Bureau Vergezicht is een nieuwe speler in het veld. Het gezelschap van de makers van De zaak Shell vertrekken vanuit de hartstochtelijke overtuiging dat verhalen een transformatieve kracht bevatten. ‘Ik vind het niet erg als mensen na mijn voorstelling naar huis gaan en iets geleerd hebben.’
Op een druilerige herfstdag loop ik, al paddenstoelen zoekend, door de Tolhuistuin. Ik ben op weg naar het kantoor van Bureau Vergezicht, het nieuwe gezelschap van Anoek Nuyens, Rebekka de Wit en Erik Whien, dat vanaf 2025 structureel wordt ondersteund door zowel het Fonds Podiumkunsten als het Amsterdam Fonds voor de Kunsten. Bureau Vergezicht wil onderzoek doen naar macht, klimaat en gedeelde verantwoordelijkheid. Dat deden ze al eerder samen, in De zaak Shell. Hun nieuwste voorstelling, Beste Mensen – een coproductie met Theater Rotterdam, staat tot eind januari in de theaters. Ik spreek met Nuyens over de principes van Bureau Vergezicht, de rol van de theatermaker in tijden van crisis en de transformatieve kracht van verhalen.
De komende jaren ga je als artistiek leider aan de slag. Waar kijk je naar uit?
‘Het maken van voorstellingen heeft iets verslavends. Het is zo’n voorrecht om de tijd en ruimte te krijgen om dingen uit te zoeken, verhalen te vertellen. In een repetitieruimte zitten, mobiel op vliegtuigmodus, je met een groep mensen buigen over een onderwerp dat je aangaat, in een soort hyperfocus. Om vervolgens met een publiek te delen waar je bent uitgekomen. Dat ritueel is heel bijzonder in een gemediatiseerde wereld waar zoveel afleiding is. Een wonder eigenlijk. We verwachten wel eens dat theater wonderen verricht, maar het is zélf het wonder. De samenkomst, de ruimte, het hier en nu. Dat vind ik zo ontroerend in deze tijd.
De black box is een plek waar al die herrie, al dat door elkaar praten, even uitstaat. Toen ik begon met theater maken had ik het idee dat theater moest ontregelen, verwarren, meer vragen stellen dan antwoorden geven. Terwijl ik in mijn werk nu juist het tegenovergestelde op zoek. Er is al zoveel verwarring in de wereld. Ik wil ontwarren, in plaats van verwarren. Ik wil mensen uit laten praten, omdat ik in de dagelijkse wereld bijna nooit het gevoel heb dat iemand uit kan praten.’
‘Ik ben geen theater gaan maken omdat ik zo van theater houd. Ik ben theater gaan maken vanuit een hartstochtelijke overtuiging dat verhalen een transformatieve kracht bevatten. Ik neem het theater bloedserieus.’
Waar ligt die transformatieve kracht van verhalen?
‘Ik denk dat wij te lang vooral onszelf, en niet onze verhalen, serieus hebben genomen. Toen ik met een Shell-medewerker sprak en zei: ‘Ik ben maar een theatermaker’, zei hij: ‘Wablief? Ik ben maar een theatermaker?’. Juist door me te begeven tussen lobbyisten en Shell-medewerkers heb ik geleerd dat alle macht op het podium ligt, in verhalen.’
‘We hebben veel te lang gedacht dat verhalen de werkelijkheid alleen beschrijven. En we lijken te zijn vergeten dat verhalen de werkelijkheid ook voorschrijven.Verhalen vormen onze identiteit. Waarom koppelen we het gevoel van vrijheid in films aan iemand die wegrijdt in een auto? Applausje voor de automarkt. Als wij massaal zouden stoppen met roadmovies en de fossiele cultuur in onze verhalen zouden gaan bevragen, in plaats van steeds bevestigen, dan hebben zij geen bestaansrecht meer. Het is heel simpel.’
‘Er rust een beetje een taboe op om dit te zeggen, maar ik zeg het toch: ik vind het niet erg als mensen na mijn voorstelling naar huis gaan en iets geleerd hebben. Ik vind dat goede kunst dat kan doen. Dat het niet óf een educatieproject is, óf een echte voorstelling. Ik denk dat het en-en kan. Kennis kan mensen ook bewapenen, theater hoeft niet alleen maar ontwapenend te zijn. Ik wil dat burgers weer burger worden, en dat ze een voorstelling, die ze heeft geraakt, meenemen naar de keukentafel. Dat ze tegen hun partner zeggen: ‘Ik was vorige week naar een voorstelling, en jongen, ik zit er nog steeds mee’. En dat ze erover gaan praten, een politiek gesprek voeren. Maar goed, ik ben ook wel een beetje op een missie.’
Nuyens geeft me een oranje flyer aan. In dikke witte letters staat er ‘Klimaatkunst’ op de voorkant. Op de achterkant staan vijf principes, die samen het handvest van Bureau Vergezicht vormen.
‘Een van die principes is: het drama zit niet in het individu, maar in het systeem. Als verhalenverteller heb ik altijd geleerd dat je het drama in mensen en tussen mensen moet zoeken. Maar op het moment dat je het drama alleen in de personages legt, kom je eigenlijk nooit bij de systeemcrisis die de klimaatcrisis is. Dan gaat het om de vraag ‘wie is er schuldig?’, en dat vind ik, als je het over de klimaatcrisis hebt, niet de meest interessante vraag. Ik vind het veel interessanter om al die partijen een stem te geven.’
Ik vraag me in mijn eigen maakprocessen ook vaak af of de structuur van the hero’s journey wel geschikt is om verhalen over klimaat en ecologie te vertellen: het is zo gefocust op individuele ontwikkeling.
‘Precies. Door die focus op dat splendid individual hebben we ook heel veel dingen niet verteld. Mijn grote vraag, en dat was ook al toen ik De zaak Shell maakte, is: hoe kan je systemen emotioneel maken? Er is niet één iemand die de klimaatcrisis heeft veroorzaakt, en er is niet één iemand die het gaat oplossen.’
Maar hoe maak je daar theater van? Van een systeem?
‘Ik denk dat we nu nog in een fase zitten dat we dat aan het uitzoeken zijn. Dat gaat met vallen en opstaan. Op een bepaalde manier breek je wel met een traditie van verhalen vertellen. In Beste Mensen (hun nieuwste dus, geïnspireerd op vijftig jaar klimaatspeeches, red.) zit het drama bijvoorbeeld niet in Hannah Hoekstra, die het speelt. Het drama zit in het verstrijken van de tijd. Dus de tijd is eigenlijk haar tegenspeler.’
‘Naomi Klein zegt ‘Keeping the pieces in chronological order has one main benefit. It’s a nagging reminder that we are in a fast-moving crisis, even though it may not always seem so.’ Dus op het moment dat je al die klimaatspeeches in chronologische volgorde gaat zetten, zie je dat we in een verpletterende crisis zitten. En dat we er maar niet uitkomen. Dat is een heel dramatisch gegeven, dat je niet in één personage, één dramatische binnenwereld kan gieten, omdat het zich uitstrekt over meer dan 50 jaar.’
Het handvest behelst nog vier andere principes, waaronder ‘Wees inclusief, geef de natuur een stem.’ Een principe dat in mijn eigen werk ook centraal staat: een taal vinden voor de perspectieven van andere levensvormen en landschappen.
Hoe doe jij dat, de natuur een stem geven?
‘Ik erger me aan het feit dat we de natuur zo vaak als decor gebruiken, en niet als factor van betekenis in het verhaal. Het is belangrijk dat we ons niet alleen maar focussen op wat er allemaal niet goed gaat, maar juist ook op die diepe liefde die mensen voelen voor de natuur. We hebben er alleen nog zo weinig taal voor, om daarover te praten. Omdat het al snel klinkt als iets…’
Zweverigs?
‘Ja, dat het een soort yoga-achtige vibe krijgt. Of dat je dan een bomenknuffelaar bent. Hoewel ik daar steeds meer voor uitkom. Maar ik probeer altijd iets in mijn werk te stoppen waar je die liefde voelt. In De zaak Shell zit de zin: ‘Wat is dit voor wereld, dat je je liefde moet verbergen om serieus genomen te worden?’ In een goed verhaal heb je ergens ook lichtheid nodig. En dat zit in die liefde voor de natuur.’
Ze lacht: ‘We moeten nu wel oppassen. Twee vrouwen die gaan praten over hun liefde voor de natuur. Dat is in onze cultuur nog steeds een code om weg te zappen.’
Heb je er wel eens over gedacht om de natuur letterlijk een stem te geven in je werk? Een taal?
‘In De zaak Shell krijgt de aarde wel een stem, maar niet met woorden. Met muziek. Maar echt een stuk schrijven namens de aarde, de dieren, de bomen… Daar heb ik eigenlijk nooit echt over nagedacht. Ik ben ook juist zo blij dat bomen níét kunnen praten.’
Een ander principe in het handvest luidt ‘Klimaat en kolonialisme zijn met elkaar verbonden.’
‘Bepaalde mensen een stem geven, dat vind ik ook onderdeel van je rol als theatermaker. Een canon die niet volledig is, volledig maken. Als we aan de klimaatbeweging denken, denken we vaak aan Greta Thunberg, aan Europese, witte mensen. Terwijl het klimaatactivisme begonnen is in Nigeria, in Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, dicht bij de pijpleidingen van onder andere Shell. Dat willen we blootleggen. Zo is iedere voorstelling ook een poging om te laten zien dat we verbonden zijn met bondgenoten, waarvan je misschien niet eens wist dat je ze had.’
Die verbinding zoekt Nuyens niet alleen inhoudelijk op in haar werk. Ze speelt al jaren op allerlei plekken buiten de black box: bij bedrijven, ministeries, in buurthuizen. Onder de naam Niet voor de bühne trekt Bureau Vergezicht de wereld in om het gesprek aan te gaan met burgers, bedrijven en politiek.
‘Inmiddels ligt er zelfs een verzoek om betrokken te zijn bij de wereldwijde klimaattop. Geen idee of dat ook echt voeten aan de grond gaat krijgen, maar dat er interesse is, laat zien dat er een cultuuromslag gaande is. Klimaat is niet alleen maar iets voor bèta’s. Kunstenaars kunnen de klimaatcrisis emotioneel maken, op een manier waarop grafieken dat vaak niet kunnen. We moeten van het hoofd naar het hart, en daarna naar de handen. Er wordt soms gedacht dat wij als verhalenvertellers ook degenen zijn die het naar de handen moeten laten gaan. Maar wij zijn het hart.’
Toen ik je googelde kwam ik in al je biografieën de volgende vraag tegen: ‘Hoe kan theater bijdragen aan een betere wereld?’. Die vraag zou ten grondslag liggen aan alles wat je maakt. Heb je inmiddels een antwoord op die vraag gevonden?
‘In De zaak Shell zeggen we:‘De toekomst is weggelegd voor degene die zijn rol het best speelt, zijn kostuum het beste draagt en zijn tekst het beste kent.’De beste rol die je nu als verhalenverteller kan spelen, het beste wat je nu kan doen, is dat je de klimaatcrisis niet als een bèta-crisis ziet, maar als een cultuurcrisis. Daar kan je als theatermaker echt iets in betekenen.’
Het principe dat bovenaan het handvest van Bureau Vergezicht staat, is: ‘De klimaatcrisis is een cultuurcrisis.’
Wat bedoel je precies met cultuurcrisis?
‘Dat het een crisis is die niet gaat over zonnepanelen, maar over wat er zich in de huizen, in de levens, onder die panelen afspeelt. De crisis zit in de cultuur die we met elkaar in stand houden. Een cultuur die gebaseerd is op exponentiële groei. Die op het ik is gericht, die niet gaat over de verbintenis aangaan met andere levende wezens. We moeten het hebben over de verhalen die we elkaar vertellen. En dat is waar de theatermaker om de hoek komt kijken. Wij kunnen een cultuuromslag in gang zetten. Met kunst maken, met verhalen vertellen, heb je de macht in handen. En we weten gewoon niet hoe groot die macht is. Het enige wat we moeten doen is dat erkennen.’
Lukt het jou om hoop te houden, als je zo veel met de klimaatcrisis bezig bent? Hoe vind je de moed om door te blijven gaan?
‘Tijdens het maken van Beste Mensen kreeg ik zo veel bewondering voor alle mensen die 50 jaar lang geprobeerd hebben de wereld een stukje beter te maken. Dat vond ik best hoopvol. Ik zag een kathedraal voor me, een soort Sagrada Familia, waar iedereen een stukje op heeft gelegd. En dan voelt het heel kinderachtig, en ook een beetje respectloos, als ik zou zeggen ‘ik geloof er niet meer in, jongens’, en mijn blokje weg zou gooien.’
Ligt de hoop dan toch in die individuele verhalen?
‘Die hebben allemaal hun steentje bijgedragen. Maar we zijn geneigd om in onze verhalen het drama in één iemand te zoeken, in plaats van in het geheel. Die kathedraal geeft me het gevoel dat je in een lijn staat, in verbinding, en dat is heel krachtig. Ik denk dat veel mensen nu ook afhaken omdat ze een soort kosmische eenzaamheid voelen. Een hele diepe eenzaamheid, die niet alleen over het verlies aan verbinding tussen mensen gaat, maar ook over de kosmos waar je niet meer in verbinding mee staat. Verhalen kunnen al die duizenden mensen weer in verbinding brengen.’
Nuyens schrikt als ze ziet hoe laat het is. Vanavond speelt ze de laatste voorstelling van De zaak Shell in de Haarlemse stadsschouwburg. ‘Die voorstelling komt terug!’, belooft ze. Voor we de deur uitlopen, geeft ze me een gedroogd blaadje van een wingerd. Felrood, met diepe nerven en een gezaagde bladrand die krachtig omhoog wijst.
Vanavond zal, voorlopig voor het laatst, Musia Mwankumi als ‘de toekomstige generatie’ een uitverkochte zaal toespreken ‘De toekomst is onzeker. En dat is hoopvol.’
Foto Sebastian Steveniers
Beste mensen van Bureau Vergezicht en Theater Rotterdam is nog te zien t/m 25 januari.
De zaak Shell van Bureau Vergezicht is in april nog te zien in ITA en in juni nog vijf keer in andere steden.
Bureauvergezicht.nl
Nikki Ong is schrijver en theatermaker. In haar werk onderzoekt ze de relatie tussen mens en natuur, en de perspectieven van andere levensvormen.