Ergens in april zie ik een foto van een nieuw werk van de Noorse graffitikunstenaar Pobel. Het verbeeldt een jong koppel dat hartstochtelijk kust met een mondmasker op. Ik schaamde mij voor mijn opwinding. Ik vond het beeld onwaarschijnlijk sensueel en opwindend maar vooral hoopvol. De liefde overwint alles!
De dood trekt als een strak georganiseerd leger van skeletten door een apocalyptisch landschap en moordt iedereen uit, rijk en arm. De triomf van de dood is de bikkelharde titel die Pieter Bruegel de Oude aan zijn schilderij gaf. Tegen de dood is niets bestand. Ons leven is een leven in het besef van of de ontkenning van – maar dat heeft hetzelfde gevolg – de dood. Rijk en arm, zwart en wit, gelovig of ongelovig. Het schilderij steekt een middenvinger uit naar onze hoop op… hoop op wat? Tsja… Hoop op… hoop.
Wie maakt het schilderij van onze Triomf van de Dood waarop een metropool te zien is waar ambulances af- en aan rijden, mensen op brancards in de gangen van ziekenhuizen en op straat staan, tenten naast ziekenhuizen waarin doodzieke mensen verpleegd worden, brancards met lijkzakken, massagraven op Hart Island NY. Als in de oorlog. We leven in oorlog, besef ik. Een oorlog tegen de dood. De dood die zich publiekelijk laat zien, voor onze camera’s, in onze kranten, op straat, voor onze ogen. Ik denk aan de tachtiger jaren. Aidsslachtoffers waren onzichtbaar. Corona is een pandemie die zich voluit in het publieke leven afspeelt, en waarvan de slachtoffers zelfs in lijkzakken voor iedereen zichtbaar zijn. De slachtoffers, allemaal eenzaam gestorven. De dood maakt eenzaam.
Ebola. Ziekte die Afrika treft (who cares!).
Aids. Ziekte die homoseksuelen, drugsverslaafden én Afrikanen treft (eigen schuld dikke bult!).
Ik herlees The Masque of the Red Death van Edgar Allen Poe. Een kort verhaal waarin een prins probeert de pest, ‘de rode dood’ te ontvluchten. Hij trekt zich terug in zijn abdij en organiseert met enkele rijke mensen een gemaskerd bal. Tijdens het bal arriveert een gast die verkleed is als een slachtoffer van de Rode Dood. De prins ontdekt dat het kostuum van de mysterieuze gast leeg is. De prins en al zijn gasten sterven.
April 2020. Ik luister naar Joni Mitchell, de hele tijd door, wekenlang. Maar dat doe ik eigenlijk altijd al.
Ik lees De herinnerde soldaat van Anjet Daanje. Verhaal van een man die in de Eerste Wereldoorlog aan volledig geheugenverlies lijdt, een vorm van PTSS. Na jaren vindt zijn vrouw hem terug in een gesticht. Maar is het zijn vrouw? Of beweert ze dat ze zijn vrouw is. Een schrijnend kwetsbaar en tegelijkertijd gewelddadig boek over hoe twee mensen samen de ideale herinnering aan hun relatie in het verleden creëren en daardoor hun gezamenlijke toekomst. Uit hopeloosheid wordt hoop geboren, neen, door mensen gemaakt.
Ik werk aan een groot project voor ITA in 2021 over woede als drijvende kracht van de mensheid. Ik zie veel woede op televisie, in praatshows, kranten. Hong Kong, Minneapolis, Brussel. Ik denk aan Les Misérables (nee, niet de musical) een film van Ladj Ly uit 2019 waarin een groep jongeren van amper veertien jaar oud het helemaal gehad heeft met de politie en hun dagelijkse terreur, op kleine en grote schaal. Op een onstuitbare, ultra-wrede manier nemen ze wraak. Sinds het zien van de ergste folterscènes in The Deer Hunter heb ik de mens nooit meer zo bloeddorstig gezien. Bloed voor bloed. Wraak. Woede en vernieling alom.
De coronacrisis inspireert.
Our house is a very very very fine house with two cats in the yard
Life used to be so hard
Now everything is easy ‘cause of you
And our la, la, la, la, la , la, la, la, la
-Graham Nash-
Deze muziek veel gedraaid in de weken van de lockdown waarin het virus ons dwong terug te plooien op onszelf, met onze partner en onze kinderen. Thuisblijven als teken van maatschappelijke solidariteit, om als samenleving te overleven. Onze enige kans in de strijd tegen de dood was thuisblijven, afstand houden, leven in een wereld van mensen die alleen zijn, een wereld waarin eenzaamheid plots een gezicht krijgt. Als individu heb ik nooit meer dan tijdens de maanden van thuisblijven beseft hoezeer ik onderdeel ben van een samenleving. Hebben we dit over voor elkaar? Voor altijd? Dat is dé uitdaging waarmee het virus ons geconfronteerd heeft. ‘Het grote werk begint’, zegt de aan aids lijdende Prior in Angels in America. Inderdaad.
15 mei 2020
Erwin Olaf en zijn nieuwe foto’s waarin hijzelf als een witte clown verloren in een lege wereld rondloopt. De witte clown of Pierrot is de aangever van de andere clowns. Zelf is hij eerder stil, melancholisch. Olafs woorden zijn even sterk als zijn beelden: ‘(…) beelden die mij hebben verlamd toen ik plotseling ontwaakte in de surrealistische nachtmerrie, die deze pandemie is. Angst en machteloosheid beheersen mij nu al weken. Ik voel me een nietige figurant in een horrorfilm waarvan de afloop ongewis is. Het is alsof het vliegtuig waarin we met z’n allen zitten net z’n motoren heeft verloren en de weldadige stilte slechts een voorbode is.’
15 juni 2020. Het is voor het eerst sinds eind februari dat ik ga vliegen. Op de luchthaven lopen mensen erbij als zombies met maskertjes. De lounge is leeg. Er wordt omzichtig bediend, even voorzichtig als wij bij ITA met de toeschouwers omgaan die komen kijken naar Wie heeft mijn vader vermoord, gespeeld door de onovertroffen Hans Kesting. Maar als we in het vliegtuig stappen blijkt het propvol te zitten. Wel met maskertjes maar geen sprake van anderhalve meter. Jan en ik kijken elkaar aan en schudden het hoofd vol ongeloof. Naast ons zit een zwangere vrouw. Die baby mogen we niet in gevaar brengen. We trekken het maskertje wat strakker aan. Woedend, bang en gelaten tegelijkertijd.
Een paar dagen later, 19 juni, schrijft Koen Tachelet, dramaturg, in de Belgische krant De Standaard over zijn ervaring in een uitverkochte vlucht. ‘(…) per drie naast elkaar, ik zit in het midden, het gezicht van mijn buren op een 20 centimeter van het mijne. Het beeld van sardientjes komt in me op, en ik voel nog iets opkomen: woede, het gevoel opgelicht te worden. Tijdens de vlucht worden wel drie keer de veiligheidsvoorschriften voorgelezen: anderhalve meter afstand, mondmasker verplicht, met telkens de afsluitende boodschap: LAAT ONS ZORG DRAGEN VOOR ELKAAR. Ik vraag me af wie deze grap heeft bedacht. Of is het geen grap?(…) En plots trekt het op in mijn hoofd en besef ik wat er is dat aan het zicht moet worden onttrokken: de ongemakkelijke waarheid dat op dit moment de luchtvaartmaatschappijen miljarden euro’s opstrijken om het coronavirus over de hele planeet te blijven verspreiden. LAAT ONS ZORG DRAGEN VOOR ELKAAR. Het is een mooie gedachte. Maar op deze vlucht werd zij, net als vele andere waarden die door burgers overal ter wereld hoog worden gehouden, uitgehold tot een perverse ruilhandel met de miljarden van diezelfde burgers.’
18 juni 2020. Een bevriende regisseur belt me onverwacht omdat hij gewoon even met me wil praten. Over hoe het met mij en ITA gaat, en West Side Story en over hoe het met hem gaat, met zijn familie en over plannen en dat we een keer publiekelijk van gedachten zouden moeten wisselen met andere collega’s over wat corona met ons en onze passie, het theater, doet. We komen tot de conclusie dat we theater nodig zullen hebben. Dat bruiloften, begrafenissen, dansfeesten, doopsels allemaal rituelen zijn: het theater van het leven of het leven als theater. Zoals het theater zelf ook een ritueel is, waar het leven in theater wordt omgezet. Dat theater altijd over het leven gaat, dat het geheim van het leven in theater elke keer weer in stukjes en brokjes ontrafeld wordt. Of dat we dat proberen. Ik merk dat ik voorheen nooit zo intens en intiem met hem gesproken heb. We spreken af snel weer te bellen.
5 juli 2020. Een andere bevriende regisseur vertelt me dat hij het repeteren onder coronavoorwaarden en met name de anderhalve meter afstand fantastisch vindt omdat elke acteur voor zichzelf moet staan, echt zelf moet werken, zich niet afhankelijk kan maken van zijn of haar medespeler. Hij wil dit werkproces blijven hanteren ook in een coronavrije toekomst. (Komt die er ooit?)
Ik ijver om acteurs tot contactberoep te verklaren. De anderhalvemetersamenleving is het einde van onze kunst, daarvan ben ik overtuigd.
Sinds Adam en Eva elkaar kusten raken mensen elkaar aan, zoeken lichamen elkaar op, is de taal van het lichaam minstens even belangrijk als de taal van het woord. In het theater is dat in verhevigde mate het geval. In het theater kruipen we zelfs onder de huid van de mens. Ooit zei mijn huisdokter mij: ‘Ivo, ons gezicht krioelt van miljoenen beestjes.’ Ik was in shock toen ik dat hoorde. Want die beestjes zie je dus niet maar ze zijn er wel. En die beestjes maken we in het theater zichtbaar. Dat kan niet op anderhalve meter. Je kunt ook niet schilderen zonder verf. Zonder verf is het gedaan met de schilderkunst. Zonder nabijheid van mensen, van lichamen is het gedaan met het theater. En als rasechte optimist weet ik dat er dan wel iets anders komt, maar het verlies is te groot om dat risico te nemen.
6 juli 2020. Ik lees in The Guardian dat Boris Johnson 1,57 miljard pond heeft uitgetrokken om kunst en kunstenaars doorheen de crisis te helpen en daarbij zegt dat kunst en cultuur de ziel van de natie zijn: ‘They make our country great and are the linchpin of our world-beating and fast-growing creative industries (…) I understand the grave challenges the arts face and we must protect and preserve all we can for future generations, ensuring arts groups and venues across the UK can stay afloat and support their staff whilst their doors remain closed and curtains remain down.’ Wij hebben ook in Nederland regeringsleiders nodig die kunst en cultuur als een vanzelfsprekend en noodzakelijk onderdeel van onze samenleving zien. Dat deden de Grieken al eeuwen geleden toen ze de Acropolis bouwden. Citaat uit mijn toespraak tijdens het Paradisodebat, augustus 2019: ‘Een bezoek aan Athene is ondenkbaar zonder de Akropolis op te wandelen. De tocht naar boven begint met het Dionysos-theater. Een beetje hoger ligt het Odeon, een theater voor muziek. Onderweg kom je langs een plek waar specifiek wetenschappelijk onderzoek werd gepleegd. Als je naar beneden kijkt, zie je de Agora, waar men samenkwam om discussie te voeren over concrete thema’s die van belang waren voor de samenleving (zoiets als de huidige Tweede Kamer). En vlak ernaast is er de Areopagus, een enorme rots waarop rechtspraak plaatsvond. Bovenop staat het Parthenon, een tempel gewijd aan de goden. Het valt op dat de stad Athene gebouwd is rondom deze unieke en visionaire site. De Grieken beseften heel goed dat kunst samen met de politiek, de wetenschap, de religie en de rechtspraak de samenleving een identiteit geeft. Ondertussen stellen we in Nederland het bestaansrecht van kunst voortdurend ter discussie en hebben het daardoor uit het centrum van de samenleving weggedrukt. Hoe is het zover kunnen komen terwijl Het Centraal Planbureau in juli 2019 tot de conclusie kwam dat de culturele en creatieve sector 25,5 miljard of 3,7 procent bijdraagt aan het bbp, tweemaal zoveel als de landbouw, net iets minder dan het toerisme. Daarnaast is de cultuursector goed voor 320 duizend banen, dat is 4,5 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland.’
Angela Merkel verklaart op 18 maart 2020 al: ‘Miljoenen van jullie kunnen niet naar hun werk, jullie kinderen kunnen niet naar school, of naar theater en bioscopen…’ Bij het begin van de crisis benoemt de bondskanselier theaterbezoek meteen als een basisbehoefte. Begin mei gaat ze nog verder en stelt ze onomwonden dat het bestaan van een culturele sector alles zegt over de nationale identiteit. Ze stelt dus dat kunst en cultuur bepalend is voor onze identiteit! Rutte had er weken voor nodig om het woordje ‘theater’ in een opsomming met vele andere beroepen snel even in de mond te nemen. Toevallig een dag nadat Macron het belang van kunst voor de Franse samenleving centraal gesteld had in een toespraak tot het Franse volk. Premier Rutte heeft tot op de dag van vandaag in de vele toespraken tot het Nederlandse volk geen woord gezegd over het belang van de kunst en de kunstenaars voor onze Nederlandse samenleving en de toekomst daarvan.
President Macron, bondskanselier Merkel en zelfs prime minister Johnson zijn fier op wat ze zijn door de kunst en cultuur die ze hebben. In Nederland is het muisstil. Wij zijn slechts nutteloos vertier, de hofnar. Maar Shakespeare wist al in de 16de eeuw dat de nar de waarheid spreekt.
Het is genoeg geweest!
En dan was er als een wolkbreuk Black Lives Matter. Een kaakslag voor onze beschaving. Waarom moeten wij degene die niet is zoals wij zijn telkens weer uitsluiten, vernederen, beledigen, beschadigen, achterstellen en fysiek pijn doen of zelfs doden? Eeuwenlang trekt dit spoor van bloed door opeenvolgende beschavingen die altijd weer veroveraars voortbrachten die andere mensen, landen of continenten wilden overheersen.
Het is genoeg geweest!
De grote kunstenaar Pier Paolo Pasolini had als motto dat een crisis een motor is voor verandering.
Wat er gaat veranderen weet ik nog niet want al denken we dat de crisis voorbij is, de waarheid is dat we er nog middenin zitten.
7 juli 2020. The New York Times bericht dat president Bolsonaro Covid-19 heeft. Ik geef toe dat ik er zoals bij Boris Johnson heimelijk genoegen in schep. Ik wil dit niet voelen maar ik voel het toch. Bij het artikel staat een foto van 4 juli, amper drie dagen geleden, waarin Bolsonaro met de arm rond de Amerikaanse ambassadeur een ‘thumbs up’ geeft. Hopelijk zullen Brazilië en Amerika eindelijk het virus in al zijn gruwelijk agressieve gedaanten als vijand respecteren en ernstige maatregelen treffen en het niet vernederen door het ‘een griepje’ te noemen. Misschien moet ook Trump eerst nog op de intensive care belanden. We hebben de leiders die we verdienen. Leiders die de gezondheid van hun eigen electoraat in levensgevaar brengen. Leiders die dringend moeten accepteren dat de dood… dodelijk is zoals Pieter Bruegel de Oude in de 16de eeuw al begreep. Ze moeten blijkbaar zoals Boris Johnson de dood aan den lijve voelen vooraleer ze de dood respecteren en een begin van verandering inzetten.
5 juli 2020. In Bayonne wordt een buschauffeur die simpelweg een kaartje wil controleren en vraagt om een mondmasker te dragen (verplicht in Frankrijk) hersendood geslagen door twee jongeren. Op televisie verklaart de dochter van het slachtoffer: ‘Ik wil dat de personen die het leven van onze vader, het leven van onze moeder en ons leven ontnomen hebben zwaar betalen voor wat ze gedaan hebben. Ik wil dat ze lijden. Ik wil dat ze voelen wat wij voelen.’
8 juli 2020.
Bij het werken aan mijn woede-project voor ITA in 2021 stuit ik op de volgende zinnen van Euripides:
‘Een oeroud verhaal doet op aarde de ronde
dat menselijke voorspoed, eenmaal volgroeid,
zich voortplant.
Eén goddeloos vergrijp verwekt later meer
van de eigen soort. Altijd zal oud geweld
weer nieuw geweld verwekken.
Het is een demon waartegen geen strijd,
geen oorlog kan baten: heilloze brutaliteit,
een zwarte vloek in het paleis die lijkt op zijn ouders.’
Wijze oude Grieken! Al eeuwen politiek actueel. Politiek komt van het Griekse polis.
Polis betekent de stadstaat, een gemeenschap van vrije, autonome mensen. Het Griekse theater hield zich bezig met zaken die van belang zijn voor de polis, de samenleving. Dat soort politiek theater maak ik en wil ik blijven maken. Geen theater als een actualiteitenrubriek. Wel theater dat zich met grotere maatschappelijke bewegingen bezighoudt. Romeinse Tragedies, Fountainhead, Kings of War, Een klein leven, De dingen die voorbijgaan, en volgend seizoen het nieuwe grote maatschappelijk project.
10 juli 2020. De buschauffeur Philippe Monguillot, 59 overlijdt. Zijn echtgenote besloot ‘de le laisser partir’.
10 juli 2020. Zoals Pieter Breugel de Oude is ook de Chinese kunstenaar Ai Weiwei zich bewust van de heel klein geworden ruimte tussen leven en dood en onze eigen verantwoordelijkheid daarin: ‘Cities are like mausoleums, streets like ruins. New York, Paris, London, Venice — they appear as if yesterday were doomsday. Behind all the shut doors and windows is this thought: That is my borderline; outside, the abyss, where I can be instantly attacked and no longer exist, or might visit disaster upon another (…) A plant dies as its owner succumbs. But flowers in the wild bloom without a thought. What do they care about human disaster?(…) Nature is generous, sumptuous, and you’ve never seen cleaner air. Wild animals enter the city and saunter about. Fish and birds not seen for a time appear within their habitat. Humans, like viruses, have hijacked the ecology of the Earth and wrought damage’, schrijft hij in The Atlantic. Niets aan toe te voegen. Af en toe zegt iemand de waarheid.
Maxim Februari vindt altijd weer eenvoudige, lenige woorden voor complexe problemen. 13 juli in de Volkskrant, over corona: ‘(…) iets uit de wildernis is in contact gekomen met de mens en we zijn daar ziek van geworden(….). Dit is een tamelijk primitieve crisis die ons eraan herinnert dat we natuurlijke wezens zijn. Terwijl we denken dat we vooral uit intellect bestaan. Ik heb daar nooit in geloofd. In mijn ogen is je ratio niet meer dan een zandkorrel in de woestijn van je leven.’
Nog een beeld. De Belgische Berlinde De Bruyckere ontwerpt voor een zorginstelling van het kleine Belgische stadje Bonheiden al in 2000 haar sculptuur De wenende boom. Een knotwilg in brons waarin kleine waterkanaaltjes zijn aangebracht. De boom huilt de hele tijd door en is tegelijkertijd robuust en veerkrachtig, weerbaar. Net een mens. Visionaire topkunst.
Een allerlaatste beeld. Bavianen. Apen die op hun borst letterlijk een bloedend hart lijken te hebben. Figuurlijk ook zo blijkt uit deze foto. Apen die rouwen of zorg dragen voor elkaar. Echte beschaving.