opera). In Amsterdam wordt het complete werk nu voor het eerst ten tonele gevoerd.

Kentridge voelde zich om verschillende redenen aangetrokken tot de opera. Behalve dat het filmgedeelte meteen zijn interesse wekte, boeit ook de wreedheid van de tijd waarin Berg zijn opera schreef hem, en de omstandigheden waaronder de personages hun bizarre beslissingen nemen. In zijn enscenering speelt de concrete achtergrond van het opkomende nationaalsocialisme een rol. Daarnaast liet hij zich misschien nog wel meer inspireren door de stomme films uit de jaren dertig.

‘Ik heb een problematische relatie met kleur,’ zegt Kentridge in vele interviews. Zelf staat hij bekend om zijn zwart-witte houtskooltekeningen, die als voordeel hebben dat ‘je de tekening zo snel kunt veranderen als je kunt denken’. Vormen en betekenissen zijn zo voortdurend aan verandering onderhevig.

Vaarwel

Dat geldt ook voor de carrière van Kentridge, die naar eigen zeggen gered is door zijn mislukkingen. ‘Alle kinderen tekenen en spelen, maar de meeste zijn verstandig genoeg om daarmee te stoppen als ze zo’n beetje veertien zijn. Ik bleef tekenen en spelen, acteren. Ik kreeg het advies me op een kunstvorm te richten, maar eenmaal op de theaterschool kwam ik er binnen drie weken achter dat ik geen acteur was.’

Kentridge meende te falen als acteur, als schilder en als filmmaker. Maar hij bleef tekenen en rond zijn dertigste realiseerde hij zich dat hij noch het theater, noch het filmen vaarwel wilde zeggen. Hij ging films maken met zijn tekeningen, en sindsdien verkent hij de vruchtbare grond tussen verschillende media en genres. Bijna drie jaar heeft Kentridge gewerkt aan zijn Lulu. Dat lijkt lang, maar voor een man die met regelmaat negen maanden werkt aan een film van zes minuten is drie jaar voor een ruim drie uur durende opera bijna een haastklus. Zelfs al bestaat zeker niet de hele opera uit film en zullen er ook statischer beelden te zien zijn.

Wat het allemaal betekent? Kentridge maakt geen films met een betekenis die hij vervolgens tekent; de betekenis ontstaat pas tijdens het maakproces. De interpretatie laat Kentridge aan de toeschouwer over.

foto Petrovsky en Ramone

Lulu door De Nationale Opera, regie William Kentridge, muzikale leiding Fabio Luisi
1, 6, 8, 14, 20, 23, 25, 28 juni, Nationale Opera & Ballet Amsterdam
www.hollandfestival.nl / www.operaballet.nl

——————————————————————————————————————————————————————-

If We Ever Get To Heaven, overzichtstentoonstelling William Kentridge
Te zien t/m 30 augustus, Filmmuseum EYE Amsterdam
www.eyefilm.nl

Dossiers

Theatermaker zomer 2015