Door Helena Hoogenkamp, illustratie Gemma Pauwels
Lieve papa,
Is mijn pakketje goed aangekomen? Het is een boek. Dit is een beetje een spoiler als het nog niet is aangekomen, maar het is Wachten op Godot van Samuel Beckett. Dat hebben we net op school gehad en ik vond het heel mooi. Vervreemdend. Toen de docent het aankondigde dacht ik dat hij een grapje maakte, ik kende Wachten op Godot alleen als rijm in dat liedje van Clouseau (‘Zij hield van Wachten op Godot, zij had cultuur enzo’). Ik ben blij dat ik dat niet hardop heb gezegd, ik heb het alleen aan Floyd verteld en toen zei hij dat hij eerst dacht dat ebola een verzonnen ziekte uit Goede tijden, slechte tijden was. Floyd is heel tof, hij heeft gebleekt haar en kan heel goed acteren. Hij springt er echt een beetje uit in onze klas. Eigenlijk springt iedereen er wel uit. Stefanie vertelde dat ze bij haar auditie in Maastricht met negen anderen op een rij moest staan en dat de drie docenten achter de klaptafel een eierwekker opdraaiden en tien minuten naar hen gingen zitten kijken, met over elkaar geslagen armen. De drie deelnemers die het meeste opvielen als ze niks deden mochten daarna door.
Na de auditie dacht ik dat al mijn klasgenoten van die enorme paradijsvogels zouden zijn. Maar de mensen die toen het hardst schreeuwden zijn het eigenlijk niet geworden. Dat meisje dat zich helemaal had ingesmeerd met boter en alleen een string droeg trouwens wel. ACTING is echt een hele leuke studie. Er wordt wel veel gehuild in de klas en Merel had laatst een solo bedacht waarbij ze in een bak aarde zat waar alleen haar voet uitstak. Jammer dat je niet kon komen kijken naar de tussenpresentatie. Mama was er wel. Volgens mij vond ze het heel ongemakkelijk, maar iedereen ging naakt dus ik vond het een beetje raar om dat dan te weigeren en ik had haar van tevoren gewaarschuwd. Het publiek ziet gewoon een bloot meisje, geen dochter. Ze keek de hele presentatie naar haar knie.
Gisteravond zijn we samen naar een uitvoering van Medea geweest, in de Stadsschouwburg. Mam was natuurlijk te laat dus we konden van tevoren niets eten. Ze had haar paarse fleecevest aan en we hadden geen tijd om nog naar de garderobe te lopen. Mam zei dat het aan de tram lag, dat die nu ineens anders reed vanaf het centraal. Toen ze haar vest probeerde uit te trekken kwam ze vast te zitten met haar armen, ik moest haar helpen. Frederique uit mijn klas was er ook. We gaven elkaar luchtkussen omdat we allebei rode lippenstift droegen. Frederique is heel mooi, net een meermin met een Ray-Ban. Volgens Floyd is ze een typische camera-actrice. ‘Wij gaan karakterrollen spelen’, zei hij. Ik heb hem maar niet verteld dat ik na de eerste schoolweek mijn ogen heb laten opmeten bij de Pearl, waar ze van die zwarte Ray-Bans verkopen. Maar ik had prima ogen.
Het was een mooi stuk. Marieke Heebink speelde Medea, die haar eigen kinderen vermoordt als ze wordt verlaten door haar man, die ook nog haar wetenschappelijke loopbaan heeft gestolen. Het decor was een groot wit vierkant, de acteur die haar man speelde had een schilderij vast en Medea legde uit dat het de Ark van Noach in een storm moest voorstellen. Alle dieren verdronken terwijl ze dachten dat ze veilig waren. Dat vond ik mooi. Mama moest huilen. Misschien kun je haar een keer bellen? Ik weet dat jullie eigenlijk geen contact hebben nu maar volgens mij heeft ze er heel veel behoefte aan. Ze zal er zelf nooit over beginnen tegen mij, maar ze heeft je studeerkamer nog steeds niet uitgeruimd.
Na de voorstelling gingen we nog een hapje eten bij de McDonald’s. Ik bestelde een kip 6 en mam nam twee cheeseburgers. We werden geholpen door een heel vervelende jongen met een beugel. De vorige keer dat ik daar at opende er een kassa naast hem, zodat ik van rij veranderde. Toen zei hij tegen het meisje achter me: ‘Dit is de mooie-meisjesrij.’ Frietje voor frietje heb ik zitten broeden op een comeback, iets in de trant van: ‘Nee, jij trekt volle zalen’ maar toen ik het blad leeg had stond er een enorme rij voor zijn kassa. Net toen ik het aan mam wilde vertellen waren we al aan de beurt en dat is misschien maar goed ook, want ik weet zeker dat ze hem gemept zou hebben met haar paraplu.
Ze wou per se over het stuk praten. Het is een heel mooi stuk pap, vol met spetterend acteerwerk en prachtige decors, maar mam kwam niet verder dan dat ze die Medea een bitch vond. Volgens haar was het vet onrealistisch dat je je eigen kinderen vermoordt na een scheiding. Ik probeerde haar uit te leggen dat dat de ultieme wanhoopsdaad was, dat Medea daartoe gedreven werd door Jason (in dit stuk heette hij Lucas) en dat het de ultieme consequentie was van haar liefde voor haar man en haar kinderen. Beroofd van alles stond Medea voor zichzelf en de goden terecht, en besloot haar pijn met de grootst mogelijke pijn voor Jason te vergelden. Mam vond dat onzin.
‘Als je een kind negen maanden ronddraagt in je buik verbreekt die lijn niet. Die band ga je niet opofferen voor een man.’
‘Maar er zijn toch vrouwen die hun kinderen vermoorden?’
‘Ja, maar die zijn psychisch ziek, niet wanhopig.’
Door het raam konden we de Stadsschouwburg net niet zien. Wie zou er op jaarlijkse basis meer gasten trekken, de schouwburg of de McDonald’s? De mensen om ons heen waren lelijk en slecht belicht. De McDonald’s is door een team psychologen ingericht, het hele interieur is erop toegespitst dat je niet blijft hangen. Voor de schouwburg zaten mijn klasgenoten op het terras, de punten van hun sigaretten lichtten op in het donker. Als ik mam snel op de tram zette kon ik misschien even kijken of er nog iemand was. Ik moet echt leren roken.
‘Wat vond jij er dan van?’ vroeg mama. Zo te zien zat ze nog wel even goed. Haar frietjes lagen bijna onaangeroerd op de plastic tray. Het is heel raar, maar als iemand me direct vraagt wat ik ergens van vind dan weet ik het niet. Dat heb ik op school ook. Hoewel ik Wachten op Godot echt een geweldige tekst vond, klapte ik helemaal dicht toen de docent ernaar vroeg. Uiteindelijk verviel ik maar in superlatieven als top en amazing. Soms is het net alsof ik niet de juiste woorden heb geleerd om te zeggen hoe mooi ik iets vind. Zoals met de kleurgradaties; Frederique complimenteerde me laatst met mijn magenta topje en ik dacht: ‘Dit is toch gewoon roze?’
Er blijken kleuren tussen de kleuren te liggen en ze hebben allemaal namen. Dat vind ik zo spannend aan deze opleiding, over een paar jaar hoop ik in euforische termen te kunnen uitleggen want ik van theater vind.
‘Mooi’, zei ik tegen mam. ‘De actrice die Medea speelde legde het er mooi stil bovenop.’
Ik vond het mooi dat er niets in het vierkant aanwezig was, behalve de mensen waar het om ging en een hoop as. Hoe ze elkaar vasthielden en in driehoeken liepen. De manier waarop Medea stond, toen ze schreeuwde: ‘Jij wilde dat de kinderen zouden geloven dat ze gelukkige ouders hadden!’ Alsof ze schreeuwde met haar volledige longen en alsnog in één seconde het geluid kon uitzetten. Die vrouw zou nooit de controle verliezen, en toch geloofde ik dat ze Medea was. Dat ze wanhopig was en tot moorden in staat.
‘Nou, dat ik haar geloofde.’
‘Ik zeg ook niet dat de actrice het niet goed deed, ik vond dat ze het heel goed deed. Het was heel knap toen ze echt ging huilen. Alleen klopt de psychologie van dat stuk niet. Vrouwen die hun kinderen vermoorden om hun man een hak te zetten zijn ziek. Dat stuk romantiseert ziek zijn.’
‘Het is een Griekse tragedie mam, toen had je nog geen psychologie. Die kloppen sowieso niet. Af en toe komt er een redder op een wolk uit het grit naar beneden zakken en dan komt plotseling alles goed.’Mam roerde in haar McFlurry, die ze tegelijkertijd met de cheeseburgers besteld had. ‘Zou je dat nou wel doen?’, vroeg ik. Niet omdat ze het niet kan hebben (ze is erg mager de laatste tijd) maar omdat ik bang was dat hij zou smelten. ‘Die kan ik toch ook later voor je halen, dan heb je een hoofdgerecht en een toetje.’ Maar nee, dat vond ze niet gezellig. Gezelligheid, daar draaide dit uitje om. Sinds ik met ACTING begonnen ben klaagt ze voortdurend dat ze me zo weinig ziet. Het liefst zou ze elke dag een uur met me bellen, zoals in Amerikaanse series. In het begin vertelde ik nog wel dingen, maar toen ik thuiskwam van die auditie kon ik niet goed uitleggen waarom ik dit wilde. Volgens mam stop je over een jaar met de alimentatie en zij kan dit niet betalen, maar ik kan gewoon bijlenen en volgens mij kun je in het tweede jaar wel een bijbaan nemen. Alleen het eerste jaar schijnt zo heftig te zijn. Frederique zei dat ze van haar ouders er echt niet bij mocht werken. Haar vader is operazanger, volgens mij best een beroemde (al weet ik niet echt iets van opera) en haar moeder is concertpianist. ‘Die kennen elkaar zeker van hun werk’, zei ik, maar Frederique snapte niet dat ik een grapje maakte en begon het verschil tussen opera en orkestmuziek uit te leggen. Ze willen dat Frederique gewoon doet wat ze leuk vindt. Ik snap dat mama bezorgd is, maar ik red me wel. Volgens mama verdienen afgestudeerde actrices net zoveel als postbodes, maar ik weet niet waar ze die cijfers vandaan heeft.
‘Ik vond het mooi’, zei ik, ‘omdat ze zich niet schaamde. Omdat ze haar gevoelens zo belangrijk en echt vond dat ze bereid was daar consequenties aan te verbinden. Dat is toch groot? Medea is boos en de wereld zal het weten.’ Mam schudde haar hoofd. Er liep een beetje gesmolten McFlurry van de lepel op haar vest. Ik zocht naar een servetje.
‘Het is gewoon niet realistisch dat je dat je kinderen aandoet. Die hou je juist uit de wind.’
‘Nou zit je het wel heel emotioneel te benaderen mam.’
‘Als ik het niet emotioneel mag benaderen, hoe dan wel?’ Het lelijke licht maakte haar haren dun en haar gezicht oud. Tussen haar tanden zat een sesamzaadje. ‘Het is toch de bedoeling dat die actrice gevoelens oproept? Bij mij roept het gevoelens van ongeloof op.’
‘Dat is geen gevoel.’
‘Wat is het dan?’
‘Ongeloof is een …’ Een deugd, vullen mijn hersenen in, maar dat is het helemaal niet, want ongeloof maakt dat je nooit iets probeert.
‘Op school noemen ze dat suspension of disbelief mam. Dat houdt in dat je gewoon even meegaat als de acteur op een getimmerde boom wijst en zegt: “Kijk, een bos.”’
Als ongeloof geen deugd is, wat is het dan wel? Ik voel een leegte waarin mijn hersenen woorden plaatsen die ik wel ken. Een kritisch vermogen. Een Thomas. Een constructie of een cognitie, al weet ik ook niet precies wat dat is. Een abstractie? Ongeloof is dat ding wat je voelt als je een verjaardagscadeau krijgt waar je niet meer op had gerekend. Ik voelde ongeloof toen ik was aangenomen op de toneelacademie. Weet je dat nog pap, dat ik toen je voicemail insprak? Hoe verbaasd ik was en blij en opgelaten en leeg?
‘Het is gewoon niet logisch’, zei mama. Ondanks dat de McDonald’s met zijn hele inrichting suggereerde dat we beter op konden rotten sloeg ik mijn armen om haar heen. ‘Nee mama, dat zou jij nooit doen.’ Wat mama doet is wachten tot ik thuiskom. Het zou fijn zijn als je terugschreef pap. Ik snap dat je erg moet wennen aan Stacy en de nieuwe baby, maar we missen je. Ik hoop dat je op een dag in de zaal zit en dat ik een hoofdrol heb, of een bijrol, of gewoon een rol waarin ik mag schreeuwen. Ik ga goed mijn best doen.
Veel liefs,
je dochter
PS. Ik wil het cadeautje niet spoilen maar de laatste zin is mijn lievelingszin: ‘Let’s go. Yes, let’s go. (They do not move.)’ Het is eigenlijk een regieaanwijzing.
Helena Hoogenkamp (1986) schrijft proza, poëzie en theater. Haar werk verscheen eerder bij VPRO Dorst, Wintertuin en de SSBA Salon. In 2017 tourt ze met dansvoorstelling BLISS van Jasper van Luijk en haar performance Van wie is dit verhaal? als onderdeel van Het Wilde Oosten.