1947
(…) een samenwerking tussen overheid en toneelspelers als men in ons land nog niet heeft gezien, en als – het bleek in Parijs op de Unesco-conferentie – in de wereld zijn wedergade niet heeft.
[Hessel Jongsma in Toneelschild, jaargang 2, nr. 6-7]
1948
En komt dan tot de conclusie dat er slechts twee wegen – onheilswegen – zijn: óf salarisvermindering van 20%, óf terugkeer tot de sociale schande van het 8- of 9-maands contract.
[Ben Hunnigher bespeekt de subsidieverlaging in Toneelschild, jaargang 3, nr. 1]
1955
Mijn toneelwerk is a-sociaal. Het is de projectie van mijn innerlijke leven en het tegendeel van het théâtre engagé, zoals Sartre dat schrijft. Het is anarchistisch toneel, de bevrijding van de innerlijk angst; een geestesgesteldheid, geen vormgeving van een idee.
[Henri Sandberg in gesprek met Eugène Ionesco in Het Toneel, jaargang 76, nr. 3, 4]
1967
Door de vele kopij over Vietnam op het toneel, is de Nederlandse toneelpraktijk wat in de verdrukking geraakt. De redaktie hoopt dit in het volgende nummer goed te maken door geruime aandacht te besteden aan het toneelseizoen 1966-1967.
[Ten geleide in het toneel|teatraal, jaargang 88, nr. 1]
1972
We zitten weer middenin de slag om de toneelsubsidie en die slag wordt elk jaar meer macaber (Fr. Macabre: van of als van doden griezelig). Hoe wordt zo’n slag gestreden? Om daar het fijne van te begrijpen, moeten we terug naar 1970 toen het begrip ‘taakstellende begroting’ zich stabiliseerde en algemeen werd aanvaard.
[Max van Rooy in Mickery Mouth 18 + T/T 2]
1980
De Nederlandse anti-kernwapenbeweging heeft een van de grootste groepen mensen ooit in Nederland op de been gebracht. Na 25 jaar was Nederland via het Unifil in Libanon weer betrokken bij een concrete oorlogssituatie. Oorlog en vrede zijn nog altijd zaken van de hoogste aktualiteit. Toch hebben we tot op heden de mening van de theatermakers over deze aktuele onderwerpen niet op het toneel gezien. De redenen die zij daarvoor aandragen zijn makkelijk gevonden: ‘Met theater kun je de mensen niet veranderen’. ‘Het onderwerp is te delikaat om op gesimplificeerde wijze voor het voetlicht te gooien’. ‘Je moet alleen maar theater maken over wat je het diepste raakt.’ [- Blijkbaar snijdt ons het mes toch nog altijd het pijnlijkts in het eigen vlees-] ‘Na Shoah valt er niets meer over de oorlog te zeggen.’
[Sjaak Overbeeke in T.T., jaargang 107, nr. 5]
1995
Wanneer je in de val trapt van maar produceren en produceren, van uitsluitend werken op resultaat, dan word je na twee mislukkingen afgemaakt. Al dat geklaag over mislukkingen in de werkplaatsen tegenwoordig, dat is toch onzin! Laat er maar veel misgaan. Daar zijn subsidies toch voor uitgevonden?! Subsidiënten moeten dat zien, dus geïnteresseerd zijn in ontwikkeling. Anders kan het geld net zo goed aan lantaarnpalen worden uitgegeven.
[Jan Joris Lamers in gesprek met Max van Engen en Loek Zonneveld in Toneel Theatraal, jaargang 116, nr. 5]
2001
Eigenlijk had ik gehoopt dat de kunstsector de moed zou hebben gehad zichzelf te evalueren. Het lijkt me beter dat zoiets van binnenuit gebeurt dan van buitenaf, door de politiek. Maar niemand durft het aan zijn eigen bestaansrecht kritisch onder de loep te nemen. Jammer, want het is wel hard nodig. Met name in de danswereld. Bij het toneel hebben we de Aktie Tomaat gehad, zoiets is de danswereld nog steeds niet gebeurd. Nee, oh nee, ik pleit niet voor tomaten, maar de danswereld moet wel worden opengebroken. Dat eeuwige navelstaren van die grote gezelschappen, het is allemaal zo naar binnen en op het eigen voortbestaan gericht (…) Daarom ben ik wel blij dat er nu, al is het van buitenaf, een poging is gedaan de bezem er eens doorheen te halen om doorstroom van een aantal kleinere groepen mogelijk te maken.
[Wies Bloemen in gesprek met Gabriel Smeets in TM, jaargang 5, nr. 2]
2005
Het zou mooi zijn als het kon, de wereld veranderen. Ik heb de vreemde arrogantie te denken dat ik weet hoe het anders moet en beter kan. Luister naar mij en alles zal goed zijn.
[Lotte van den Berg in TM, jaargang 9, nr. 9-10]
2006
De inhoud van onze voorstellingen vinden we in de actuele realiteit. Wij interesseren ons voor alle conflicten op alle niveaus. Wij geloven niet in de actualisering van ‘tijdloze verhalen’. Wij zijn politiek en maatschappelijk geïnspireerd.
[Manifesto door Wunderbaum in TM, jaargang 10, juninummer]
2013
Koek: ‘Maar uiteindelijk gaat het er natuurlijk om of de voorstelling goed is.’
Van Warmerdam: ‘Het moeilijke, maar ook het interessante is dat je het niet weet. En zeker niet vooraf.’
[Paul Koek en Marc van Warmerdam in gesprek met Dick van Teijlingen in Theatermaker, jaargang 17, nr. 7]