Zij had een uitzonderlijk talent, vocht net zo lang tot elk woord, tot elke zin op z’n plek stond, maar wilde nooit en te nimmer verbonden zijn aan een gezelschap of aan een producent: Ineke Veenhoven. 

Haar mooiste rollen speelde ze bij Theatergroep Toetssteen. Dat ging van Seeräuber Jenny tot Mientje, de vrouw van Lou de Palingboer en van Glimworm tot Mama Wilders. 

Ineke beschikte over de kracht en de techniek van het understatement. Ze acteerde nooit op 100 procent inleving, niet op de totale emotie, maar door onder elke tekst een niet uitgesproken bijbedoeling te suggereren, werd alles wat ze zei interessant. Vaak meer onbewust dan opzettelijk beheerste zij de techniek van het tegenhouden en van het ‘plaatsen’. Daarom luisterde iedereen altijd naar haar.  

Haar meest bekende rol werd die van Beatrix in de voorstelling Emily, of het geheim van Huis ten Bosch, een productie die een stevige rel veroorzaakte en cameraploegen uit vele landen naar het bescheiden theater De Engelenbak lokte. In de Stadsschouwburg werd Emily de opening van het theaterseizoen 1997/1998.

Ineke kwam als Beatrix terug in Landgenoten, een voorstelling waarin de koningin een zelfgeschreven troonrede uitsprak (‘Eindelijk mijn eigen woorden!’). Zij richtte zich hierbij rechtstreeks tot het publiek en maakte van republikeinen in de zaal applaudisserende monarchisten. Ook toen Kamervragen volgden en een boze premier Balkenende zich roerde.

Een groot talent, zeker, maar Ineke werkte – naast in menige kantoorbaan – ook keihard aan haar rollen. Langzaam en kauwend op elk woord schreef zij met de hand haar teksten op grote enveloppen, die ze vervolgens overal in haar flat neerlegde, in de keuken, in de slaapkamer, in het toilet.

Ineke hield haar kennis en ervaring niet voor zichzelf. Ze was nooit te beroerd om anderen te helpen met lastige zinnen of ongemakkelijke momenten. Regelmatig nam ze een collega apart om een scène door te nemen. Ook op die manier heeft ze veel vrienden gemaakt, trouwe vrienden. En trouw was ze zelf ook.

Dat Ineke gewoon een formidabel actrice was, zagen ze tevens bij de televisie. Ze heeft daar in veel series gespeeld, met Paul de Leeuw onder anderen. Haar analytische spelkwaliteit deed het bovendien goed in film, zoals in de hoofdrol van Eenmaal geslagen, nooit meer bewogen, in regie van Gerrard Verhage. Hoe Ineke in die film een hond door de ruit van de salon slingert en hoe ze haar zoon met een zojuist gekochte verse vis om de oren slaat: onnavolgbaar. 

Gina & Omar, een lunchpauzevoorstelling in Bellevue, was toch wel een van Inekes moeilijkste, maar ook mooiste rollen. Advocate Gina komt in contact met de jongeman Omar en laat live op toneel haar mond dichtnaaien. Maar de rol van een ontredderde actrice Mary Dresselhuys in Mary werd de meest geroemde de best gerecenseerde prestatie van Ineke. Dat was niet eens zo opvallend, want hun beider talent, humor en vakmanschap was vergelijkbaar.  

Ineke was geen heilige. Ze kon wat je noemt vals uit haar slof schieten en gebruikte haar humor soms als dolk. En toch stond ook dat doorgaans ten dienste van de productie.

Haar laatste grote rol was die van een verstokte, bejaarde feministe, gemodelleerd naar Joke Smit. Ook daar kon ze haar humor en intelligentie volledig uitserveren. 

Twee jaar geleden nog speelde ze een kleine rol in Pim Spreekt. Toen kwam corona en daarmee ook een almaar trager wordende bloedsomloop. Ineke bleef tot het laatste moment helder en aanstekelijk lachen.  

En nu?

Mooier dan Inekes zoon Jack Veenhoven het schreef, gaat niet: ‘In alle rust en overtuiging is Ineke op tournee gegaan.’

Foto: ANP Kippa. Ineke Veenhoven in Landgenoten, Beatrix spreekt (2003) van Theatergroep Toetssteen

Dossiers

Theaterkrant Magazine zomer 2022