Tijdens het Holland Festival staat The New Forest centraal, het meerjarenproject waarmee Wunderbaum maatschappelijke alternatieven onderzocht. Robbert van Heuven blikt terug op het project en vindt tussen de tegenstrijdigheden een moedeloos gevoel van optimisme.

Door Robbert van Heuven

‘De problemen die we in de samenleving zien, de vragen waarmee we zitten… We zouden die geen recht doen met alleen een voorstelling’, vertelde actrice Marleen Scholten me in het vroege voorjaar van 2013. Acteurscollectief Wunderbaum was net begonnen met het ambitieuze project The New Forest. Het project zou een alternatief voor de samenleving moeten laten ontstaan via een groot aantal projecten die balanceerden op de rand van kunst en activisme.

Wat kun je doen in tijden die om handelen vragen, was de onderliggende vraag bij de groep. Want handelen is noodzakelijk, vertelde Scholten in datzelfde interview. ‘De politiek staat nergens meer voor, die lost slechts probleempjes op de korte termijn op. Er ontbreekt een grotere gedachte vanwaaruit gehandeld wordt. Door het ontbreken van echte oplossingen wordt iedereen ontevreden. Dat de politiek zich zal hervormen is echter een illusie. Dat onvermogen was voor ons het moment om actief naar alternatieven te gaan zoeken. Misschien zouden de oplossingen uit de samenleving zelf moeten komen.’

En dus wilde de groep de samenleving activeren en laten meedenken over een alternatieve samenleving. De zorg, het recht, de politiek; ze zouden samen met experts onder de loep worden genomen, waarna de groep samen met die experts alternatieven zou ontwerpen. Zo zou stukje bij beetje de blauwdruk voor een alternatieve samenleving moeten ontstaan. Scholten: ‘Een advocaat kan bij ons komen uitleggen hoe hij het rechtssysteem zou willen heruitvinden. Dat mag een volledig fictief alternatief zijn voor de werkelijkheid. Ons motto is dan ook “More real than life”. Dat is zo bevrijdend aan onze alternatieve samenleving: je zit niet vast aan huidige systeem bij het vinden van een nieuw. Je mag daarbuiten denken. Ik denk echt dat dat ons verder zal brengen.’

Inmiddels is het vier jaar later en sluit de groep dit jaar het project af. Eerder dit jaar bracht ze een film uit, Stop acting now, en in juni is ze met verschillende voorstellingen te gast op het Holland Festival. Tijd om de balans op te maken. Hoe staat het met The New Forest? Is de nieuwe samenleving een feit? Of heeft de serie iets anders opgeleverd?

Theatrale knokpartij

In ieder geval zette de groep in 2013 ambitieus in. In het eerste jaar zou het acteurscollectief de huidige democratie theatraal afbreken om vervolgens de basis te leggen voor een nieuw begin. In The new forest, het begin somde de groep als een soort Publikumsbeschimpfung manieren op waarmee het huidige systeem ons zowel op macro- als op microniveau vastgesnoerd heeft. Vervolgens ontstond een theatrale knokpartij om dat systeem als het ware bij elkaar uit de acteurslijven te meppen. Een flinke hoeveelheid nepbloed vergrootte het theatrale effect.

Het beeld van die theatraal bloedende en meppende acteurs is een interessante ingang om de uitdaging van het project te beschouwen. Het systeem, de woorden, het huidige denken; je kunt het allemaal uit elkander meppen, maar twee dingen blijven toch altijd over op het toneel: de speler en de theatrale situatie. En daarmee altijd een zekere onwerkelijkheid. Maar kan die onwerkelijkheid, iets dat more real is dan fictie, iets in de werkelijkheid teweegbrengen? Dat bleek zo eenvoudig nog niet. Want hoe te beginnen?

Die vraag was het uitgangspunt van de volgende voorstelling: De komst van Xia. Nu de groep zich een schone lei had gemept, kon het invullen van het alternatief beginnen. In de voorstelling begint een zestal filosofen aan de schone taak de filosofische basis van een nieuwe samenleving te leggen. Maar gemakkelijk gaat dat niet. Filosoof Matijs Jansen weet met Plato in de hand binnen vijf minuten van een zelfvoorzienende minisamenleving te belanden in een commercieel systeem met zucht naar Lebensraum. Ook alle andere filosofen lopen bij hun pogingen tot herinrichting spaak in hun eigen denken. Democratie blijkt aristocratisch. Nee blijkt ja en ja blijkt nee. En, roept filosoof Walter Bart, zitten we niet te veel vast in de westerse filosofie? Kunnen we daar eigenlijk nog wel buiten denken? Of is dat ook alweer een westers-filosofische gedachte? Als het groepje zich eenmaal onwaarschijnlijk heeft vastgedraaid, wordt ten slotte een klein Chinees meisje binnengehaald als verlosser. Zij vertegenwoordigt immers wat de huidige samenleving allemaal niet is: vrouwelijk, niet-westers, jong en wereldburger.

Uitgangspunt zoek

In de eerste twee voorstellingen van The New Forest schuilde meteen de kiem van een probleem: is de theatervorm wel de juiste manier om in te grijpen in de werkelijke samenleving door alternatieven te creëren? Het theatraal binnenhalen van Xia als symbool van het alternatief dat anders is dan wat we kennen was uitermate feestelijk, maar wat is dat totaal andere dan precies? Want de hoeveelheid alternatieven is schier eindeloos.

Waar De komst van Xia in de fictie op vastliep, was precies waar de twee volgende voorstellingen, De wet en Hospital in de realiteit op strandden, zij het beide op hun eigen manier. Hoewel het werk van Wunderbaum als sinds de oprichting in het teken staat van de fris-verwarrende vermenging van fictie en realiteit, bleek die schijnbare tegenstelling in het geval van The New Forest de groep vooral in die twee voorstellingen in de weg te staan. Door vast te lopen op artistiek en productioneel gebied bleek de alledaagse realiteit behoorlijk in de weg te staan van een sterk reëel of fictioneel tegenvoorstel.

Zo wilde De wet iets zeggen over de relativiteit van de rechtspraak en hees daarvoor een groot aantal kunstenaars aan boord: een componist, een tekenaar en twee verschillende schrijvers (Anton Dautzenberg en Michael Bijnens). Het leverde een drieluik op met drie totaal verschillende theatertalen, waarin een rechtszaak tegen een piraat werd gevoerd, de Europese grensorganisatie Frontex via een opera tegen het licht werd gehouden en karikaturaal langs het grijze gebied van de illegale prostitutie werd geslenterd. Maar door die verschillende kunsttalen ging de voorstelling vooral over de artistieke vorm en nauwelijks meer over de vragen die via de artistieke vorm werden gesteld. Of, zoals Wouter Hillaert treffend op Theaterkrant.nl verwoordde: ‘Zulke fundamentele overwegingen, op basis van stevig journalistiek onderzoek, maken alleen nog geen overtuigende voorstelling. (…) Ergens in alle samenwerking lijkt het uitgangspunt zoek geraakt, en is er per deel dan maar gezocht naar ad-hocoplossingen. Voor de vorm dan toch. Inhoudelijk wordt er wel veel blootgelegd en vastgesteld, maar weinig in alternatieven gedacht – terwijl je dat wel zou verwachten van een cyclus die zichzelf zo utopisch aankondigt als: “Met The New Forest wordt gebouwd aan een toekomstige samenleving.”’

Ook Hospital liep qua denken in alternatieven vast op het moeizame artistieke proces dat het maken van een voorstelling is. Maar dan om veel prozaïscher redenen dan bij De wet: het samenwerken met de Amerikaanse groep Los Angeles Poverty Department verliep uitermate stroef, waardoor het vooral een uitdaging werd een acceptabele voorstelling op de planken te krijgen. Aan alternatieven tonen kwam de groep in het maakproces nauwelijks meer toe.

Heterotopie

Een en ander leidde ertoe dat het denken van de groep over het project verschoof. Vooralsnog lukte het niet erg om via haar artistieke projecten een nieuwe realiteit te creëren. De oorzaak daarvan was misschien ook wel gelegen in het feit dat de groep als gezegd een belangrijke vraag had onderschat: is de manier waarop wij theater willen maken wel de vorm die het beste past bij wat we willen bereiken? Staan, zoals eigenlijk Het begin al aantoonde, de theatrale werkelijkheid en onze manier van werken de utopie niet in de weg? Is het wel mogelijk om als collectief van totaal verschillende individuen met een eenduidig alternatief te komen? De komst van Xia toonde immers al aan dat dat alternatief er wat de groep betreft simpelweg niet was.

Halverwege 2014 herijkte de groep haar doelen dan ook op haar eigen website. ‘The New Forest is een beweeglijk project zonder vastomlijnd einddoel. Het is geen utopie, ook geen dystopie maar – volgens socioloog Willem Schinkel – een heterotopie: een plek van waaruit de wereld anders bekeken kan worden’, schreef Wunderbaum. ‘The New Forest beweegt zich ook net zo makkelijk tussen realiteit en fictie, want is er wel een verschil daartussen? The New Forest gaat over het proces van verandering, en is zelf ook voortdurend aan verandering onderhevig. Eerst dachten wij pasklare antwoorden te moeten formuleren over hoe de nieuwe samenleving eruit moet zien. Daar zien we vanaf; want dat soort antwoorden zijn altijd onvolledig en onjuist.’

Ook in een interview dat ik in 2015 met de groep had, verwoordde Matijs Janssen dat dilemma: ‘Het idealisme van twee jaar geleden zijn we niet kwijt geraakt, maar we zijn wel meer gaan zoeken naar de dramatische kant ervan. Het was misschien wel heel ambitieus en utopisch om een nieuwe samenleving te beginnen. Het werd door sommige mensen misschien ook wel te serieus genomen: wat denken die kunstenaars wel … Je kunt wel heel idealistisch praten, maar dat ideaal op je leven toepassen is een heel ander verhaal. Dat is eigenlijk veel meer het thema van The New Forest geworden.’

Onverenigbaarheid

Wat volgde was een aantal voorstellingen die een zeer geslaagde poging deden dat niet weten en de onmogelijkheid om een enkele utopie voor een heterogene samenleving te bedenken op verschillende manieren te theatraliseren: Unser dorf soll schöner werden, We doen het wel zelf en in zekere mate ook Helpdesk.

In die eerste voorstelling, gemaakt in regie van Johan Simons bij de Münchner Kammerspiele, speelt de groep een aantal denkers die ze heeft uitgenodigd om tijdens het eten over alternatieven voor de samenleving na te denken. Dat etentje loopt gigantisch uit de hand, omdat de zelfverzekerde BMW-directeur (Walter Bart) er nou eenmaal een andere zienswijze op nahoudt dan bijvoorbeeld de alarmistische en in huilbuien verzandende klimatologe (Maartje Remmers). Veelbetekenend genoeg kwam ook in deze voorstelling weer een vechtpartij voor. Maar waar de groep in Het begin het vastgeroeste denken probeerde weg te meppen, raakt in Unser dorf Walter Bart in gevecht met zichzelf als hij zowel activiste Naomi Klein als de BMW-directeur speelt: de acteur is niet langer leeg te meppen om nieuwe alternatieven te tonen, maar toont juist de onverenigbaarheid van verschillende alternatieven in datzelfde lijf.

Tegelijkertijd toonde de voorstelling wat de groep wel kon doen als het gaat om utopieën en alternatieve systemen: ze de ruimte geven door ze naast elkaar te zetten en ze zo het gevecht of de discussie met elkaar te laten aangaan. Vincent Kouters gaf in de Volkskrant een mooie samenvatting van die poging: ‘Maar wat deze voorstelling zo geslaagd maakt, is dat de groep wel degelijk een alternatief wil voorschotelen. Vanuit hun kunstvisie willen ze hun publiek voorbereiden op de mogelijkheid van radicale veranderingen. Hoe realistisch die zijn, is niet de vraag. Het gaat erom radicaliteit bespreekbaar te maken.’

We doen het wel zelf is wat dat betreft de sociale tegenhanger van Unser dorf. In die voorstelling verzamelde de groep een aantal mensen uit hun in de loop der jaren opgebouwde netwerk die anders dan de denkers uit Unser dorf niet in hun eigen denken zijn blijven hangen. Ze hebben de handen uit de mouwen gestoken en klusten hun eigen buurtbibliotheek, moestuintjesconcept of ander participatieproject in elkaar. De theatermakers zijn in de voorstelling vooral de presentatoren van een surrealistische, maar warmhartige revue: ze hoeven de alternatieven niet langer te verzinnen. Ze zijn er al, dus waarom ze niet gewoon tonen in al hun soms ontmoedigende knulligheid?

In meer symbolische vorm is ook Karen (Wine Dierickx) die verbinder in de voorstelling Helpdesk. Karen heeft een telefonische helpdesk en helpt mensen over de hele wereld met hun problemen: ze troost, organiseert feestjes en spreekt mensen moed in. Zij verbindt zo allemaal kleine, alternatieve wereldjes in een gefragmenteerde samenleving en probeert in het klein alternatieven aan te reiken. Ze doet dat door zichzelf zo goed mogelijk in die ander kwijt te raken, maar raakt daardoor uiteindelijk kwijt wie ze zelf nog is.

Zelfverlies

Hoewel de makers zelf Helpdesk een beetje als een zijstap in The New Forest beschouwen, is de voorstelling misschien wel de beste samenvatting van de interessante worsteling die het project de afgelopen jaren was. De kracht van een groep acteurs zit hem misschien niet zozeer in de maatschappelijke alternatieven die de groep kan leveren. Door zich te veel op praktische verandering te richten, verloor de groep zichzelf, net als Karen.

Dat proces van zelfverlies toont het collectief ook nog eens in het docudrama Stop acting now. Daarin willen de acteurs op verschillende manieren iets kleins in de werkelijkheid veranderen, maar die kortstondige pogingen tot verandering zijn allemaal tot mislukken gedoemd. Zo wil Maartje Remmers een familie met schulden uit de brand helpen, maar loopt net zozeer vast in de bureaucratische molen als de familie zelf. Net als Karen verloor de groep daardoor het zicht op zichzelf en, in het verlengde daarvan, op de waarde die juist kunst in het denken over verandering kan hebben.

Die waarde dacht te groep te vinden in het tijdelijk afzweren van het maken van theater – ‘Een voorstelling alleen doet het geen recht’ – maar vond ze uiteindelijk terug in het doen van datgene waar ze het beste in is. Eerder al bewerkte de groep verhalen uit de werkelijkheid (zoals die van vluchtelingen in Welcome to my backyard of buurtbewoners uit een Rotterdamse achterstandswijk in Natives) tot fictieve ruimtes, waarin fictie en realiteit op een geëngageerde en prikkelende manier door elkaar lopen. Juist daarin verschilt de groep van andere geëngageerde theatermakers. In het geval van We doen het wel zelf bleek het netwerk van vrijwilligers dat de groep voor The New Forest had opgebouwd voor het verkrijgen van input voor hun alternatief onmisbaar als materiaal om te laten zien hoeveel mogelijkheden tot verandering er eigenlijk wel niet zijn.

Eindeloos optimistisch

Als het probleem van het denken in alternatieven is dat het er zoveel zijn, dat ze elkaar uitsluiten of dat ze vastlopen, kan de kunst ze, net als Karen, in ieder geval een luisterend oor bieden, ze tonen en zo met elkaar verbinden. Dat levert een diffuus gevoel op dat kunst zo goed kan oproepen. In het geval van The New Forest is dat: een moedeloos gevoel van optimisme. Hebben die moestuintjes en buurtbiebs uit We doen het wel zelf wel zin? Geen idee, maar dat er in de samenleving mensen zijn die daar hun energie insteken, maakt eindeloos optimistisch. ‘We hopen bij te dragen aan het denkproces dat aan een verandering voorafgaat. Het is goed om te blijven nadenken over of iets wel zo’n goed idee is, als iedereen massaal zegt: die kant gaan we op’, zei Wine Dierickx in het gesprek dat ik in het najaar met Wunderbaum had. En Jansen: ‘Twijfel is een van de dingen die een mens een mens maakt. De complexiteit van verandering tonen is daarom dankbaar materiaal voor theatermakers. Zelf ben ik bijvoorbeeld helemaal geen held in veranderen. Maar ik wil wel mensen op het toneel zetten die de wereld durven te veranderen. Door bijvoorbeeld een leeszaal op te zetten met negentig vrijwilligers.’

Door het tonen van de twijfelende mens die tastend en onhandig naar andere wegen zoekt, heeft The New Forest misschien niet een alternatieve samenleving tot stand gebracht. Maar wel het gevoel dat dat kan. Als we maar willen. En als er kunstenaars zijn die misschien niet het enige juiste alternatief bedenken, maar ons denken daarover willen begeleiden. Bijvoorbeeld door ons de eindeloos verschillende manieren daarvoor op een kritische en prikkelende manier te tonen. Theater onderwerpt dan de realiteit om zo het denken over utopieën mogelijk te maken. Misschien is dat oneindig veel krachtiger dan jezelf te verliezen in een poging de weerbarstige realiteit te herscheppen.

Wunderbaum op het Holland Festival in Amsterdam:

Stop Acting Now
5, 6, 26 juni, EYE

Privacy (i.s.m. De Warme Winkel)
10, 11, 12 juni, Compagnietheater

The Future of Sex
18-19 juni, Muziekgebouw aan ’t IJ

De komst van Xia
22 t/m 25 juni, FabCity

Er zijn ook enkele randactiviteiten.

www.hollandfestival.nl / www.wunderbaum.nl

Dossiers

Theatermaker zomer 2016