Choreograaf Gabriela Carrizo (Peeping Tom) laat in het overrompelende Moeder zien hoe het persoonlijk geheugen aangesproken kan worden via een belichaamde ervaring. Meer dans- en performancemakers proberen met hun werk de zintuiglijke waarneming als het ware te resetten. Dat bracht theaterwetenschapper Josephine Machon ertoe de vergelijking te trekken met de neurologische conditie synesthesie.
Even heft de vrouw, voorover gelegen op de vloer, haar hoofd op om naar lucht te happen. Al gauw daarna gaat zij weer kopje onder en schieten haar armen en benen alle kanten uit. Welke uitweg zij hier zoekt, het hoofd boven water houden of juist het tegendeel, is niet meteen duidelijk, maar het is een beklemmend beeld dat beklijft. Ook als toeschouwer krijg je het even benauwd.
Verder op het toneel staat iemand een vaatdoek uit te wringen in een teil. Door het geluid van het gedruppel en de rimpels die door het water trekken, wordt de indruk versterkt dat de vloer waarop de vrouw ligt onder water staat. De suggestie die van deze simultaan uitgevoerde acties uitgaat is ook veelzeggend.
Tastbaar voor de toeschouwer is het water als er even later een man doorheen waadt. Het oefent een lichte weerstand uit op zijn schoenen die hij net wat langzamer dan normaal optilt om een stap te kunnen zetten. Het is een eenvoudige beweging die je zelf misschien ook voelt als toeschouwer. Maar op het toneel ligt in werkelijkheid geen water.
Samenklonteren
Synesthesie is een neurologische conditie waarbij eigenschappen tussen verschillende zintuigen overspringen. Mensen met synesthesie kunnen geuren of letters als kleur ervaren, of beleven smaak in een tastbare vorm.
Theaterwetenschapper Josephine Machon ziet een analogie tussen de neurologische conditie van synesthesie en de vaak intuïtieve werkwijze van kunstenaars. Door zintuiglijke ervaringen te laten samenklonteren of ontsporen activeren choreografen en theatermakers het lichaam van hun toeschouwers om ingesleten denk- en receptiekaders, zoals de dominantie van taal, on hold te zetten en direct toegang te krijgen tot een reservoir aan bewuste en onbewuste herinneringen. In haar boek (Syn)aesthetics, Redefining Visceral Performance (2009) put Machon uit de cognitieve wetenschap, de performancetheorie en de filosofie om deze weg verder te verkennen.
Geïnspireerd op die neurologische conditie bewerkte Machon de term tot ‘(syn)aesthesics’ om de nadruk te leggen op de betekenis van het ‘samen’ (syn) ‘waarnemen’ (aisthesis), terwijl het Griekse aisthesis hier verwijst naar ‘esthetiek’ als de subjectieve creatie, ervaring en kritiek van de artistieke praktijk.
Het onderzoek naar de diversiteit van performancetalen – verbaal, fysiek en technologisch – is een kenmerk van de (syn)esthetische stijl die Machon beschrijft, een stijl die voortkomt uit de praktijk van interdisciplinaire en interculturele podiumkunsten die de afgelopen decennia opmars maakte. Daarbij is het danstheater een belangrijke voedingsbodem; ze signaleert dat veel dansgroepen teruggaan naar de wortels van Afrikaans en Aziatisch dansdrama, waar de categorisering naar discipline niet bestaat. Sterke voorbeelden van de (syn)esthetische stijl zijn het werk van choreografen als Pina Bausch en Akram Khan. Maar de stijl wordt door makers uit alle gelederen van de podiumkunsten vanuit verschillende perspectieven onderzocht.
Het ongrijpbare
In hun voorstellingen bij hun eigen collectief Peeping Tom en ook bij het Nederlands Dans Theater onderzoeken makers Gabriela Carrizo en Franck Chartier de mogelijkheden van het lichaam in beweging als centrale betekenisgever. Zij willen in hun werk het onbenoembare en ongrijpbare een plaats geven. Moeder is het tweede deel van de familietrilogie van het Vlaamse collectief, waarmee choreograaf Carrizo opnieuw een overrompelende voorstelling maakte. Klank, beweging, beeld, acties die gevoelens oproepen en gevoeld kunnen worden; in Moeder valt het op een aantal momenten allemaal samen. Carrizo deed voor Moeder een onderzoek naar klank met een foley artist uit de cinema en dat krijgt in deze voorstelling een fysieke component. Zo krijgen ingewanden een stem en hoor je op een gegeven moment het bonzen van een hart.
In Moeder wordt in een aaneenschakeling van krachtige scènes de vrouw als steunpilaar van de familie bezongen en beweend. Zware thema’s als dood en lijden worden aangesneden. De voorstelling is op momenten meeslepend, maar ook doordesemd van humor en wordt nergens sentimenteel.
Moeder is een sterk voorbeeld van hedendaags danstheater. Er zijn scènes waarin beweging de boventoon voert, er zijn korte dialogen die verschillende situaties op de vloer begeleiden, maar er is geen dwingende verhaallijn. De gebeurtenissen – associaties op het thema – vinden plaats in een ruimte die afwisselend onder meer voor ziekenhuis, museumzaal of opnamestudio kan doorgaan. Zo roept Moeder allerlei referenties op aan herkenbare, persoonlijke ervaringen. De voorstelling is daardoor zowel toegankelijk als gelaagd. Gabriela Carrizo en haar team van performers en medemakers creëerden een ingenieus complex van verschillende ervaringen – fysiek, auditief, tactiel et cetera.
Het perspectief dat Josephine Machon aanreikt is interessant omdat zij zowel naar het proces van creatie als naar de receptie kijkt. Volgens de theaterwetenschapper heeft het merendeel van het cognitieve onderzoek inmiddels aangetoond dat we bij geboorte allemaal synestheten zijn. Het proces van het isoleren van zintuiglijke ervaringen en het simplificeren van ervaring dat daarop volgt, noemt ze enigszins kunstmatig. Het is algemeen geaccepteerd dat smaak en reuk in elkaar overlopen, maar op andere gebieden gebruiken we die kennis bijna niet.
Peggy Phelan omschreef de directheid van live performance eens als een ‘maniakaal geladen heden’. De onmiddellijkheid van de ervaring is essentieel bij de (syn)esthetische stijl. Als een oudere ervaring met affectieve helderheid wordt benaderd, kan de herinnering tastbaar worden. Een onbekende ervaring in een voorstelling kan zo daadwerkelijk voelbaar zijn en roept een samengesteld cerebraal en corporaal geheugen op. Volgens Machon geeft die ervaring een bevredigender begrip dan analyseren wat iets betekent. Het zijn vaak onvrijwillige ervaringen die niet onderdrukt kunnen worden of een sterk emotionele reactie oproepen.
De voorstelling Moeder kent verschillende van deze triggers, maar onontkoombaar is vooral het moment waarop een jonge moeder haar baby in haar armen wiegt en totaal onverwacht over de kop slaat. Dat ze vervolgens net zo abrupt weer veilig op haar benen landt en verder wandelt is minstens zo onbegrijpelijk. Als toeschouwer voel je de eerste keer – want de actie herhaalt zich nog een paar keer – echt een stomp in je maag op dat moment waarin ongeloof, angst en verontwaardiging zijn samengebald. Het is een treffende gebeurtenis van hoe een voorstelling direct en lichamelijk ervaren kan worden. Het gaat er hier niet om een effect te bereiken; het doel is om het lichaam op scherp te zetten en zo vervolgens de verbeeldingskracht een groter potentieel te bieden waardoor alle zintuigen worden aangesproken en geest en lichaam samenwerken.
Koffie
Realiteit en verbeelding kunnen bij synestheten door elkaar lopen. Zo worden in voorstellingen in de (syn)esthetische stijl de grenzen tussen realiteit en verbeelding doorbroken om de verbeelding zo volledig mogelijk in te zetten.
Een briljante scène in Moeder gaat over het kunstwerk One Foot in the Grave van een Koreaanse kunstenaar, waarbij een ontbloot mannenlichaam boven een doodskist hangt. Aan het einde van de dag wordt het nog even zorgvuldig door de schoonmaakster afgestoft, begluurd en ter bescherming afgedekt met plastic. Na sluitingstijd van het museum springt de kunstenaar van de kist en worstelt hij zich uit het plastic, waarna de passerende suppoost hem nog een prettige avond wenst en feliciteert met deze fantastische performance.
Zo laat Moeder zien hoe we afhankelijk van de context waarin we verkeren eenvoudig kunnen schakelen tussen realiteit en representatie, tussen subject en object, tussen dode en levende materie, tussen kunst en werkelijkheid.
De relatie tussen mens en machine komt ook aan bod in Moeder. Hier geen fancy hightech op het toneel, maar het soort koffiemachine dat je vroeger op de gang van een kantoor of ziekenhuis tegenkwam. Een oudere man betreurt achtereenvolgens het verlies van zijn moeder, zijn vrouw en de automaat die geen dienst meer doet – terwijl het publiek intussen vanzelf de geur van koffie ruikt.
Carrizo maakte met Moeder een collage van scènes die sterk invoelbaar en inleefbaar wordt zonder vooropgelegde betekenissen, maar met een verrassend groot potentieel aan ideeën en dwarsrelaties. Daarmee brengt zij met de performers een collectieve ervaring op gang die tegelijkertijd een intelligente bespiegeling op de kunsten is.
Discours
Ook voor andere dans- en theatermakers zijn de zintuigen een rijke inspiratiebron. In het ervaringstheater zijn de zintuigen ruimschoots gethematiseerd, waarbij vaak wordt ingezoomd op een bepaald zintuig, bijvoorbeeld door de toeschouwer het zicht te ontnemen en zo andere zintuigen te versterken.
De STRP Biennale in Eindhoven afgelopen voorjaar stond in het teken van de zintuiglijke ervaring, wat in allerlei installaties en performances werd getoond. De belichaamde ervaring speelt een belangrijke rol, terwijl we ons daar vaak niet bewust van zijn, en dat werd in Eindhoven op allerlei manieren duidelijk gemaakt.
Ook in de herneming van Paradiso Revisited van ICKAmsterdam spelen de zintuigen een belangrijke rol. Ze worden als een soort ‘markers’ ingezet in de voorstelling om de belichaamde ervaring te benadrukken. ICKAmsterdam presenteerde kortgeleden Sensorium, een toolkit voor dansdocenten, geïnspireerd op het artistieke gedachtegoed van choreografen Pieter C. Scholten en Emio Greco. Met beelden, geluid, geur en texturen dragen zij een vertrekpunt aan voor fysiek onderzoek en voor het natuurlijke proces van concentratie, het verwerken van informatie, creatieve associatie en verbeelding en gelaagde bewegingscreatie.
Nu het Fonds Podiumkunsten in navolging van de artistieke praktijk de barrières tussen disciplines doorbreekt, is het onderzoek naar de creatie en receptie van voorstellingen belangrijker dan ooit. Het palet van de podiumkunstenaar is verbreed en we zijn niet altijd op de hoogte van elkaars geschiedenis, ontwikkeling en de verschillende codes die worden gebruikt. Daarom is het essentieel om het denken over productie en receptie scherp te houden in plaats van hiërarchieën in stand te houden. Dat vergroot de kans dat het discours te simplistisch wordt gevoerd. Verdieping van het discours is noodzakelijk, zeker met het oog op een nieuw te formuleren beleid. Anders blijft het eenvoudig om kunstenaars met nieuwe of andere ideeën buiten te sluiten. De visie van Machon op de interdisciplinaire en interculturele ontwikkelingen biedt in dit kader een veelzijdig perspectief.
foto: Oleg Degtiarov
Side B: Adrift door Nederlands Dans Theater gaat van 5 oktober t/m 31 december op tournee (première 5 oktober, Zuiderstrandtheater Den Haag).