Op de seizoensopening van NTGent introduceerde het stadstheater een bijzondere nieuwe huisartiest: Alva Ishii, een persona binnen een AI-chatbot. Theaterkrant ging in gesprek met Yves Degryse, een van de artistiek leiders. Wat zijn de mogelijkheden en valkuilen van het lanceren van een AI-kunstenaar? ‘Ik denk dat het voor een stadstheater beter is om er middenin te gaan staan en het gesprek te voeren, dan om je ervan afzijdig te houden.’

Het zal niemand zijn ontgaan dat toepassingen van AI de laatste jaren in een stroomversnelling zijn gekomen. Door middel van het principe van ‘machine learning’ door neurale netwerken, en vanwege de grote investeerdershype die met het fenomeen gepaard gaat, zijn chatbots als ChatGPT en beeldgenerators als Midjourney alomtegenwoordig geworden.

Dat levert onder andere belangrijke vragen op voor de kunstwereld. Rond auteursrecht bij voorbeeld: aangezien AI-software veelal wordt gevoed door uitingen die zonder toestemming van de auteur in de dataset worden opgenomen, rijst al snel de vraag of AI niet vooral plagiaat in een nieuw jasje is. Daarnaast zijn er bezwaren op het vlak van duurzaamheid: het enorme rekenwerk dat AI vereist doet een beroep op het energienet én op de watervoorziening (dataservers moeten doorlopend gekoeld worden) dat vele malen groter is dan ‘gewoon’ datagebruik.

In deze context komt NTGent met een gewaagd experiment. Vanaf het seizoen 24-25 maakt ene Alva Ishii deel uit van het vaste makersteam van het stadsgezelschap. Het AI-construct heeft als input het volledige online archief en de vijf kernwaarden van NTGent meegekregen (grensverleggend, duurzaam, samenwerkend, transparant en kwetsbaar), en zal de komende jaren worden ‘gevoed’ door de input van de andere huismakers van het theater. Het maken van eigen voorstellingen is een mogelijk eindstation, maar Ishii zal in eerste instantie als gesprekspartner fungeren ‘voor elke artiest en medewerker van NTGent.’ Ishii werd ontwikkeld binnen het Goose Bumps Tech Lab, een nieuwe broedplaats voor kunst en technologie die NTGent heeft opgezet samen met Wintercircus, een Gentse hub voor tech start-ups.

Hoe zijn jullie op het idee gekomen om een AI-huiskunstenaar te ontwikkelen?
‘De gedachte erachter kadert in een veel breder verhaal: wat is onze beweegreden om de artistieke leiding van NTGent op ons te nemen? Dat dwingt je om scherp na te denken over wat je voor zo’n huis kan betekenen. In de voorbereiding heb ik met (co-directeuren) Barbara Raes en Melih Gençboyaci een gesprek gehad met een klimaatwetenschapper, waarin diens mensbeeld ter sprake kwam. Hij dacht in twee stromingen: mensen die zich vastklampen aan de nieuwe technologieën als oplossing, en mensen die systeemverandering bepleiten en gaan voor het kleinere, het menselijke. Daarin voelde je dat het twee lijnen zijn die dicht tegen ons als persoon liggen: ik heb vanuit mijn werk met theatergezelschap BERLIN een fascinatie voor technologie en de toepassing daarvan om verhalen te vertellen, en Barbara heeft zich meer in het spirituele en rituele verdiept.

AI is er al jaren, maar is nu relatief plots benoemd als ‘nieuwe technologie’ en een hype geworden. Maar daar komen allerlei ethische vragen bij kijken, rond duurzaamheid en auteursrecht. Die vragen worden door de aanjagers van de technologie nauwelijks gesteld. Er was in de Netflixserie What’s nextbijvoorbeeld een gesprek tussen James Cameron en Bill Gates, en daarin overvalt je het idee dat niemand, ook niet op hoog niveau, weet waar de grenzen van deze nieuwe werkelijkheid liggen.

Op consumentenniveau merk je dat veel mensen zich al op de een of andere manier aan AI geconnecteerd hebben, door diensten als ChatGPT of Midjourney te gebruiken. Dat maakt het voor een stadstheater sowieso een belangrijk thema: hoe kijken we hier als gemeenschap tegenaan? Wat zijn de mogelijke voor- en nadelen?

Voor ons huis is middenin de ontwikkeling gaan staan en de materie zelf tot artistiek experiment maken, de meest interessante optie: de reflectie en verbeelding bij elkaar gebracht.

De theatersector wordt enorm bevraagd op haar verantwoordelijkheid op grote maatschappelijke thema’s. Dat vind ik terecht, maar het gevaar daarvan vind ik het verlies van de verbeelding, en dat je alleen nog maar op vrij directe wijze op maatschappelijke thema’s reflecteert, zonder ruimte voor ambiguïteit en abstractie. Door het idee van een digitale maker kunnen we die verbeelding terug halen, Alva Ishii ís namelijk de verbeelding van het thema AI.

Een bijkomstig voordeel is dat je onderdeel van de conversatie wordt als je met ontwikkelaars zelf in gesprek gaat. Als je AI gebruikt ben je superafhankelijk van wat er al bestaat, je kan alleen maar hopen dat techbedrijven al iets hebben ontwikkeld dat bruikbaar is. Waarom zouden wij als kunstenaars niet rechtstreeks in gesprek zijn met ontwikkelaars? En we zouden dan tegelijkertijd ook dat gesprek over die vragen moeten stellen. Daar gaat de oprichting van het Goose Bumps Tech Lab en de creatie van Alva over. Het is een ideaal startpunt.’

In het persbericht staat dat Alva Ishii een ‘persona binnen een AI-chatbot’ is. Welke?
‘Op dit moment is dat nog ChatGPT. We hebben met twee andere platforms gewerkt omdat ChatGPT niet ecologisch duurzaam is, en dat een van de kernwaarden van het stadstheater is (naast grensverleggend, samenwerkend, transparant en kwetsbaar). We merkten alleen al snel dat die andere programma’s nog niet geavanceerd genoeg zijn – we liepen tegen te veel glitches en traagheid aan. Het was niet werkbaar.’

Dat klinkt toch alsof de kernwaarde ‘duurzaam’ het dan moet afleggen tegen ‘grensverleggend’.
‘Het was een moeilijke afweging, maar ik denk dat het beter is om er alsnog middenin te gaan staan, en het gesprek erover te voeren, dan om het dan maar niet te doen. We moeten als niet-commerciële sector een ander geluid laten horen binnen dat gesprek, je moet je ermee durven bemoeien. Het is niet zo anders dan de grote stappen die ieder nieuw proces nodig heeft, het is een proces van vallen en opstaan, er zijn allemaal vragen die nog beantwoord moeten worden.

We moeten als sector dichter bij de bron staan. Met Goose Bumps willen we ook een netwerk opbouwen waar we meerdere partners bij kunnen laten aansluiten, met wie we het collectieve gesprek over de vraagtekens kunnen voeren. Nu wordt AI voor mij in het algemeen nog te veel in het spektakel van het doemdenken geduwd. Dat ligt ook voor de hand, want er zijn legio valkuilen. Maar de uitdaging van een stadstheater lijkt me juist om dat gesprek te voeren via de verbeelding.’

Wat betekent het precies dat Ishii is ‘gevoed met het hele archief van NTGent’?
‘Alva is gevoed met de feitelijkheden van het NTGent-archief: die voorstelling is toen en toen gemaakt, door die en die makers. Captaties of scènebeelden zijn daarvoor niet gebruikt. Wel omschrijvingen en publiciteitsteksten. Alleen is het wel zo dat Alva ook gebruik maakt van het hele netwerk van ChatGPT, waar auteursrechtelijke vragen bij komen kijken: wanneer kun je iets ‘inspiratie’ noemen, en wanneer wordt het plagiaat?

Het gezelschap Wolf Wolf maakt volgend seizoen een voorstelling die vertrekt vanuit het complete NTGent-archief, dus ook daar wordt het dan de vraag: waar ligt die grens? Iedere kunstenaar zit immers vol referenties en denkbeelden.’

Dat is inderdaad een vaak gehoorde vergelijking. Maar een menselijke kunstenaar kan daar zelf steeds een morele afweging in maken, en daar op worden aangesproken. Een AI-construct niet.
‘Maar dan wordt de vraag: komt de verantwoordelijkheid te liggen bij degene die de prompt verzint op basis waarvan een AI een tekst of beeld maakt? Als je de prompt geeft ‘een schilderij in de stijl van Dalí’ weet je van tevoren dat het er waarschijnlijk als plagiaat uit gaat zien. Het heeft misschien ook wel een parallel met het gesprek rond social-mediabedrijven: wie is er verantwoordelijk voor de uitingen die daar plaatsvinden? Zijn het alleen de gebruikers of dragen bedrijven als Meta en X daar ook zelf verantwoordelijkheid?

AI is in die zin een plek waar alle belangrijke thema’s van vandaag samenkomen: duurzaamheid, auteursrecht, vrijheid van meningsuiting, dataverwerking. Ons idee over auteursrecht matcht niet met de moderne samenleving, er is een explosie geweest van de beschikbaarheid van informatie, data en cultuur die vergelijkbaar is met de uitvinding van de drukpers. De ethische en juridische consequenties die dat heeft (en zou moeten hebben), daar zijn we nog lang niet over uitgepraat.’

Een van die mogelijke consequenties is het mogelijke verlies van (toekomstige) banen. In het persbericht stel je de vraag: ‘Waarom zou NTGent geen medewerker willen die tientallen talen spreekt, de boekhouding adviseert over slimme software en de HR-dienst helpt met de voorbereiding van een moeilijk gesprek?’ Zijn dat niet allemaal taken (en expertise) die je anders door mensen zou moeten laten uitvoeren?
‘Op dit moment is er geen sprake van dat er banen verloren gaan. Ishii vervult op alle vlakken een ondersteunende rol. Het simpele feit is ook dat we te maken hebben met een subsidiebestel waarbinnen er soms te veel van medewerkers wordt gevraagd, maar er geen geld is voor meer mankracht – dus kan Ishii de werkdruk ontlasten. Op de lange termijn moeten we wel goed in de gaten blijven houden dat de ontwikkelingen die zich in de sector en de samenleving afspelen niet door AI worden opgevangen.’

Er is in de kunstwereld een behoorlijke tegenbeweging gaande tegen het gebruik van AI in artistieke arbeid. Hayao Miyazaki noemde het ‘an insult to life itself’. Hoe denk je zelf in filosofisch opzicht na over de mogelijkheid van kunst zonder menselijke interventie? Is het dan nog wel kunst?
‘Net zoals AI in de toekomst onze blik op het begrip waarheid compleet zal veranderen, zal het ook onze blik op kunst doen veranderen. Kunst vertrekt vanuit het gevoelsmatig vertalen van ideeën, herinneringen en cultuur tot een werk dat een gedeelde ervaring is tussen een maker en een publiek. Kunst is per definitie intentioneel.

AI is dat niet. Het draait rond het herkennen van patronen en trends, en links leggen. Maar het heeft op geen enkel moment een bewustzijn of enige emotionele diepte. Het is een genie in het zoeken van gemiddeldes, kan artistieke processen rijker maken en is in het beste geval een verlengstuk van artistiek menselijk denken.’

Maar wat wanneer AI zich zo krachtig ontwikkelt dat het onmogelijk wordt dat onderscheid nog te maken? Wat wanneer we het zelfs niet meer kunnen benoemen als ‘an insult to life itself’ omdat we die insult nog slechts ervaren wanneer iemand in ons oor fluistert dat het AI-kunst is?
‘Het zal de menselijke artiest niet vervangen. Ik geloof zo sterk in de aha-erlebnis van de mens dat we niet zonder dat moment willen. Noch als makers, noch als publiek. Ik kan me eenvoudigweg niet voorstellen dat AI met een totaal nieuwe kunstvorm zou kunnen komen die elke andere kunstvorm wegvaagt. Maar AI-kunst kan een kunststroming naast de andere worden en een ‘oorspronkelijk’ werk produceren. Ik geloof sterk, geloof vanuit de hoop, dat hoe sterker AI zich ontwikkelt hoe sterker de nood aan menselijke ontmoeting mee zal groeien. De basis van theater is ontmoeting: voor, tijdens en na de voorstelling.’

 De vraag is dan wel: waar hoop je met Alva Ishii op?
‘Het is denk ik juist het niet-menselijke van AI dat het interessant zou kunnen maken. In de medische wetenschap zie je dat heel duidelijk: AI-toepassingen kunnen bijvoorbeeld aan de hand van röntgenfoto’s eerder borstkanker constateren dan het menselijke oog dat kan. De zoektocht is dus niet: kan AI ooit kunst maken die niet te onderscheiden is van een menselijke kunstenaar, maar: kan AI kunst maken die een mens níet zou kunnen maken – of een ondersteunende rol spelen op een manier die de mens niet kan? En is het dan nog kunst? Het komt er steeds op neer dat we blijven nadenken over aanvulling in plaats van vervanging.’

Beeld AI gegenereerd door NTGent

 

Dossiers

Theaterkrant Magazine januari 2025