Vlaanderen heeft een sterkte traditie in het op hoog artistiek niveau ontwikkelen van voorstellingen met jongeren en kinderen. Die expertise is terug te voeren op één persoon, ze werd ook wel de Ariane Mnouchkine van het Vlaamse kindertheater genoemd. Pionier Eva Bal overleed 14 mei jongstleden op 82-jarige leeftijd. In 1978 richtte ze het Speelteater op, waar ze een reeks onvergetelijke, poëtische voorstellingen creëerde en een atelierwerking opzette. Haar werk en werkwijze gaven een enorme impuls aan het internationale jeugdtheater.

Als Eva Gerretsen werd ze in 1938 geboren in Den Haag, studeren deed ze in Utrecht aan de School voor Woord en Gebaar. Daarna begon een bewogen en omvangrijke carrière, waarin ze langzaam en gestaag toewerkte naar haar grote droom. Begin jaren zestig kreeg Eva, toen nog Gerretsen, een opdracht van het Belgische Ministerie van Cultuur. Ze werd gevraagd te onderzoeken hoe het Vlaamse jeugdtheater een impuls kon krijgen.

Ze nam de opdracht gretig aan en werd medewerkster van August Bal, met wie ze in 1966 trouwde. Vanaf dat moment nam ze de naam Eva Bal aan. De jaren daarop creëerde ze diverse voorstellingen onder andere voor Jeugd & Theater, Beursschouwburg, Arca en het Brussels Kamertoneel (BKT). Het professionele jeugdtheater had toen nog geen naam. Ze organiseerde cursussen drama en motiveert beroepsacteurs om voor kinderen te spelen.

‘Er zijn theatermakers die erg goed zijn in het regisseren van bestaande teksten en andere die altijd weer op zoek gaan, worstelen om iets van zichzelf naar buiten te krijgen, vorm te geven. Ik hoor tot de tweede categorie’, aldus Bal in een interview destijds. Zo ontwikkelde ze haar eigen werkmethode op basis van improvisatie. Ze werkte met acteurs, muzikanten en dansers; het werk van Bal had dan ook een multidisciplinair karakter.

‘Veel kindertheater is niets dan snoepgoed’, is een bekende uitspraak van haar. Ze vond dat het jeugdtheater dicht bij de doelgroep moest staan en dus gingen kinderen en jongeren zelf het toneel op. Zo werd een volgende stap gezet in de ontwikkeling van haar werkwijze. De ‘eigen stem’ en de artisticiteit van de kinderen zelf kwam centraal te staan. Telkens legde ze zich toe op wat er bij de kinderen thematisch leeft. Zo ontstond bijvoorbeeld Vreemd kind in je straat(1976), een muziektheaterstuk met kinderen over ‘anders’ zijn, onder andere gespeeld door jonge Josse De Pauw. Het stuk stond niet alleen in Vlaanderen, maar ook in Nederland, de Verenigde Staten en Curaçao.

In 1978 richtte Bal met een aantal gelijkgestemden Speelteater Gent op. Het dramacentrum voor kinderen en jongeren startte in een oud schooltje en functioneerde als een warm, open huis. Aanvankelijk was er vooral veel aandacht voor wat Eva Bal noemde: ‘de vergeten leeftijd’, jongeren tussen 12 en 16 jaar. Te oud voor het kindertoneel en te jong voor tiener- of volwassenenstukken. Wekelijks werden er theaterateliers georganiseerd, die uitmondden in voorstellingen gecreëerd met zowel beroepsacteurs als met de jeugd; daaronder Wie troost Muu? (winnaar van de Signaalprijs 1987) en De Boot (1983, later verfilmd door Jaco Van Dormael). Hoge Bomen vangen veel wind (1991) was een samenwerking met de Theaterschool Eindhoven met de piepjonge Theo Maassen en Hans Teeuwen. Rondom de voorstellingen Landschap van Laura (1991) en De tuin (1992) werkte ze met Alain Platel, die Bals methode goed afkeek en later les ballets C de la B oprichtte. Ook regisseurs als Peter De Graef, Eric De Volder en Rieks Swarte snoven in die periode geducht aan de werkwijze van Bal.

In 1993 betrok het Speelteater een oude kopergieterij in het centrum van Gent. Met medewerkers en sympathisanten werd een theaterzaal uit de grond gestampt en daarmee wordt ook de receptieve werking werkelijkheid. Intussen reisde Bal steeds vaker naar het buitenland. Ze creëerde stukken in Singapore, Seoul, Montréal, Moskou en Zürich, vlak na de oorlog in Joegoslavië werkte ze met oorlogskinderen in Zagreb. Thuis in Gent fungeerde Speelteater/KOPERGIETERY als laboratorium en als springplank, waar niet alleen kansen gecreëerd werden voor het allerjongste talent, maar waar Bal ook acteurs, dansers, musici en regisseurs coachte in hun werk voor en met kinderen en jongeren. ‘Een kind voelt haarscherp aan wat echt en vals is. Dus moet je iedere keer weer op zoek om de dingen vorm te geven. Effectjes, vastgeroeste procedés doen het niet’, aldus Bal in een interview met Karel Van Keymeulen in Etcetera (1988).

De theaterateliers blijken in de loop der jaren ware broedplaatsen. Talenten als Lies Pauwels, Alexander Devriendt (Ontroerend Goed), Nic Balthazar (televisiemaker en filmregisseur) en de muzikanten Stephen en David Dewaele zetten er hun eerste stappen. Nadat Bal door koning Albert II in 2000 officieel in de adelstand werd verheven met de titel van barones, gaf ze in 2003 het artistieke stokje door aan een van haar voormalige talenten. Johan De Smet kwam dik veertig jaar geleden als tienjarige jongen binnen bij Speelteater, inmiddels is hij al bijna twintig jaar artistiek leider en leidt ook hij weer een nieuwe generatie op. ‘Ik was altijd onder de indruk van de kwetsbaarheid die Eva zag in mensen. Als een kind vals zong, dan zei ze: ‘Er is niemand die zo zingt als jij!’ Ze zag altijd de menselijke waarde, ze was de koningin van de kwetsbaarheid. Gebogen over take-away Chinees, leerde Eva me tussen mijn eerste repetities door dat theater begint bij luisteren. Niet bij praten. Of hoe je door recht in de ogen van iemand te kijken, plots iederéén kan begrijpen.’

Ze bleef als maker verbonden aan de Kopergietery, waar ze onder andere met choreograaf Ives Thuwis producties bleef creëren zoals Satijn en Witte Wijn(2010). Inmiddels draagt hij haar werkmethode op internationaal niveau uit: ‘Eva was geestig en gevat. Zee hield enorm van poëzie.Ze kon gedichten uit haar hoofd voordragen en geweldig vertellen. Vaak overdreef ze. Het werd altijd een mooi verhaal. Ze heeft zoveel jonge mensen geïnspireerd! Haar motto was het kan. Toen ze barones werd, heeft ze dat motto ook in haar wapenschild gezet. Dat was typisch Eva. Alles is mogelijk, alles moet mogelijk zijn, of alles moet gedaan worden om de dingen mogelijk te maken. Ze kon heel fel zijn en veel van anderen verlangen. Niet voor zichzelf maar ten gunste van het best mogelijke resultaat.’

Eva Bal bleef ook ver na haar pensioen kind aan huis bij de Kopergietery. Geregeld schoof ze nog aan de grote keukentafel achter in het pand. Theater was haar leven, kinderen en jongeren haar inspiratiebron.

Dossiers

Theaterkrant Magazine zomer 2021