1947
Uitvoering van plannen voor de bouw van een nieuw theater lopen in ons land vaak over tientallen jaren. Meestal wordt volstaan met een meer of minder ingrijpende vernieuwing van het bestaande.
(Edw. Katan in Toneelschild, jaargang 2, nr. 1)
1950
In verscheidene plaatsen in ons land heeft men plannen tot de bouw van schouwburgen of concertzalen. Zo denkt men aan schouwburgbouw te Vlaardingen, Roosendaal, Roermond, Schiedam, Velsen en Enschede; aan de bouw van een concertzaal in Rotterdam. In enkele van deze plaatsen zijn de besluiten zelfs al genomen.
(uit de rubriek ‘Van Overal’ in Toneelschild, jaargang 5, nr. 12)
1966
Het wezen van de liefde evenals van een andere grote onderneming is dat de geliefden veel ernstig nemen waar anderen lichtzinnig overheen stappen, het kleinste kontakt, de haast onmerkbare tussentonen. Het lukt de besten; hun liefde is in volledige overeenstemming met de bevrediging van andere maatschappelijke behoeften. Dan zal hun vriendelijkheid tot nut zijn van het algemeen, hun vernuftige manier van leven tot nut van velen, en zij dragen bij tot de bevrediging van de maatschappelijke behoeften.
(Wilbert Blank citeert Bertolt Brecht in het toneel|teatraal, jaargang 87, nr. 4/5)
1971
Gelukkig heeft de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk meer begrip voor iets nieuws dan vele kritici.
(Tom Blokdijk over de reacties op het werk van Studio in het toneel-theatraal, jaargang 92, nr. 1)
1971
Al enige jaren probeerde de administratie van Toneel-Teatraal de inning van de abonnementsgelden te vervroegen. Deze vervroeging heeft nu ook formeel zijn beslag gekregen: het is de bedoeling dat het abonnementsgeld vóór de aanvang van het nieuwe jaar voldaan is. Er zullen akseptgirokaarten worden toegezonden. Deze zijn echter nog niet gereed.
(redactioneel in Toneel-Teatraal, jaargang 92, nr. 4)
1986
Niet alleen het subsidiesysteem is oorzaak van de korte speellijsten, ook het karakter van de Nederlanders. ‘Nederlanders zijn bang dat ze zich zullen gaan vervelen als ze langere tijd eenzelfde voorstelling doen. Ze willen het liefst veel afwisseling, steeds iets anders, steeds iets nieuws.’
(choreograaf Shusaku Takeuchi in gesprek met Natascha Sweering in Notes, jaargang 1, nr. 6)
1990
We zijn bezig een discussie te voeren over wat een leidende gedachte zou kunnen zijn in het Tweede Kunstenplan. De ambtenaren van het ministerie denken na over de zin van subsidie, waarbij onder meer wordt gekeken naar de ‘waarneembare reactie van de samenleving op het gebodene’. Dat wordt in de regel wat gemakkelijk vertaald in de richting van publiekscijfers en ik moet zeggen dat ik na veel nadenken tot de conclusie ben gekomen dat die niet de slechtste meetlat vormen. Maar het klinkt wat populistisch.
(hoofd afdeling dans en muziektheater WVC Hans Hoogerbrug in gesprek met Aart Bouwmeester in Notes, jaargang 5, nr. 9)
1996
p.s. ik heb niet zo’n behoefte om dromen en utopieën over het theater te uiten in deze reaktionaire tijd. je kunt beter gewoon je gang gaan.
(Matthias de Koning over het toneelspelerstijdschrift de haas in Toneel Theatraal, jaargang 117, nr. 9/10)
2003
Ik zie het niet als mijn taak van uit het ministerie te gaan bepalen hoe kunst en cultuur zich moeten ontwikkelen.
(staatssecretaris Medy van der Laan in gesprek met Merijn Henfling in TM, jaargang 7, nr. 6)
2012
Verandering is heel stroperig, vervelend en bureaucratisch. Het vindt plaats in achterkamertjes en daar moet je bij zitten en er partner in worden. Op tafel slaan werkt in bepaalde fases, maar uiteindelijk moet je die apenrots op gaan klimmen en proberen die olietanker een beetje de andere kant op te krijgen.
(regisseur Eric de Vroedt in gesprek met Simon van den Berg in TM, jaargang 16, nr. 9/10)
2016
Meer bewustzijn van het hoogst ideologische karakter van de onderdelen van dat stelsel kan bijdragen aan een gesprek over de noodzaak van het handhaven van het pluralistische karakter ervan.
(Robbert van Heuven over de rol van de progressieve kunstenaar in TM, jaargang 19, nr. 1)