Actrice, zangeres en vooral mens, altijd nieuwsgierig gebleven naar wat er achter de horizon verscholen ligt: Gerda Havertong. Ze is bekend van televisie, het theater, en ook met haar liedjes. Nu 75, is ze nog steeds in het theater te vinden als enthousiast en betrokken toeschouwer.

Gerda Havertong zegt van zichzelf dat ze als kleuter al in het vak zat. In plaats van ‘vadertje en moedertje’, speelde kleine Gerda schooltje met haar poppen. Zingen was toen al haar lust en haar leven. Haar vader bracht haar op een zaterdagochtend naar het CCS, Cultureel Centrum Suriname, om wat boeken te lenen. Het kon Gerda niet echt boeien dus ze slenterde naar buiten en kwam bij het pand ernaast terecht, waar een bekend radiostation zat. Daar zat een man achter een piano te spelen die op zoek was naar kinderstemmen. Gerda stak haar vinger op en de rest is geschiedenis.

Ze was regelmatig op de radio te horen en sloot zich later ook aan bij de buurtvereniging om te leren toneelspelen. Jarenlang haastte ze zich na de zondagsschool, waar ze in het koor zat, naar theater Thalia voor toneelrepetities waar haar liefde voor het theater groeide. Maar in die tijd was er geen sprake van dat je als jonge vrouw naar de toneelschool zou gaan, en zo volgde Gerda een opleiding tot kleuterleidster. Ze kwam op haar negentiende naar Nederland om haar hoofdakte te halen in Den Haag. Daar sloot ze zich aan bij de band Tropical Soul en werd ze lid van amateurtoneelgezelschappen. Ze leerde haar toekomstige man kennen en besloot in 1973 terug te keren naar Suriname om het land op te bouwen.

In Paramaribo ontmoet ze Thea Doelwijt en Henk Tjon die het Doe Theater hadden opgericht en doet ze mee met de productie Lafoe a no sjen (Lachen is geen schande). Ze vindt toneelspelen heerlijk maar wil het lesgeven niet opgeven want ze put daar ook veel voldoening uit. Bovendien wist ze toen nog niet dat theatermaken een beroep kon zijn. Gerda heeft veel succes als zangeres in die tijd en wordt zelfs uitgeroepen tot zangeres van het jaar nadat ze Suriname heeft vertegenwoordigd op Carifesta, the Caribbean Festival of Creative Arts. Ze krijgt haar eigen radioprogramma Lieve Kleine Surinamertjes, dat heel populair wordt. Gerda is gelukkig in Suriname, maar door de militaire staatsgreep wordt alles anders. Als ze op een dag Desi Bouterse aantreft in haar radiostudio, besluit ze Suriname te verlaten. In eerste instantie wil ze naar Canada emigreren, maar het wordt uiteindelijk toch weer Nederland.

In Nederland gaat ze lesgeven omdat een vaste baan stabiliteit biedt. Het is Edgar Cairo, de bekende Surinaamse schrijver, die haar overhaalt om weer te gaan spelen: in de productie Powema di Rutu, in de regie van Tone Brulin. Daarna gaat het snel en werkt Gerda met grote namen, binnen en buiten het cultureel diverse veld, onder wie regisseurs als Johan Simons, Lodewijk de Boer, Rufus Collins, Annemarie Prins, Bart Kiene, Mette Bouhuijs, Juan Tajes, Felix de Rooy, John Leerdam en Cox Habbema. Toch durft ze zichzelf nog steeds geen actrice te noemen omdat ze de toneelschool niet heeft doorlopen. De term autodidact stond in die tijd gelijk aan amateur. Ze speelt bij theatergroep De Nieuw Amsterdam en bij Cosmic Illusion maar ook bij Theater van het Oosten, impresariaat Gislebert Thierens en de Theaterunie.

Pas toen ze in 1985 aangenomen werd bij het televisieprogramma Sesamstraat en een bekende Nederlander werd, omarmde Gerda haar vakmanschap volledig. Ze werd het boegbeeld van acteurs van kleur op televisie en in het theater. Ze bewoog zich in een witte wereld en kreeg daardoor van Zwarte makers als Rufus Collins soms te horen dat zij haar een witte actrice vonden. Maar Gerda heeft altijd geloofd in een gemeenschappelijk doel van acteurs, ongeacht hun kleur, namelijk het vertellen van verhalen, het interpreteren van een karakter en dat handen en voeten geven. Als voorbeeld neemt ze de rol van Kreon uit de productie Antigonevan De Nieuw Amsterdam. Daar speelde ze als Zwarte actrice de rol van een witte mannelijke Griekse mythische figuur. Gerda was niet bezig met kleur of gender, ze was gefocust op het verhaal dat het karakter wilde vertellen. Dat hielp haar om haar spelingang te vinden. Ze zou het nooit anders willen

Gerda is nu 75, en is nog regelmatig in het theater te vinden als toeschouwer. Ze is erg gecharmeerd van het werk van Zwarte acteurs die ze nu ziet in producties. Ze constateert dat de nieuwe generaties veel meer lak hebben aan vooringenomen ideeën over hoe je een rol zou moeten invullen. Het stemt haar hoopvol en ze blijft nieuwsgierig naar de verhalen die zij willen vertellen.

Foto: Kees de Graaff met dank aan Theatercollectie/Allard Pierson (Stichting TIN). Gerda Havertong in Medea (1990) van Theater van het Oosten

Dossiers

Theaterjaarboek 2022/2023