Je legt je hart op je tong, geeft alles. De een kiest voor een loeizware monoloog, de ander verplaatst zich in een object. Wie auditeert voor de acteursopleiding bij een van de vier toneelscholen schijt (vaak) zeven kleuren stront. Maar is dat nodig? Drie docenten, zelf ooit auditanten, delen hun inzichten.
Het is gelukt. Je bent geselecteerd voor de eerste auditieronde aan één of meerdere toneelscholen. Amsterdam, Utrecht en Maastricht organiseren volle lesdagen, soms een heel weekend, terwijl de audities in Arnhem enkele uren in beslag nemen. Iedere opleiding telt drie rondes die in grote lijnen overeenkomen. In de voorronde stuur je een biografie en een voorstelfilmpje in over jouw belevingswereld. In Amsterdam krijgt de ATKA 700 tot 800 inzendingen, waarvan er ongeveer 450 kandidaten overblijven, die doorgaan naar de eerste ronde. De tweede ronde telt zo’n 150 en de laatste ronde 60 kandidaten. Uiteindelijk worden 18 acteurs toegelaten. (Cijfers van de andere scholen zijn vergelijkbaar. Daarbij is er natuurlijk veel overlap van mensen die bij meerdere scholen auditeren.)
Auditie-stippen, jurytafels en laptops zijn afgeschaft. Kandidaten nemen plaats in een kring en werken gezamenlijk aan oefeningen tijdens ochtend check-ins, waarbij fouten maken niet erg is. De focus ligt op het creëren van een leeromgeving in plaats van een prestatieomgeving. Dit resulteert in langere, meerdaagse audities in alle drie de rondes, met het doel om de gebruikelijke stress te verminderen en leermogelijkheid te bevorderen.
De eerste auditieronde bestaat uit twee opdrachten: een tweeminutenverhaal voor publiek, met nadruk op verbeeldingskracht en theatrale expressie, en een filmpje van maximaal 2,5 minuut waarin een creatieve act wordt uitgevoerd, zoals dans, zang, of spoken word. Deze act mag fictief of abstract zijn en zonder hulpmiddelen, zodat persoonlijke creativiteit volledig tot uiting komt. In ronde twee zijn er verschillende opdrachten zoals een muzikale opdracht, speelscène, bewegingsoefeningen en omgang met de camera. De derde ronde bevat een teksttoneelstuk, vaak een klassiek werk.
Fjodor Jozefzoon
In 2017 deed acteur Fjodor Jozefzoon (28) auditie in Amsterdam. In dat jaar was de eerste ronde gericht op het presenteren van een klassieke monoloog: een tekst uit Atropa. De nadruk lag op technische vaardigheden en de beheersing van de Nederlandse taal. ‘Gaandeweg ontdekte ik dat acteren veel meer inhoudt dan het perfect uitvoeren van een tekst; het gaat vooral om het vertellen van verhalen. Ook realiseerde ik me dat niet iedereen even gemakkelijk toegang heeft tot bepaalde teksten, vooral als de taal of context hun vreemd is.’
Sinds twee jaar maakt Jozefzoon deel uit van het gastdocentteam bij het afnemen van de audities. ‘Onlangs is het auditieproces significant aangepast. De eerste opdracht veranderde van een klassieke monoloog naar het vertellen van een persoonlijk verhaal. Dit bood ons als beoordelaars een betere mogelijkheid om het talent en de kracht van de kandidaten te zien. Het nieuwe systeem stelt ons in staat om niet alleen de huidige vaardigheden te beoordelen, maar ook de potentiële groei van de kandidaten in te schatten. Sommige kandidaten blijken met een eenvoudig verhaal een groot publiek te kunnen boeien, terwijl anderen met een briljant verhaal worstelen om het goed over te brengen.’
‘In de tweede ronde worden de opdrachten uitdagender, variërend van muzikale opdrachten tot scènes die beweging vereisen. Dit biedt een breder inzicht in de capaciteiten van een kandidaat, zoals hoe goed ze kunnen samenwerken, hoe flexibel ze zijn in nieuwe situaties, en hun bereidheid om te leren. In die zin is het vandaag de dag moeilijker om aangenomen te worden dan in mijn tijd, omdat er nu veel meer aspecten worden beoordeeld.’
‘De audities zijn veel meer een lessituatie, waarin we een schooldag willen creëren. We doen opdrachten, zoals bewegingsleer, tekstbehandeling, improvisatie, en voeren dramaturgiegesprekken, waarna je een manifest moet schrijven. De schooldagen en auditiedagen lijken op elkaar. Je komt binnen op de zesde en achtste verdieping, waar studentenbegeleiders je helpen met repeteren, en je souffleren. Er is ook een vragenronde en je gaat samen van lokaal naar lokaal. In mijn tijd als student aan de toneelschool, assisteerde ik ook, als ouderejaars.’
‘Als beoordelaar let ik vooral op de potentie van een kandidaat. Ik kijk naar wat iemand zou kunnen leren en hoe diegene zich kan ontwikkelen. Vaak merk je dat sommige kandidaten al vastzitten in een bepaald idee van hoe ze moeten spelen, wat hun flexibiliteit beperkt. Anderen, minder ervaren maar open om te leren, hebben vaak meer potentie om zich verder te ontwikkelen.’
Het evalueren van audities is een serieuze, tijdrovende taak, deelt Jozefzoon. Van iedere auditant krijgt de beoordelaar een formulier met een foto, waar aantekeningen bij gemaakt worden. Jozefzoon: ‘Wat ik opschrijf? Korte zinnen, zoals: ‘Heeft een harde stem’, ‘kan meeslepend vertellen’. Later bespreken we onze bevindingen met de groep tijdens de vergaderingen. Dat kan leiden tot discussies, maar het doel is altijd om tot een weloverwogen beslissing te komen, die zowel de kandidaat als de school ten goede komt. Natuurlijk is de auditie slechts een momentopname. Wel proberen we die momenten zo goed mogelijk te benutten om de potentie van elke kandidaat te beoordelen.’
Zelf auditeerde Jozefzoon bij alle toneelscholen. ‘Mijn ervaringen in Maastricht en Amsterdam stonden lijnrecht tegenover elkaar. Bij Maastricht was ik enorm gefocust op het perfectioneren van mijn spel. Ik wilde te veel indruk maken door klassiek teksttheater tot in de puntjes te beheersen, en vooral serieus overkomen. Het gevolg: ik raakte geblokkeerd en vrij spelen lukte niet. Het leidde tot een gespannen ervaring, waar ik niet volledig mezelf kon zijn.’
‘In Amsterdam hanteerde ik een andere aanpak. In plaats van zenuwachtig te zijn, koos ik ervoor om de dag te omarmen en te genieten. Ondanks de zenuwen bij de opdrachten in de tweede ronde, ging het toch goed. Mijn doel was: knallen in de derde ronde, tijdens de eindscène. Daarvoor moest ik scène uit Atropa spelen. Na de presentatie voelde ik een klik met de docenten, alsof alles op zijn plek viel. Na een slapeloze nacht, kreeg ik de volgende dag het verlossende telefoontje: aangenomen. Het gevoel van opluchting en vreugde, wauw, echt onbeschrijfelijk.’
Hoewel de eerste weken op de theaterschool zwaar waren en Jozefzoon zich vaak onzeker voelde, herpakte hij zich en vond zijn plek. ‘De overgang van auditant naar student bleek een uitdaging, maar ik ontdekte dat iedereen in hetzelfde schuitje zat.’ Nu, als gastdocent bij de audities, herkent hij de zenuwen en passie van nieuwe kandidaten. Zijn ervaring heeft hem geleerd dat het vooral om potentieel en bereidheid om te groeien gaat, niet alleen om huidige vaardigheden. ‘Het blijft een uitdaging om eerlijk te blijven in het beoordelen, maar het loont om te zien hoe kandidaten zich ontwikkelen tot volwaardige collega-acteurs.’
Vanja Rukavina
‘Ik stond op om vier uur ’s ochtends en was megazenuwachtig’, vertelt Vanja Rukavina (34). Van 2018 tot en met 2023 maakte hij deel uit van het kernteam dat audities afneemt aan de Toneelschool en Kleinkunstacademie in Amsterdam. Zelf werd hij op 17-jarige leeftijd toegelaten tot de Toneelacademie Maastricht. Hij was piepjong, maar had al spelervaring opgedaan aan de middelbare school en bij Jeugdtheaterschool Zuid-Holland. Optreden voor publiek vond hij ‘waanzinnig’.
‘Met mijn ouders reed ik van Gouda, waar we woonden, naar Limburg voor de allereerste auditieronde. Veel te vroeg op locatie, sliep ik nog op de achterbank. Ik herinner me Lokaal 0.1, een vertrek met kerkbanken en de hele jury achter tafels. Mijn auditie werd mede afgenomen door René Lobo, destijds toneeldocent. Hij gaf de Van God Los-opdracht. De regels: doe niemand pijn, maak niks kapot en stop pas als ik het zeg. Je moest losgaan, alle gêne voorbij, denken en censuur uitzetten, zo extreem mogelijk spelen. Ik heb de kachel opgegeten en had erna last van mijn kaken.’
In Maastricht werd van Rukavina verwacht dat hij tien pagina’s teksttoneel beheerste. ‘Bluffen kon niet, wat het juist spannend maakte; het was veel uitdagender dan mijn audities in de andere drie steden. Eenmaal aangenomen voelde ik me onwetend over het werkveld, en onzeker naast medestudenten met meer kennis. In de eerste week zat ik eens op het toilet, broek op mijn knieën, denkend aan Gouda en mijn vrienden. Ik was nog niet klaar om het ouderlijk huis te verlaten. Het sociale aspect op school vond ik erg moeilijk, omdat ik me best eenzaam voelde, maar van de lessen leefde ik op. Tijdens die lessen nam ik vaak een woordenboek mee. Omdat ik uit Bosnië kom, en op jonge leeftijd met mijn ouders naar Nederland verhuisde, spraken we thuis vooral Bosnisch. Weet je dat ‘assertief’ betekent dat je je eigen grenzen goed aangeeft? Niet dat je het voortouw neemt, zoals velen denken.’
De overstap van zelf acteren naar lesgeven – van 2016-2023 doceert hij in Amsterdam – en later audities afnemen, noemt Rukavina ‘uitdagend’. Zeker omdat hij zelf ooit op die plek stond. ‘Yvette Fijen, onze artistiek directeur, zegt altijd treffend tijdens de eerste ronde dat het een wederzijdse auditie is, een kennismaking van beide kanten. Je mag als student kritisch zijn, je afvragen: wil ik hier zijn? Wat vind ik van de docenten en de omgeving? Het is belangrijk dat zowel auditant als docent die vragen blijven vasthouden, zelfs in de latere rondes, als de spanning toeneemt. Of je nu denkt aan de samenstelling van de klas, of je eigen toelating: blijf reflecteren en trouw aan die kritische houding.’
Tijdens de auditierondes kijkt Rukavina of iemand leerbaar is en risico’s durft te nemen. Hij is van mening dat het niet draait om perfectie, wan het is al indrukwekkend genoeg dat je er überhaupt staat. Duidelijkheid noemt hij wel een belangrijke factor: wees op tijd, maar ook fysiek en mentaal aanwezig. ‘In mijn eigen lessen uitte ik mijn enthousiasme wel eens door te schreeuwen, wat voor sommigen misschien intimiderend voelde. Toch kun je je niet door mijn lessen bluffen. Ken je de tekst niet, dan gaan we morgen verder. Je verspilt mijn tijd, die van jezelf, en van je goed voorbereide medespelers. In dit vak moet je de materie beheersen en kritiek kunnen verwerken. Zonder die vaardigheid wordt acteur zijn een lastig beroep.’
Vroeger was de eerste auditieronde in Amsterdam kort en zakelijk. De tweede ronde werd al intensiever en duurde twee losse dagen, of een heel weekend. De derde besloeg slechts een kwartier voor één lied en een monoloog, beoordeeld door twintig mensen uit het werkveld.
‘Tegenwoordig creëren we een lessituatie; het draait om de interactie tussen student en docent, een wederzijdse kennismaking. Zo kunnen auditanten echt zelf ervaren of onze school bij hen past. Dat is voor ons allemaal waardevol.’
Rukavina haalt de meeste energie uit audities waarbij de auditanten zich kwetsbaar durven opstellen. ‘Het is al dapper om zo een instituut binnen te stappen, laat staan jezelf open te stellen. Wanneer ik zeg: ‘Speel verliefd, moedig en kwetsbaar’, en iemand geeft de volle 1000 procent, dan raakt me dat echt. De toneelschool en zelf audities afnemen gaat echt over het leven en andere perspectieven. Van een ruwe diamant kan je leren, ervaren acteurs noem ik vaak retro-naïef: een zelfverzonnen woord. Door hun ervaring kunnen zij zich niet meer echt voorstellen (rationeel wel, qua gevoel niet) hoe het voelt om ergens zonder kennis aan te beginnen.’
‘Ik herinner me specifiek een jongen uit Limburg, die een paar jaar terug auditeerde. Ik vond hem geweldig, maar de rest van de jury niet. Soms wil je vechten voor iemand in de vergadering, de ene keer lukt dat beter dan ander. Wel is het mooi om te zien hoe ieder elkaars expertise respecteert. Smaak is iets lastigs. Zelf houd ik van groot, waarachtig spel. Vandaar ook mijn liefde voor de films van Emir Kusturica uit Bosnië met heel groot over the top spel.
In Nederland is er weinig ruimte voor grote emoties, we internaliseren veel met spel.’
Rosa Reuten
‘In 1999, het jaar van mijn eigen auditie, was de selectieprocedure een meer rigide en fysiek veeleisend proces. Tijdens een serie tests moest je onder andere je balans en flexibiliteit tonen. Je moest je been naar achteren steken en werd omgeduwd, om je evenwicht te testen. Ook de lengte van je achillespezen was belangrijk, zoals ze daar nu misschien nog op letten bij de balletacademie.’ Sinds 2016 is actrice Rosa Reuten (49), onder de hoede van artistiek directeur Yvette Fijen, deel van het kernteam van de opleiding aan de Toneelschool en Kleinkunstacademie Amsterdam, en medeverantwoordelijk voor de gehele selectieperiode. Voor ze in Amsterdam lesgaf, was Reuten tevens vijftien jaar beoordelaar in Maastricht.
‘Vroeger lag de focus vooral op de technische aspecten van een optreden, zoals stemgebruik, articulatie, en het vermogen om de tekst overtuigend over te brengen. We hadden een vrij gestructureerde aanpak waarbij de kandidaten vaak voor een groot panel stonden en een voorbereide monoloog of scène uitvoerden. Ze letten destijds vooral op hoe goed iemand de tekst en de rol kon neerzetten, hoe solide hun techniek was, en of ze de vereiste basisvaardigheden bezaten. ‘
‘Wat me altijd is bijgebleven, is hoe het publiek, dat meestal bestond uit een aantal docenten en af en toe externe experts, zich tijdens de audities gedroeg; veel hiërarchischer en stijver. De spanning in de ruimte was hoog en vooral gericht op jezelf bewijzen werken of uitproberen. Het was belangrijk om te zien hoe auditanten met spanningen omgingen, of hoe ze zichzelf staande konden houden in een dergelijke stressvolle situatie.’
‘In de loop der jaren is er een verschuiving geweest in de manier waarop audities benaderd worden. Tegenwoordig is het niet alleen meer een technische beoordeling, maar veel breder, persoonlijker, en deels gericht op engagement. We kijken nu veel meer naar de persoon achter de kandidaat, naar hun unieke kwaliteiten, potentieel of het verhaal dat ze te vertellen hebben. Het gaat niet alleen om de vaardigheid om een rol te spelen, maar ook om het geheel van persoonlijkheid, authenticiteit en de bereidheid om te groeien. Dat betekent niet dat technische vaardigheden niet meer belangrijk zijn, maar ze worden gezien in het licht van de grotere kwaliteiten die iemand meebrengt.’
Bij het afnemen van audities let Reuten op authenticiteit en verbeeldingskracht, maar ook op de gelaagdheid van een verhaal of in een stem, en ook presentatie. Daarmee bedoelt ze niet alleen de kracht van de uitvoering, maar ook hoe iemand iets van zichzelf of diens belevingswereld kan laten zien. Kleine details, zoals het overbrengen van een emotie die je kunt voelen, of de manier waarop iemand zich in de rol beweegt, laten zien dat iemand niet alleen de technische vaardigheden bezit, maar laat ook een diepere verbinding zien met wat ze doen. Of soms gewoon zo simpel, dat iemand podium présence heeft. Met of zonder ervaring of vooropleiding. Reuten beziet ook de passie en de betrokkenheid van de kandidaten. ‘Hoe gemotiveerd zijn ze om te leren en te groeien? Wat voor energie brengen ze in de ruimte? Het gaat om die innerlijke drive en die honger naar ontwikkeling. Of nieuwsgierigheid. Die eigenschappen zijn vaak belangrijker dan een perfecte technische uitvoering. We zoeken naar kandidaten die niet alleen goed zijn in wat ze doen, maar die ook het potentieel hebben om uit te blinken en te groeien in een artistieke omgeving. Die kunnen ze zelf creëren of nog aanboren.’
De auditieprocessen van vroeger waren vaak traditioneel en formeel, tegenwoordig proberen de beoordelaars meer ruimte te geven aan improvisatie en spontaneïteit. ‘We hebben ontdekt dat kandidaten vaak beter presteren wanneer ze de vrijheid hebben om zich op een meer natuurlijke manier uit te drukken. Dit helpt ons ook om te zien hoe ze omgaan met onverwachte situaties, wat een goede indicatie kan zijn van hun vermogen om te improviseren en flexibel te zijn in een professionele context.’
Wat Reuten opvalt is hoe de kandidaten zelf veranderd zijn. ‘Er is nu veel meer bewustzijn over wat het betekent om een performer te zijn, zowel op het podium als daarbuiten. De cultuur is veranderd; vast bij een gezelschap spelen ligt niet voor de hand, je moet je eigen boontjes doppen. Dat beïnvloedt de manier waarop kandidaten zich presenteren en hoe ze over hun vak denken. Ook ligt er nu meer nadruk op persoonlijke ontwikkeling en welzijn, wat ik erg waardeer. Het is belangrijk dat kandidaten niet alleen goed zijn in hun vak, maar zich ook goed voelen, en in balans.’ Uitdagend aan het acteursvak vindt ze dat het vaak inhoudt dat je je eigen instrument bent — je lichaam, je stem, en je emoties. In de context van filmacteur, in tegenstelling tot theateracteur, ervaart ze dit als extra moeilijk over dat je in film en televisie, meer dan in het theater afhankelijk bent van hoe je eruitziet en wat je meebrengt. In het theater kan de verbeelding een hoop overnemen.’
‘In vergelijking met vroeger ligt er een grotere nadruk op diversiteit en inclusie in de selectieprocessen. Onze studenten moeten een afspiegeling van onze maatschappij zijn en er is behoefte aan verschillende soorten verhalen en nieuwe theatervormen, dat vergt diverser talent en mensen die out of the box denken. We hebben een bredere kijk op wat talent betekent en wie we willen toelaten. Dit komt ook voort uit een grotere maatschappelijke bewustwording over representatie en gelijkheid. We streven ernaar om een diverse groep studenten te selecteren, die verschillende perspectieven en ervaringen met zich meebrengt. We zoeken naar verschillende types en invalshoeken of vormen, om dat tot uiting te brengen. Dit verrijkt niet alleen de opleiding, maar ook de toekomstige theater- en kunstwereld.’
‘Opvallend is om te zien hoe de technologische vooruitgang het auditieproces heeft veranderd. We gebruiken tegenwoordig veel digitale middelen, zoals video-audities en online platforms, wat het proces toegankelijker maakt voor kandidaten die niet in de buurt kunnen zijn. Dit biedt een breder scala aan mogelijkheden om talenten te ontdekken die anders misschien niet in beeld zouden komen.’
‘De auditieprocedure blijft een uitdaging, zowel voor de kandidaten als voor ons, de juryleden. We zijn erg zorgvuldig tijdens en rondom het proces en proberen een werksfeer te creëren die uitnodigt tot experiment. Niet iedereen heeft al ervaring in het vak, toch kan er soms talent zijn dat nog boven komt drijven; het blijft een subjectieve en complexe taak. In alle gevallen zijn onze auditanten dapper dat ze uitzoeken of ze iets met dit vak willen doen. In die zin is het een wederzijdse kennismaking. Daarbij hebben wij de waarheid niet in pacht, als je wil gaan voor het vak dan is het soms ook even zoeken hoe er te komen.’
‘De kunst voor ons is om een balans te vinden tussen objectieve criteria en de persoonlijke indruk die een kandidaat achterlaat. Dat is voor een deel ook subjectief dus dat doen we ook met een grotere groep in verschillende formaties. Voor mij persoonlijk is humor en comedy belangrijk, omdat het een krachtige manier is om met de complexiteit van het leven om te gaan. Verder kunnen levenservaring en een sterker zelfbewustzijn voordelen zijn als je iets ouder begint met auditeren. Oudere studenten waarderen vaak meer wat de opleiding biedt en kunnen feedback soms beter verwerken, wat hun ontwikkeling ten goede komt.’
‘Voor mij voelt het als een voorrecht en een verantwoordelijkheid om deze rol te vervullen. Elke auditie is een kans om nieuw talent te ontdekken en bij te dragen aan de ontwikkeling van ons vak. Het is een proces vol nuances en dynamiek, maar de beloning is groot wanneer je de juiste mensen vindt en zij jou, die klaar zijn om hun bijdrage te leveren aan het theater, film en de kleinkunst. Ik moet nog vaak denken aan René Lobo die tijdens mijn lesjaren actief was: een fantastische docent die strenge, maar rake beoordelingen gaf. Hij benadrukte altijd dat er maar twee redenen zijn waarom je niet kunt spelen: of je bent aan het bevallen, of je bent dood.’
Foto ArtEZ conservatorium in Arnhem
Wil jij ook auditeren bij een van de toneelscholen? Houd de websites van de opleidingen goed in de gaten, want de plekken zijn beperkt. De selectieprocedures voor het schooljaar 2025-2026 beginnen in het najaar.