1938

Albert van Dalsum en Defresne zijn ongetwijfeld idealisten, door dik en dun getrouw aan datgene, wat zij als hun ideaal zien. Dit dwingt eerbied af, vooral in deze tijden, die méér dan óóit uitnoodigen om met hart en geweten te transigeeren. Wanneer de heeren van Dalsum en Defresne geen leiders van een onderneming geweest waren, waarmede geld der gemeenschap en de belangen van verschillende zinnen gemoeid zijn, doch particuliere kunstenaars, dan zou men hen gevierd kunnen hebben als helden van den geest, zooals de tegenwoordige wereld er maar weinige kent.

(H. P. v. d. Aardweg in Het Tooneel/De Tooneelspiegel, jg. 9, nr. 9)

1941

De heer van Dellen is thans benoemd tot Directeur van het Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam, zooals zijn officieele titel luidt. Zijn taak is, in het kort gezegd, het financieele beheer van alle kunstprestaties, die van de gemeente Amsterdam uitgaan. Berustte vroeger dit beheer in handen van den vasten bespeler van den stadsschouwburg, thans is dit overgenomen door de gemeente, met den heer van Dellen als gevolmachtigde. De heer Cor van der Lugt Melsert, thans intendant van den

stadsschouwburg, heeft zich niet meer te bekommeren over de financieele kwesties; bij hen en zijn staf berust nu uitsluitend het artistieke beheer. Hetzelfde geldt voor den heer den Hertog, die intendant voor de muziek is geworden. In ons volgend nummer zullen wij op de werkzaamheden dezer drie nieuwe ambtsdragers uitvoeriger terugkomen.

(Redactionele notitie in De Tooneelspiegel- Het Toneel jg. 13, nr. 2)

1955

Anthony Quayle gaat een nieuwe toneelgroep vormen. Zijn vrouw Dorothy Hyson werkt met hem samen.
(Internationale Varia in Het Toneel, jg. 76, nr.1)

1965

„De tijd van de grote leiders is voorbij”, wordt er dan gezegd: „de acteur schaart zich liever bij een goed ensemble”, enzovoort. Laten we even aannemen, dat dit waar is, laten we even aannemen dat een acteur geen behoefte meer heeft aan grote figuren achter wier artistieke vaandels hij zich zou willen scharen, hoe is het dan te verklaren

dat de drie gezelschappen die op het ogenblik toonaangevend zijn voor heel toneelliefhebbend Europa geleid worden door Brook/ Hall, Vilar/ Wilson en Strehler/ Grassi…

(Hans Croiset in Het Toneel, jg. 86, nr. 2 – Teatraal nr. 9)

1977

We zoeken een:

artistiek leid(st)er die:

* ingewerkt is in het klein tejatergebeuren

* …

* bereid is de 20-uurs-baan te zien als een volledige baan

(vacature tekst Tejater Kikker in Toneel Teatraal jg. 101, nr. 9/10)

1986

De twee artistieke leiders van het Publiekstheater, Woudstra en Hurkmans, bleken al voor hun ambtstermijn inging niet met elkaar te kunnen samenwerken. Die van Globe, Boermans-Bogaerts-de Bruyne-Hulst, waren na twee maanden al niet meer met elkaar te verenigen. Dit keer kon men de beheerders en bestuurders, zakelijk leiders, stichtingsbestuursleden, schouwburgdirecteuren, toneelambtenaren-, vaak de kwaaie pier van het toneelbestel, in ieder geval niet de schuld geven: de heren kunstenaars hadden het er nu toch zelf wel naar gemaakt!

(Tom Blokdijk in Toneel Teatraal, jg. 107, nr. 2)

1993

We schrijven 26 oktober 1908, vier uur in de middag. De wat stijve aristocraat Konstantin Stanislawski, directeur en artistiek leider van het Moskous Kunst Theater, arriveerde in Metropole om zijn Britse collega te begroeten. Hij trof Craig in bad. Kletsnat, door de ruime kamer ijsberend in een badjas orakelde Craig vervolgens tegen zijn Russische gastheer.
(Loek Zonneveld in Toneel Theatraal, jg. 114, nr. 6)

2005

Truus Bronkhorst acht zich ritueel vermoord, zoals dat het veenlijk ooit overkwam, en samen met Marien Jongewaard is zij veroordeeld tot eenzelfde lot als hun door zweet beschimmelde kostuumresten van ruim vijfentwintig jaar strijd.
(Eva van Schaik over Exit in TM, jg. 9, nr. 3)

2011

Vier je feest bij café de Vijfpoort, of beter nog Het Wrakkenmuseum, pal tegenover sekscamping de Appelhof. En als je buitenstaat, heb je nauwelijks last van de eeuwige vinyl-dj’s Naald & Kraak. Of alleen Naald. Want officieel zijn ze al jaren uit elkaar.
(Rough Guide Oerol Oscar Kocken in Theatermaker, jg. 15, nr. 15)

2023

Daarna hebben wij ons uren teruggetrokken in het salonneke van de Kopergietery en dat was zeer openhartig. Ik weet nog dat ik begon te huilen, dat we heel veel hebben gedeeld. En toen zijn wij vertrokken. Mochten wij dat moment niet gehad hebben, dan zou zo’n duo-leiderschap misschien veel spannender zijn geweest. Maar wij wisten al dat wij kritisch naar elkaar durven kijken. We durven heel eerlijk te zijn, we mogen elkaar heel graag. We vertrouwen elkaar. Dat zijn heel essentiële dingen om zoiets aan te gaan.’

(Fransien van der Putt spreekt Cindy Godefroi en Jozefien Mombaerts, duo artistiekleiders Theater aan Zee, op Theaterkrant.nl, 12 augustus)

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2024